H.32 "Het enige wat ik ooit wilde was een zus"

69 6 5
                                    


Ik dwaalde door de donkere, koude bossen. Om de haverklap keek ik over mijn schouder om te verzekeren dat ik niet gevolgd werd. Mijn adem dwarrelde in grote, witte wolken voor mij uit. Ik vervolgde mijn weg door het donkere bos en trok de grote kap verder over mijn hoofd heen. Mijn gezicht ging helemaal op in de schaduwen ervan. Ik kon niet hebben dat iemand mij zou herkennen. Niet met wat ik van plan was om te doen. Ik keek naar de bebloede dolk in mijn handen, maar schoof hem al snel weer terug in de mouw van mijn dikke, alpaca wollen mantel. Nee, niemand mocht weten wat ik vannacht had gedaan en wat ik nog zou gaan doen. Wat voor een zondes ik vannacht zou begaan. Maar ik kon niet anders. Ik kon niet meer zo leven. Ik kon de pijn en de leed niet meer aan. Er moest verandering komen. En die verandering kon niet lang meer op zich laten wachten. Niet meer.

Mijn hand daalde af naar mijn uitpuilende buik. Mijn baby schopte in de weelde weg in het rond. Ik moest actie ondernemen voor zowel mijn eigen welzijn, als dat voor mijn kindje. Zijn of haar leven stond voorop op het mijne, maar ik kon het leven van mijn baby niet betere zonder het mijne te beteren. Ik was wanhopig. Wanhopig voor de toekomst van mijn kleintje. Ik moest dit doen. Ik kon niet anders.

'Kom nou, Schatje. Je doet mama een beetje pijn. Kan het iets rustiger aan?' vroeg ik met een glimlach terwijl ik met mijn beide handen over mijn bolle buik wreef. Ik voelde hoe mijn baby iets rustiger werd. Ik zuchtte opgelucht en keek opnieuw over mijn schouder, voordat ik mijn weg vervolgde naar het vakantiehuis een paar kilometer dieper het bos in.

Het enige geluid dat op te merken was in de wijde omgeving was mijn ademhaling. Ik keek met trillende ledematen naar het stenenhuisje voor mij. De plek waar ik iets zou doen wat ik nooit meer kon terugdraaien. Maar het moest. Ik zuchtte diep en liep op de voordeur af en klopte aan. Terwijl ik geduldig afwachtte tot de deur voor mij werd geopend omklemde ik met mijn hand het handvat van de bebloede dolk verstopt in mijn mauw.

Ik slikte toen de deur openging en de man die mijn hart had gebroken al die jaren terug in het deurgat verscheen. Hij keek geïrriteerd uit zijn ogen toen hij mij zag, maar kreeg de kans niet om verder iets te doen, aangezien ik had uitgehaald met mijn dolk. Zijn bloed spatte alle kanten op. Ik keek zonder enig berouw in mijn ogen toe hoe de man stikkend in zijn eigen bloed op de grond viel. Ik keek hem recht in zijn ogen terwijl het licht in ze doofde. Toen hij dood was knakte ik mijn nek en stapte onaangedaan over zijn lichaam heen. Ik keek op toen het geluid van een deur die opende op de overloop mijn oren binnendrong.

'Babe? Wie was er aan de...' de ogen van de vrouw op de overloop werden groot toen ze mij in de kamer zag staan. De tranen sprongen in haar ogen toen haar blik afdaalde naar haar dode man op de grond. Ze sloeg haar hand voor haar mond en keek mij met een pure kwelling in haar ogen aan. 'Voelt niet goed, hè?' vroeg ik terwijl ik mijn mantel afdeed en op de lerenbank gooide. Ik streek mijn kleren glad en legde mijn vrije hand – de hand die geen bebloede dolk vasthad – op mijn uitpuilende buik. Ik keek weer terug omhoog naar de vrouw op de overloop. Ze had zich op haar knieën gegooid en zich huilend vastgeklampt aan de houtenpaal naast haar.

'Waarom?' vroeg ze huilend. Ik keek haar boos aan. 'Waarom?' vroeg ik echter kalm. De vrouw knikte. 'Waarom?!' herhaalde ik mezelf nu schreeuwend. Een woedende schreeuw die ervoor zorgde dat baby begon te huilen. De vrouw leek zich nu pas haar kindje te herinneren. Ze stond snel op van de grond en rende de overloop over naar de slaapkamer. Ze sloeg de slaapkamerdeur dicht. Ik rolde met mijn ogen en zuchtte diep. Waarom maakt ze het niet gewoon makkelijk?

Ik keek geïrriteerd naar de trap en zuchtte diep waarna ik me toch maar de trap op waagde. Het ging moeizaam door de zwangerschap, maar ik kwam er. Het waren enkel en alleen extra minuten voor de vrouw die de volgende was op mijn dodenlijst. De vrouw die mij evenals de man en hun voorganger heel erg pijn gedaan had in mijn leven.

Ik kwam al hijgend en puffend van de inspanning boven aan de trap aan en liep vervolgens rustig af op de gesloten deur waar de vrouw zojuist doorheen was gevlucht. Ik hoorde hoe ze huilend haar baby probeerde sussen. Ik zuchtte diep en keek voor even naar mijn eigen babybuik. Ik moest dit doen. Ik kon niet anders. Ik keek weer voor mij uit en opende de deur. De deur die niet op slot kon en de vrouw was zo met haar baby bezig dat ze niet in zag dat ze makkelijk een tafel of kast voor de deur had kunnen schuiven. Niet dat dat mij had tegengehouden. Ik zou haar hoe dan ook doden.

De vrouw keek geschrokken over haar schouder en keek me huilend aan terwijl ze voor de box met de huilende baby op de grond zat. Ze snikte het uit. 'Alsjeblíéft, Jody Alsjeblíéft.' Huilde ze uit. Ik slikte de brok in mijn keel weg en sloot de deur achter mij. 'Waarom doe je dit? Jody? Alsjeblíéft,' smeekte ze bijna onverstaanbaar door haar luide gesnik.

'Alsof jij dat niet weet, May. Jij en die man van je hebben mijn leven verpest. Mijn leven is van baby af aan al hel! Ik haat het! Dat was jouw schuld, May! Jouw schuld,' zei ik nu terwijl er bij mij ook tranen over mijn wangen liepen. 'Jody,' smeekte ze opnieuw luid uit. De baby, haar baby begon harder te huilen. 'Alsjeblíéft, het spijt me! Het spijt me zo erg!' snikte ze uit terwijl ze haar slanke arm door de spijlen van de box bracht en het buikje van haar kindje begon te kriebelen in de hoop hem te kalmeren.

'Voor sorry zeggen is het nu te laat!' riep ik boos uit. 'Alles van vroeger... alle leed die jij over mij heen had geroepen... dat kon ik nog wel aan, maar je moest mijn geluk toen ik die na jaren eindelijk gevonden had van mij afpakken! Ik hield van hem... Ik hield zoveel van hem, May... Maar jij had hem van mij afgepakt! Jij had hem vermoord! Justin was de druppel, May. Hij was de drúppel,' ik huilde het uit terwijl ik naar haar op de grond keek.

'Het spijt me zo.'

'Stop met het zeggen dat het je spijt! Want je hebt helemaal geen spijt!' May slikte en keek bang naar het bebloede mes in mijn hand. De baby begon harder te huilen. 'Alsjeblíéft, Jody!'

'Het spijt mij dat het zo moet eindigen.' En met dat gooide ik huilend de dolk door de lucht. De dolk tolde door de kamer heen en ging dwars door de keel van May. Haar bloed spatte in het rond. Ik liet me huilend op de grond vallen en kroop voorzichtig naar haar leegbloedende lichaam toe. Ik trok haar bij mij op schoot en wreef huilend haar zwarte haren uit haar gezicht. 'Het spijt me, ik kon niet anders. Ik kon niet meer zo door.' Ik hikte van het huilen en staarde met ogen vol verdriet in de ogen die hun leven verloren, tot ze hol waren. Ze was dood.

Ik begon harder te huilen en trok haar lichaam dichter tegen me aan terwijl ik over haar wangen streek. Mijn tranen van puur verdriet belandde op haar gezicht. Ik nam niet de moeite om ze weg te strijken. Ik snoof mijn neus en ademde pijnlijk in en uit. 'Het enige wat ik ooit in mijn leven wilde was een zus. Een zus die er voor mij zou zijn, maar het enige wat jij ooit hebt gedaan is mij breken.' Ik sloot voorzichtig met mijn bebloede en trillende vingers haar ogen en drukte een lange kus op haar voorhoofd.

Het kleintje in het wiegje naast mij begon hard te huilen. Ik keek zijn kant op. Een snik verliet mijn lippen.

Ik schoot happend naar adem omhoog in mijn bed. Het koude zweet stond mij op de rug en mijn lichaam trilde als een gek. Ik sloeg mijn lange haren uit mijn bezweette gezicht en staarde in de spiegel aan de muur tegenover mij. 

Wat de fúck was dát?! 

Ik schudde de rillingen van de droom van me af en ging weer achterover in bed liggen. Tempus die naast mij lag trok me meteen dicht tegen zich aan en sliep stug verder. Ik zuchtte diep en drukte mijn hoofd dieper in het kussen.

What the hel.


A/N: Hey guys! 

Ik wilde alleen snel even vermelden dat ik Tempus officieel heb afgeschreven. Ik ga dus vanaf vandaag iedere dag 1 hoofdstuk online zetten. Tempus heeft in totaal 39 hoofdstukken gekregen en aan het einde nog een dankwoord met een mededeling.  Het zou fijn zijn als jullie deze ook lezen, maar zo ver zijn we nog niet. 

Nou dat was het!

bk281100 out!

TempusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu