Deel 20

893 34 0
                                    

ik keek diep in zijn ogen en kon zijn verdriet gewoon vanuit zijn ogen lezen. in de verte zag k mijn broer aanlopen waardoor ik ineens rechtop zat. karim moest lachen om mijn actie, maar ook hij zat gewoon normaal achter het stuur alsof er niks aan de hand was. hij aaide snel onopvallend over mijn onderbeen. toen mijn broer de auto in stapte, kreeg ik een lekkere fles koud water en karim een flesje cola. brahim had voor zich zelf een ijsje gehaald. ik genoot van mijn lekkere koude water. eigenlijk had ik in mijn tasje ook nog een fles water maar die was niet zo lekker koel als deze. toen ik in de spiegel van karim keek, gaf hij me een snelle maar onopvallende knipoog waar ik van moest blozen. ik werd moe van het rijden en had een erge slaap wegens vanacht waardoor ik in een diepe en lekkere slaap viel........
"oumayma" hoorde ik zacht. "oumayma opstaan we zijn er" toen ik mijn ogen opende zag ik mijn broer voor me staan. so hehe dacht ik bij mezelf. dat werd tijd ik werd het rijden nogal zat. we maakten met z'n drietjes een strandwandeling. op de boulevard waren leuke dingetjes te koop, waar ik dan ook meteen gebruik van maakte. na een uurtje gewandeld te hebben hadden de jongens zin om af te koelen. toen ik een stap in het zand zette leek het alsof ik een stap op het hete vuur zette. de jongens renden als pinguins over het zand waar ik ontzettend van moest lachen. ik bleef op de stenen staan want ik kon het echt niet. net toen ze bij het water aankwamen keek karim om en zag dat ik achterbleef. hij zei wat tegen mijn broer en samen kwamen ze weer als pinguins terug rennen "ejouw waarom blijf je hier achter, kom als je rent voel je er niks van" zei brahim op een sarcastische manier "ja weetje hoe heet het is, ik ga er echt niet overheen rennen hoor. gaan jullie maar ik blijf hier wel" mijn broer keek me raar aan "denk je nou echt dat ik je hier tussen de loslopende, papierzoekende marokkanen laat staan. pa maakt me dood als er wat met je overkomt" verlegen keek ik naar het zand "moet je op mijn rug?" zei karim lief "nee hoeft niet" zei ik "echt he als jij nu niet op zijn of mijn rug gaat he, dan duw ik je gewoon het zand in" zei mijn broer op een grappige manier "yallah draai om" zei ik tegen brahim en ik sprong op zijn rug. ik merkte dat karim nogal teleurgesteld was. ja ik vond het raar als ik opeens op zijn rug ging zitten, ookal wilde ik niets liever. bij het water aangekomen, voelde ik hoe lekker het was. een paar meter verder op legde ik de handdoeken neer waar we op konden zitten. zittend op 1 van de handdoeken keek ik hoe de jongens een plezier hadden in het water. na een kwartier kwamen ze het water uit en gingen op de handdoeken liggen, die ik alvast voor hen had klaargelegt. "het water is heerlijk oumayma" zei brahim tegen me "ewa se3detkoum" zei ik lachend. karim en brahim kletsten nog wat door. ik zat naar de mensen te kijken die steeds langs liepen. het waren vooral pas getrouwde of verloofde stelletjes, die samen een strand wandeling maakten. "hey ik heb honger joh, ik ga even wat te eten halen" zei brahim. geschrokken keek ik brahim aan. ik wilde niet weer alleen met karim blijven. ik weet toch niks te zeggen op wat karim me te vertellen had. al gauw zaten karim en ik alleen op het strand. ik zat wat om me heen te kijken naar alle mensen die langs liepen. ik merkte dat karim me steeds aan zat te kijken waar ik nogal nerveus van werd "mag ik jou wat vragen" zei karim opeens om de stilte te verbreken. "ja natuurlijk mag dat" zei ik op een zachte toon "waarom huil je steeds, als ik je vertel dat ik veel van je hou?" oeii, dat was een vraag die hij eigenlijk niet had moeten stellen. ik keek hem aan en maar kon niets uitbrengen "oumayma" zei hij vragend en pakte mijn hand vast. allerlei gevoelens gingen door mij heen "karim" zei ik zachtjes "ja oumayma, vertel me wat er aan de hand is" zei hij lief. ik hield van deze jongen. hij was zo lief en aardig. hij kon je met zijn stem lekker gerust stellen, maar iets klopte niet (zei mijn gevoel) "we horen niet bijelkaar" floepte er ineens uit. tfoe dit had ik niet moeten zeggen, ookal was het de waarheid "oumayma wat bedoel je hiermee" zei karim geschrokken. ik voelde de tranen weer in me opkomen. ik kreeg een brok in mijn keel. karim ging rechtop zitten "vertel me oumayma, waarom horen we niet bijelkaar? heb ik iets verkeerds gedaan? vertel het me alsjeblieft" denk hij nou echt dat ik dom ben ofzo. ik weet zeker geen enkel woordje is waar. wat moet hij nou met een lelijkerd als mij "karim, je bent echt mooi en knap" zei ik ineens. ik schrok echt van mezelf want dit soort dingen zei ik echt met moeite. dit kwam echt met moeite mijn mond uit, maar hij moest weten wat er aan de hand was. ik voelde me rood opkomen en boog mijn hoofd "je bent echt lief en aardig, maar bij een knappe en leuke jongen...." ik stopte even want ik kon mijn zin niet afmaken "wat is er lieverd? wat wil je me duidelijk maken" ik voelde een woede opkomen "denk je dat ik dom ben ofzo, kijk hoe knap jij bent. wat moet je nou met een lelijkerd als mij" zei ik boos. ik hoorde karim mij nog roepen maar ik luisterde niet naar hem. hij rende me achterna en hield mijn hand vast. toen ik in zijn ogen keek, zag ik dat hij geschrokken was van mijn woorden "beloof me dat je me dit nooit meer zegt oke" ik keek hem aan en zag dat hij het meende "het is gewoon zo, wij horen niet bij elkaar. jij verdient veel beter" "oumayma dat is niet waar, geloof me wat jij zegt, is allemaal onzin. je maakt je gek met deze woorden. ik wil jou, alleen jou. ik ben gek op je oumayma vergeet dat niet. je bent tbarkallah een mooi meisje. is dit wat je al die tijd dwars zat? wallah oumayma, je bent een mooi meisje, vergeet dat niet" ik bleef huilen en huilen. hij omhelsde me strak. het voelde goed om zo lekker in zijn armen te zitten. waarom ben ik toch de enige die het ziet? ik maakte me los en hij pakte mijn gezicht vast met zijn handen "ik hou van je, vergeet dat aub niet. ik hou van jou en ik wil alleen jou" ik knikte en voelde me rood opkomen. hij gaf me een kus op mijn voorhoofd en samen liepen we weer terug naar de doeken die ondertussen helemaal onder het zand zaten, door de mensen die steeds langs liepen.

nooit gedacht dat een jongen zoveel om mij kon geven. (voltooid)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora