00

184 22 5
                                    

|intro|

'Drake, alsjeblieft, als je dit hoort . . . kom naar de catacombe toe . . .'

Krampachtig probeerde Neralynn het bloeden te stelpen van het meisje wat voor haar op de grond lag, vechtend voor haar leven. De wond op haar hoofd bleef maar bloeden, en in een rap tempo begonnen de blauwe plekken haar bleke huid te kleuren. 'Kom op Aurelia, nog even volhouden . . . er is hulp onderweg . . .'

Even liet ze Aurelia los, en scheurde een stuk van haar T-shirt af, wat ze daarna weer tegen de wond aandrukte in een poging het bloeden te stelpen. 'Blijf sterk, Auri, ik weet dat je dit gaat overleven . . .'

'Het ziet er niet goed uit,' mompelde Djerra, die paniekerend ijsbeerde in de kleine ruimte waar Neralynn ze naartoe had gebracht. Het was de enige ruimte geweest waar de Rogues nog niet waren geweest, en waar ze ook niet konden komen tenzij ze bekend waren in de omgeving.

'Drake moet opschieten en hierheen komen, Rafe is hem aan het zoeken,' zuchtte Neralynn. 'Zonder hem maken we geen schijn van kans – ze wisten gewoon precies wanneer ze moesten aanvallen, de klootzakken.'

'Hij had nooit weg moeten gaan.'

'Nu is echt niet het moment om die discussie weer aan te wakkeren, Djerra-'

'Maar dat maakt het nog niet minder waar! Je zei het net zelf al, zonder Drake maken we geen schijn van kans. Ze vallen ook precies aan wanneer Drake er niet is, en kijk hoe we er nu bij zitten. Of wilde je mij soms gaan vertellen dat dit ook gebeurd zou zijn als Drake was gebleven?'

Neralynn bleef stil, terwijl ze zich op Aurelia concentreerde. Djerra begon weer te lopen, af en toe haar warrige rode lokken uit haar gezicht vegend, terwijl ze probeerde om niet in tranen uit te barsten. 'En nu raken we Aurelia waarschijnlijk ook kwijt . . .'

'Absoluut niet! Drake komt op tijd en we gaan haar kunnen redden, ik heb er vertrouwen in,' zei Neralynn fel, terwijl ze Djerra kwaad aan keek. 'We kennen Auri al heel wat langer dan vandaag, en we weten hoe verdomd sterk ze is. Ze gaat dit overleven, ze gaat er boven op komen en ze gaat een mooi leven leiden zonder enig pijn of verdriet. Dit is niet het einde, Djerra.'

Djerra keek een beetje bedenkelijk bij het horen van Neralynns woorden, maar besloot uiteindelijk dat het beter was als ze er niet meer op in ging. Ze hield er niet van om met haar zus te bekvechten, al helemaal niet in een situatie als deze.

'Neralynn?'

Neralynn keek op bij het horen van die stem, en een frons verscheen op haar prachtige, zongebruinde huid. 'Rafe? Rafe, ben jij dat?'

'Waar ben je?'

'We zijn hier!' riep Djerra, terwijl ze naar de kleine opening in de muur liep. 'Lukt het je om binnen te komen?'

'Ja. Ik heb echter alleen geen goed nieuws te melden . . .'

'Ik zei toch dat hij Drake niet zou kunnen terughalen!' riep Djerra, nu ook kwaad.

'Dat is niet wat ik wilde zeggen-' begon Rafe, 'hoewel het wel met Drake te maken heeft. Buiten is de situatie onhoudbaar geworden, en er wordt hard gevochten om ons territorium terug te winnen.'

'Maar, wat is er dan gebeurd?' vroeg Neralynn uiteindelijk, terwijl ze een korte, arrogante blik in de richting van Djerra wierp, die met haar ogen rolde. Rafe twijfelde, zoekend naar de juiste woorden om te gebruiken waar hij de situatie exact mee kon omschrijven, zonder de meiden teveel schade te berokkenen.

'Rafe?' Djerra's stem klonk een beetje onzeker, alsof ze wist dat Rafe haar iets zou vertellen wat heel haar leven op z'n kop zou kunnen zetten.

'Drake is terug.'

Beide meiden haalden opgelucht adem, hoewel Neralynn direct alweer fronste. Haar goudkleurige ogen straalden een zekere verwarring uit, terwijl ze de wond checkte op Aurelia's voorhoofd. Toen ze zag dat het bloeden begon te minderen, slaakte ze een lichte zucht, alvorens haar aandacht weer op Rafe te richten.

'Waarom heb ik het gevoel dat je me niet alles vertelt, Rafe?'

'Omdat ik niet weet hoe ik je dit moet uitleggen . . .'

'Vertel het ons, alsjeblieft. Ik moet weten wat er gaande is daarbuiten!'

Rafe zuchtte diep, en besefte zich dat hij een beetje onvast op zijn benen stond. Hij kon het zelf ook nog steeds niet bevatten, dat hij het zojuist allemaal met zijn eigen ogen heeft zien gebeuren. Hij liet zich op zijn knieëen zakken, en leunde met een hand tegen de muur. Zijn voorhoofd rustte hij er ook tegen aan terwijl hij zijn ogen dichtkneep, alsof hij hierdoor een betere grip op de realiteit zou kunnen krijgen – maar niets was minder waar.

'Drake is terug . . . en de nieuwe Alpha van onze roedel.'

Saving Aurelia.Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt