Hoofdstuk 23

395 12 2
                                    

Het duurde aanzienlijk lang voordat er iemand kwam. Ik hoorde alleen stemmen van beneden die door de muren klonken. Volgens mij was er al minstens een half uur voorbij gegaan en nog was Sean noch Jack gekomen. En al die tijd probeerde ik een uitweg te vinden. De deur hadden ze op slot gedaan zodat ik de kamer niet uit kon, maar er moest toch een andere manier zijn. Ik liep naar het raam en schoof de gordijnen aan de kant. Ik opende het raam en keek naar buiten. Ik kon proberen uit het raam te springen maar het was duizelingwekkend hoog. Er was een kans dat ik mijn nek zou breken. Op dat moment hoorde ik voetstappen op de trap. Zware gedempte klanken klonk achter de deur. Ik rilde en keek nog een keer naar beneden. Ik zou het kunnen proberen. Het was de enige uitweg en mijn enige hoop. Dus voordat Sean de kamer binnen was stapte ik op de vensterbank en sprong ik de diepe duisternis tegemoet. Het duurde enkele seconden toen ik de harde grond onder me voelde. Ik landde op mijn bovenarm die mijn val zo goed als opving. Ik keek snel of ik alles nog kon bewegen en niks gebroken had. Maar op mijn arm (die in een rare hoe lang) na was er niks aan de hand. Ik keek nog even naar boven terwijl ik opstond en mijn rechterarm mijn pijnlijke arm ondersteunde. Toen ik weg liep voelde ik dat mijn rechterbeen pijn deed en ik slikte de gil die in mijn keel zat snel door. Maar ik kon niet stoppen. Als ik niet verder liep zouden ze achter me aangaan. Dus strompelde ik Jack’s tuin uit en liep langs de weg. Ik stopte pas toen ik ver genoeg was dat Jack me niet lopend zou kunnen inhalen. In zakte in elkaar en keek om me heen. Het was donker en het enige licht kwam van de lantarenpaal die zachtjes flikkerde. Ik had geen idee waar ik was. En dat het donker was maakte het er niet makelijker onder. Ik steunde met mijn handen onder mijn hoofd en probeerde tot rust te komen. En toen realiseerde ik opeens wat ik had gedaan. Ik was in de middle of nowhere en wist niet hoe ik naar huis moest komen. Ik had overal pijn en ik moest iets doen voordat er iets mis zou gaan. Ik pakte mijn mobiel uit mijn zak (wat ik al eerder had moeten doen) en scrolde door mijn contacten om te kijken wie ik het best kon bellen. Mijn vinger bleef hangen op Harry’s naam. Ik beet op mijn lip en belde hem toen.

Toen ik in de verte twee koplampen stond ik met moeite op en zwaaide naar de bestuurder. De auto stopte schokkend en een lange jongen met bruine krullen stapte eruit. Harry’s ogen keek me bezorgt aan en boog zich toen naar me om me een knuffel te geven. Het deed pijn aan mijn arm maar ik liet hem. Het voelde goed. Hij liet me niet meer los totdat hij zijn greep voorzichtig verslapte. Zijn groene ogen keken me vragend aan. ‘Wat is er aan de hand. Is alles goed Elena?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, het is niet goed. En jij bent de enige die het goed kan maken.’ Harry leidde me in zijn auto en hij nam plaats achter het stuur. ‘Je hebt me gered.’ Zei ik zacht. ‘Alweer.’ Harry draaide zijn hoofd naar me om. ‘Van wat?’ Ik zuchtte. Ik moest het hem vertellen. Ik moest Harry alles vertellen. Ik had geen andere keus. ‘Van Jack en van Sean. Je hebt me weer gered en ik ben je zo dankbaar. Ik weet niet wat ik zonder je zou moeten.’ Op dat moment brak ik. Ik huilde. Harry stopte de auto en sloeg een arm om me heen. ‘Wil je me vertellen wat er is gebeurd?’ Ik keek op en knikte langzaam. ‘Jack…’ Ik slikte. ‘Heeft me misbruikt.’ Zei ik zacht. Harry ogen werden groter. Zijn blik drukte woede uit. Alleen maar woede. ‘Die klootzak.’ Riep hij en hij sloeg hard op het stuur. ‘Hoe lang is dit al bezig?’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Niet zo lang. Maar het was verschrikkelijk, Harry.’ Harry schudde zijn hoofd. ‘Kom hier.’ En hij drukte me tegen zich aan. Ik voelde me veilig in zijn sterke armen. Ik voelde me veilig voor Jack of Sean of voor wie dan ook. ‘Ik wil naar huis.’ Zei ik zacht. Harry knikte en liet me los. Hij startte de auto en reed weg. Ik zweeg en staarde uit het raam. Ik schrok toen Harry mijn hand pakte en er in kneep. Ik zag een traan over zijn wang rollen. ‘Het komt allemaal goed, Elena. Daar zal ik voor zorgen.’ Hij glimlachte door zijn tranen heen.

Die eerstvolgende zaterdag spraken ik en Gigi af voor het politiebureau. Ik had haar alles verteld. Ze schrok, net als mijn ouders die woedend waren op Jack. Gigi en zouden alles vertellen aan de politie. En met alles bedoelde ik ook alles. Ik zou niks verzwijgen. We vonden het allebei best wel eng, maar samen ging het beter. Samen voelden we ons sterker. Harry wachtte ongeduldig in de wachtkamer terwijl een politieagent met kort blond haar ons naar zijn kantoor bracht. We namen plaats in twee grote stoelen en kregen koffie. Toen de politieagent vroeg waarvoor we kwamen begon Gigi alles te vertellen. Het klonk verschrikkelijk en plots besefte ik wat er allemaal was gebeurd. Ik had nooit gedacht dat ik degene was bij wie dit zou gebeuren. Daarna was ik aan de beurt. Ik vertelde alles. Van de lieve dingen die hij samen met me deed tot de avond dat hij me vroeg seks te hebben met zijn vriend. Ondertussen scheef de agent alles op. ‘Ik vind het heel dapper dat jullie deze verhalen met me hebben gedeeld.’ Zei hij, stond op en gaf ons beide een hand. ‘Hier gaan we zeker werk van maken. Een jongen als hij kan hier niet zomaar onderuit komen.’ Verzekerde hij ons. We verlieten opgelucht het kantoor. En het voelde alsof een grote last van mijn schouders af viel. Eindelijk voelde ik dat het allemaal goed zou komen. Eindelijk had ik weer hoop. ‘En hoe ging het?’ vroeg Harry toen hij ons zag. Hij stond op van zijn stoel en liep op ons af. ‘Het ging goed en ze gaan erachter aan.’ Zei Gigi. Ik hoorde de blijdschap in haar stem. ‘Hij geloofde ons, Harry.’ Vertelde ik hem en ik gaf hem een knuffel. ‘Dat is geweldig nieuws.’ Antwoordde Harry. Ik begon van blijdschap te huilen en voelde me een enorme sukkel. In Harry’s auto verlieten we het politiebureau. We brachten Gigi eerst weg en daarna bleven we met z’n tweeën achter. Toen we mijn straat langs reden keek ik Harry verbaasd aan. ‘Ik weet niet of je het door hebt maar mijn huis is daar.’ Ik wees naar achteren. Harry knikte. ‘Dat weet ik, maar ik wil je nog even spreken.’ Ik keek hem vragend aan maar hij zei niks. Na een aantal minuten stopte Harry langs de kant van de weg. Ik bleef zitten wanneer hij uitstapt maar hij verzekerde me dat alles goed zal komen. Ik stapte ook uit. Harry verscheen naast me en stak zijn hand uit. Ik pakte hem vast en samen liepen we langs de weg. We hielden halt bij een bankje verderop. We gingen zitten en staarden voor ons uit. Het was een zonige dag en de zon scheen in onze ogen. ‘Het spijt me zo erg.’ Zei Harry plots. ‘Ik voelde me  verantwoordelijk voor jou, maar het lijkt alleen maar alsof ik je leven moeilijker en onmogelijker heb gemaakt. Je hele leven is deze zomer op de kop gezet alleen maar door mij. Het spijt me zo erg.’ Hij keek me beschuldig aan. ‘Jij hoeft je nergens schuldig over te voelen. Ik ben blij dat ik mijn echte broer eindelijk heb ontmoet.’

‘Je weet dat we alleen maar broer en zus kunnen zijn. Ik bedoel dat wat je voor me voelde… Je moet kunnen begrijpen dat ik niet meer voor je voel.’

‘Ik voel niks meer voor jou dan mijn liefde voor je als een broer. En je bent de beste broer die een zus zich kan wensen.’ Harry glimlachte. En ik voelde me gelukkig. Gelukkiger dan ooit. Deze vakantie had mijn leven een hele andere wending gemaakt. Alles was verandert en het zou nooit meer normaal worden. Maar ik was blij. Ik was blij met het leven dat ik leefde. Met de mensen in mijn leven. En met de beste broer van de hele wereld. ‘Bedankt voor alles. Ik hou van je Harry.’ Zei ik zacht. ‘Ik hou ook van jou, Elena. Ik zal altijd van je blijven houden.’ En zo bleven zitten totdat ze zon onder ging.

The end.

No more lying {Harry Styles}Where stories live. Discover now