Hoofdstuk 2

745 20 0
                                    

Sean pakte mijn kin hardhandig vast waardoor ik gedwongen werd naar zijn verschrikkelijke gezicht te kijken. Onder zijn capuchon die hij ver over zijn hoofd had getrokken staken een paar blonde pukken haar uit en zijn lichte blauwe ogen leken bijna wel doorzichtig. Ik sprokkelde wat moed bij elkaar en sloeg de hand ruw van me af. Vervolgens haalde ik uit met mijn vuist en gaf Sean een keiharde stomp in zijn maag, waardoor hij dubbel klapte. Hij kwam met een harde klap op de koude stenen neer. Hij kreunde even, maar stond al snel weer op. Ik zag mijn kans en maakte me uit de voeten. Ik zette het op een lopen en rende voor mijn leven. Maar was me er eerst niet meer van bewust dat de andere jongen niet gewond was. Hij was vele malen sneller dan mij, haalde me in en trok me mee aan mijn arm. 'Gaan we moeilijk doen?': zei hij op een poeslief toontje. Ik slikte. Sean kwam ondertussen naar ons toe strompelen en vloekte telkens wanneer hij weer een stap zette. Zijn blik stond op onweer. Blijkbaar had ik hem hard geraakt. Vlak voor me bleef hij stilstaan. Onze gezichten op dezelfde ooghoogte. Zijn stinkende rookadem prikelde geïrriteerd in mijn neus. Vanuit het niets hief hij zijn hand en stompte met zijn vuist in mijn buik. Net zoals ik bij hem had gedaan, Maar deze keer vele malen harder. Ik klapte meteen dubbel en viel tegen de harde muur achter me. 'Nu moet jij eens goed luisteren':  begon Sean. Ik probeerde op te staan, maar de andere jongen duwde me gelijk weer tegen de grond. 'Niemand beledigd mij, begrepen?' Ik knikte, te zwak om nog enig woord uit te brengen. Ik kon elk moment in huilen uitbarsten. Toen hoorde ik in de verte een stem. 'Hé, wat moet dat daar' Uit de verte zag ik een figuur uit de mist opdoemen en onze kant op lopen. Zijn pas versnelde. Sean en de jongen keken elkaar aan, wisselden een veelbetekende blik en zette het op een lopen. Ik hield mijn adem in toen het gezicht van het nabije figuur zichtbaar werd. De bruine krullen kwamen me bekend voor, ook de stralende groene ogen herkende ik. Het was de jongen van de club. 'Lafaards': schreeuwde hij in de richting waar Sean en de andere jongen waren verdwenen. Hij wende zich naar mij en stak zijn hand uit. Ik rilde van top tot teen en nam de hand met enige aarzeling aan. Ik hees me aan de sterke hand omhoog en stond even later weer met beide benen op de grond. Nog steeds een beetje voorover gebogen door de pijn in mijn buik, die Sean me had gegeven. 'Gaat het?' De jongen keek me bezorgd aan. Ik voelde hoe een traan langs mijn wang naar beneden rolde en knikte voorzichtig. 'Ik heb je toch gewaarschuwd': zei de jongen op een moederlijke toon. Toen begonnen de tranen uit mijn ogen te rollen. Ik draaide me om en begon te rennen. Achter me hoorde ik de jongen nog vaag wat roepen, maar ik hoorde hem niet meer. Ik wou hem niet meer horen. Ik moest hier weg.

Thuis aangekomen ging ik naar boven. Op mijn tenen beklom ik de trap. Ik wou niet dat één van mijn ouders me hoorde. Ik had het geluk dat ze allebei al naar bed waren. Anders zouden ze me overspoelen met lastige vragen: Gaat het wel? Wat is er gebeurt? Dat was op dit moment wel het laatste waar ik nu behoefte aan had. Ik liep voorzichtig over de gang en ontweek de plekken in de vloer waarvan ik wist dat ze kaakten als ik er ook maar met één teen op stapte. Ik sloot de badkamerdeur achter me dicht en zuchtte opgelucht. Eindelijk voelde ik me weer veilig. De hele terug weg naar huis had ik steeds schichtige blikken achterom geworden. Bang een blik op te vangen van Sean, zijn vriend of de jongen met de bruine krullen. Ik vond het nog steeds merkwaardig dat hij er was geweest, precies op het moment dat ik hem nodig had. Was hij me soms gevolgd? Een angstig gevoel bekroop me. Ik probeerde rustig in en uit te ademen. Ik moest even tot bedaren komen. Behoedzaam liep ik naar dr gootsteen en draaide de kraan open. Het water sijpelde langzaam naar beneden. Ik maakte een kommetje van mijn handen en maakte mijn gezicht nat met wat water. Vervolgens leunde ik voorover met beide handen op de wastafel en keek mezelf in de spiegel aan. Ik zag er belabberd uit. Ingevallen wangen, lijkbleke huid, uitgelopen mascara. Ik snikte zacht.En was me opeens bewust van iets. Als de mysterieuze vreemdeling er niet was geweest was het misschien helemaal niet goed afgelopen. Wie weet wat de jongens dan hadden gedaan. En het eerste was nog wel dat ik hem helemaal niet bedankt had. De tranen uit mijn ogen begonnen nu als watervallen naar beneden te glijden. Ik kon me niet meer inhouden. Toen werd er op de badkamerdeur geklopt. 'Ben jij daar Elena? Gaat alles goed?': hoorde ik de bezorgde stem van mijn moeder. Snel veegde ik met mijn mauw de tranen van mijn wangen. Ik opende de deur en zag mijn moeder in de deuropening staan. Ze zag er slecht uit. Al een paar dagen kon ze niet slapen. Soms hoorde ik haar s'nachts door het huis lopen. Maar ik had geen idee wat er aan de hand was. 'Gaat het?': vroeg ze nogmaals en ze aaide even over mijn hoofd. Ik knikte voorzichtig. Zoals ik ook bij de vreemde jongen had gedaan. Liegen was toch meestal de makkelijkste optie. Ik wou haar niet met mijn problemen lastigvallen. Zelf had ze er al genoeg. 'Ga dan maar gauw slapen': zei ze en ze glimlachte liefelijk. Ik knikte en liep achter haar aan de badkamer uit. We wenste elkaar weltrusten en namen allebei onze eigen weg naar onze slaapkamer. Ik plofte vermoeid neer op mijn bed en viel meteen als een blok in slaap. Hopend dat als ik wakker werd de nachtmerrie voorbij zou zijn.

Toen ik wakker werd was ik me echter gelijk weer van alles bewust. Ik voelde hoe mijn dekbed warm om me heen was geslagen. Waarschijnlijk was mijn moeder nog even bij me komen kijken en had ze me toegedekt, zoals ze vroeger altijd deed. Soms miste ik dat. De laatste tijd gedroeg ze zich anders. Ze had het erg moeilijk. Ze deed anders tegen me. Het was niet dat ze me verwaarloosde het was meer dat ze bang was me kwijt te raken. Ik schrok uit mijn gedachten toen mijn mobiel die op mijn nachtkastje lag begon te trillen. Een vrolijk deuntje galmde door de kamer. Ik wreef even in mijn ogen en taste naar mijn mobiel. Maar net toen ik hem in mijn handen had stopte het muziekje. Ik keek wie er gebeld had en zag dat ik maar liefst 11 gemiste oproepen had. Allemaal waren ze van Emma. Sommige van vanochtend maar de meesten van gister avond. Snel besloot ik om na het ontbijt even bij haar langs te gaan, dat werkte toch veel beter dan terug bellen. Mijn hoofd stond er nu ook niet naar. Ik stapte uit bed en zocht in mijn kast naar kleren. Uiteindelijk viste ik er een lichtblauwe jeans met een shirtje uit. Ik maakte me klaar en rende de trap af waarbij ik bijna over mijn eigen voeten struikelde. Met een zwaaiend gebaar opende ik de deur. In de keuken rook het naar een mengeling van espresso en gebakken ei. Daar, in de keuken, hangend over het keukeneiland zag ik mijn moeder. Ze staarde glazig naar buiten. Verdiept in haar eigen gedachten. Ik zag dat ze schrok toen ze me in de deuropening zag staan. 'Gaat het?': vroeg ik terwijl ik naar het aanrecht liep en uit de broodmand een vers sneetje brood haalde. Ze knikte en draaide zich naar me toe. 'Prima!': zei ze met een brede glimlach om haar mond. Of ik haar moest geloven betwijfeld ik. Ondertussen besmeerde ik mijn brood rijkelijk met pindakaas terwijl ik het deuntje van mijn betoon neuriede. 'Was het gezellig gister?': vroeg mijn moeder terwijl ze een paar vieze borden in de vaatwasser zette. Ik verstijfde. 'Ja, hoor': loog ik. Ik wist niet waarom ik het voorval verzweeg. Ik wou gewoon niet dat mijn moeder zich zorgen ging maken. Het was maar eenmalig. Toch? 'Plannen voor vandaag': ging mijn moeder verder toen ze merkte dat ik niet van plan was het gesprek voort te zetten. Ik knikte instemmend terwijl ik een paar happen nam van mijn brood. 'Ik ga even naar Emma': zei ik tussen een paar happen door. 'Oh': zei mijn moeder. Ze klonk hol en afwezig. 'Mam, is er iets?' Ze schudde haar hoofd. 'Er is niks lieverd, echt niet' Ik zuchtte opgelucht. Wanneer ze dat zei wist ik dat ze gelijk had. Maar waarom knaagde er dan iets aan me dat me vertelde dat ze niet de waarheid sprak.

No more lying {Harry Styles}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu