Hoofdstuk 5, Deel 2 • Heden

15 5 10
                                    

DEEL 2,
HEDEN

••••••••••••••••••••
Hoofdstuk 4
••••••••••••••••••••

Ik kom de volgende ochtend met veel moeite uit mijn bed. Het is laat geworden gisteren, nadat ik nog met Olaf heb gechat. Ook hij werd niet veel wijzer van June's woorden. Ik heb heel de nacht liggen piekeren over de betekenis ervan, maar ben niet verder gekomen.
' Ik heb jouw leven juist eerder geruïneerd dan dat ik het heb gered'. Ik hoor het haar weer zeggen. Wat bedoelde ze daar mee?

Het is zo onlogisch allemaal. Ik had haar moeten vragen waarom ze me al die tijd heeft genegeerd na mijn vaders dood, maar door alle spanning ben ik dat vergeten.
Bovendien vraag ik me af of ze echt gaat verhuizen, als dat is wat ze bedoelde tenminste?

'Lev! Kun je even komen?'.
Ik schrik op uit mijn gepieker en schiet in mijn kleding. 'Kom eraan ma!' Roep ik terug.
Ik kijk kort in de spiegel. Mijn wallen zijn zo groot dat ze wel opgemerkt moéten worden. Jammer dan. Ik loop naar beneden en heb het idee dat ik ieder moment op de trap in slaap kan vallen. Tot het moment dat ik hen zie....

Meneer en mevrouw Steenwall zitten samen met een politie agent en mijn moeder aan onze keukentafel. Mijn ogen worden groot. June.... Wat heeft ze uitgehaald?

Mijn moeder klopt op de stoel naast haar. 'Kom even zitten Lev'. Het moment dat de politie kwam vertellen dat mijn vader een ongeluk had gehad dringt mij gedachten binnen. Ik voel een raar soort angst over me heen kruipen
'Ik moet naar school' antwoord ik.
Ze blaast zacht lucht uit door haar wangen. June's ouders kijken me vragend aan. Ik heb geen idee wat ze van me willen.
De agent staat op. Nu pas zie ik hoe groot hij eigenlijk is. Kalm steekt hij zijn grote reuzenhand naar me uit. 'Agent Jacobs'. Stelt hij zichzelf voor.
'Lev. Lev Scott'.
Hij knijpt hard in mijn hand en kijkt doordringend in mijn ogen. 'Neem plaats Lev'.

Mijn moeder weigeren is één ding, maar een deze agent weigeren lijkt me geen goed idee. Ik neem plaats naast mijn moeder, tegenover June's ouders.
'Goedemorgen' knik ik hen toe.
Peter, June's vader, zucht. 'Je kan het niet bepaald een goede morgen noemen Lev' zegt hij ernstig. Sabine, June's moeder, zucht. 'Peter' zegt ze bestraffend.

Wat is hier in vredes naam aan de hand?
Ik wissel een blik met mijn moeder, maar ze laat niks merken. Agent Jacobs ziet mijn verwarde blik en slaat zijn grote reuzen handen over elkaar. 'We trappen niet in dit spelletje Lev' zegt hij serieus.
'Welk spelletje?'.
Voor ik het weet legt hij met een klap een foto van June op tafel. 'June Ilse Steenwall, je bent gisteren met haar, rond middernacht, gezien achter haar huis'. Hij kijkt me doordringend aan.

Ik voel hoe het zweet me uitbreekt. Sabine kijkt me gespannen aan.
'Dat klopt' stamel ik. 'Hoezo?'.
Mijn moeder zucht zachtjes. 'June is vannacht verdwenen'.
Hoewel ik zoiets al vermoedde komt het als een mokerslag binnen. Ik dacht dat ze zou vertrekken. Met haar ouders. Niet alleen.
'Ik wil dat niemand achter me aankomt begrijp je dat?' Hoor ik haar weer vragen.

'Waar is ze heen?' Vraagt agent Jacobs. Ik slik. 'Ik heb geen flauw idee'. Hij grijnst minachtend. 'Vast'.
'Jij bent de laatste die haar gezien heeft Lev' zegt Peter. 'Enig idee waar ze heen is?'.
Ik schud mijn hoofd.
'Wat deed jij daar überhaupt zo laat nog met June?' Vraagt mijn moeder.
Ik voel mijn wangen rood worden. 'Ik.... Ehm....'. Ik weet geen zinnig woord uit te brengen.

Mijn moeder schudt haar hoofd en mevrouw Steenwall kijkt me afkeurend aan.
Ik sta resoluut op. 'Ik moet gaan'.
Voor iemand me tegen kan houden been ik het huis uit, de auto in. Ik weet dat het niet slim is om zomaar weg te lopen tijdens een gesprek, maar ik had geen idee wat ik moest zeggen.

Wanneer ik Logan ophaal licht ik hem in. 'Heftig gab' zegt hij.
Ik haal mijn schouders op.
We staren een tijdje voor ons uit.
'Ik ga haar zoeken' zeg ik dan. Ik weet dat ik het in een opwelling zeg, maar ik meen het wel. Ik ga haar zoeken.
'Dat is het domste wat je nu kan doen gab'.
'Weet ik'.
We kijken elkaar aan. 'Ik ga mee' zegt Logan dan.
Ik glimlach. 'Dat is wel het domste wat je nu kan doen....gab. Hij lacht. 'Weet ik'.

We hebben in de auto al besproken hoe we Olaf gaan overhalen om mee te komen. Voordat de les begint treffen we hem op het schoolplein. Wanneer hij met het argument komt dat hij school niet kan missen zeggen Logan en ik in koor: 'niet alle mensen die dwalen zijn verloren Olaf'.
Hij lacht. 'Oke dan.... Ik ga mee dwalen.... We gaan haar vinden'.

Samen lopen we de school in. Ik heb nog geen stap gezet of ik zie alle mensen naar me kijken.
Sommige lopen met een schoolkrantje in hun handen en wijzen me na.
'Wat the....' mompelt Olaf.
Logan grist de schoolklas uit iemand handen.
'Deze leen ik even' zegt hij.

Het is niet eens nodig om de hele krant door de speuren, want het staat mega groot op de voorpagina:
LEV SCOTT VERDACHT VAN VERKRACHTING JUNE ILSE STEENWALL

'Holy shit' mompel ik.
Olaf kijkt me met open mond aan. En Logan?
Logan slaat me op mijn schouder en zegt: 'dat had ik niet van je verwacht gab'.

Vrije Val ∞Where stories live. Discover now