Hoofdstuk 26: Tristan

1K 93 3
                                    

Tristan

Ik hou haar dicht tegen me aan. Ze heeft me gedeeltelijk gerust gesteld met haar kolk in mijn glas. Maar er komt iets aan. Ik voel het gewoon. Ze danst en ik beweeg mee. Haar hoofd legt ze tegen mijn schouder. Ik druk een kus op haar slaap. Ze merkt het niet eens. Gaat helemaal op in de muziek. Noëlle lacht naar me en ik grijns terug. Alex en Syenna staan naast ons. Het volgende nummer is sneller. Rowan pakt mijn hand vast en danst los van mij. Ik probeer het slechte gevoel weg te laten glijden en concentreer me op haar.

We zitten gemixt in de limo’s. Ik zit met Rowan, Noëlle, Senne, Dex, Tygo en Nova in de voorste limo. We hebben nog een fles drinken meegenomen uit de club en drinken nog wat achter in de auto. Plotseling gaat de chauffeur zachter rijden. ‘Paul? Waarom ga je zachter rijden?’ roep Noëlle naar de chauffeur. ‘We worden aangehouden.’ Noëlle komt met een ruk overeind, net zoals Senne en Tygo. Precies op dat moment komen we tot stilstand. We horen een gedempt gesprek aan het raam van de chauffeur. Het is even stil en dan wordt er op het achterraam getikt. Rowan drukt op het knopje om het raam naar beneden te laten. Mijn hart slaat een slag over. Een man met een witte cape staat voor het raam. Nuban. Rowans ogen worden ook groot en Noëlle slikt hoorbaar. ‘Goedenacht allemaal. Ik heb begrepen dat jullie naar Asaï Academy gaan?’ Rowan knijpt in mijn hand. Senne reageert. ‘Dat klopt.’ Zijn stem heeft een trilling. Dat hoor ik alleen omdat ik hem ken. De man knikt en denkt even na. ‘Ik ben op zoek naar een kind tussen de vijf en tien jaar oud. Mijn vermoeden is dat hij verborgen wordt gehouden op Asaï Academy. Hebben jullie dit kind gezien?’ Er valt een stilte in de auto. Ik staar naar mijn voeten. Dit is het einde. We zijn erbij. Dan begint Noëlle: ‘Nee.’ Zegt ze simpel. De man neemt haar op. ‘Weet je het zeker, meisje? Dit is heel belangrijk. Je mag geen informatie achterhouden voor de Nuban.’ Hij spreekt het uit alsof ze een enorme misdaad begaat. Wat ze technisch gezien ook doet. ‘Ik weet het heel zeker. Asaï is voor veertien- tot twintigjarigen. Ik denk dat een jonger kind wel was opgevallen.’ Terwijl ik naar mijn voeten kijk, schieten mijn wenkbrauwen omhoog. Noëlle en haar grote mond. Ik gluur door mijn wimpers naar haar. Ze heeft haar kin uitdagend omhoog naar de man. De man richt zijn blik van haar, naar ons allemaal. Hij kijkt de limo rond. ‘En iemand van jullie?’ De rest schudt langzaam zijn hoofd. ‘Ik ook niet.’ Nova kijkt de man strak aan. Dan knikt de man nog eens en wenst ons een fijne avond. ‘Het zou fijn zijn als jullie iets dergelijks zien, je contact met mij opneemt.’ Hij steekt zijn kaartje door het raam. Rowan pakt het kaartje aan en knikt naar hem. ‘Natuurlijk meneer.’ Dan verdwijnt hij in de nacht. Snel drukt Rowan op de knop en het raam glijdt dicht. Het is doodstil in de auto. Rowans blik gaat naar het kaartje. Even verstijft ze en dan laat ze het aan mij zien: John Lyons.

Voor het hek van de school stappen we allemaal uit. Nog steeds aangeslagen. We sluipen door het gat van het hek en daar worden we opgewacht door Isabel. De moed zakt in mijn schoenen. ‘Goedenacht dames en heren. Jullie mogen mij even volgen.’ Noëlle slaakt een diepe zucht en mompelt: ‘O, kom op. Zit er nog iets mee vanavond.’ We volgen haar in stilte. Ik heb Rowans hand vast en ze knijpt in de mijne.
Aangekomen in Isabel haar kantoor staan Rowan en ik redelijk verdekt achterin. We moeten het tegen haar zeggen. Rowan kijkt me vanonder haar wimpers aan. Waarom wil je alles opeens tegen haar zeggen? Ik schud mijn hoofd zo zacht mogelijk. In de hoop dat het niet opvalt. Niet alles. Alleen dat ze een vermoeden hebben dat Bran hier is. Hij is in gevaar. Rowan knikt haast onzichtbaar naar mij. Intussen is Isabel een preek begonnen over verantwoordelijk gedrag. Als ze klaar is stapt Noëlle naar voor. Ik schud mijn hoofd voor mezelf. ‘Nou sorry, maar ik vind het echt ronduit belachelijk dat we na tien uur niet uit ons huis mogen. We zijn allemaal achttien geweest. Ik begrijp best dat het niet kan voor de jongere kinderen, maar de regels zijn behoorlijk ouderwets voor ons.’ Weer kijkt Noëlle uitdagend. Alleen nu naar Isabel. Isabel kijkt net zo uitdagend terug als ze zegt: ‘Misschien hadden jullie gewoon toestemming moeten vragen.’ Noëlle haar blik veranderd in boos. ‘Net alsof we die hadden gekregen. Om naar een club te gaan.’ Ze trekt een ‘geloof-je-het-zelf’-blik. ‘Ik zal kijken wat ik met de regels kan doen. Nu naar je eigen huis.’ Ze wuift ons de deur uit. Iedereen loopt langzaam het kantoor uit behalve ik en Rowan. Hand in hand lopen we dichter naar Isabels bureau. Als ze ons in de gaten krijgt, kijkt ze verbaasd naar ons. Haar blik valt meteen op onze verstrengelde handen.

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu