Hoofdstuk 8: Tristan: Belediging

1.3K 118 8
                                    

Tristan: Belediging

Kom op Girl! Serieus? Is ze nu boos? Rowan! Waarom doe ik dit steeds? Gaat het ooit in een keer goed? Ik word kwaad op haar, kwaad op mezelf. Ik sta ook op en loop weg, terug naar Hambro. Ik ga op mijn bed zitten en denk na. Mijn ogen gaan langzaam naar de foto van mijn ouders en broertje. ‘Mam, ik wou dat je me kon helpen. Ik ben hier helemaal niet goed in.’ Ik val achterover op mijn bed en kijk naar het plafond.

Wat ben je aan het doen? Ik kan het niet weerstaan om tegen haar te praten en eerlijk gezegd ben ik ook allang voor haar gevallen. Jane Austen’s Pride and Prejudice aan het lezen. Ze leest klassiekers, verrassend. Lees je graag? Ik zie haar gezicht voor me. Ja, ik lees heel veel. Waar slaap je? Zo dat is een ontwapende vraag. Waar ik slaap? Ik grinnik in mezelf, ze durft wel hoor. Ja, je weet ook waar ik slaap. Die was direct. Hambro huis, boven in de eenpersoonskamer. Ik sta op van het bed en zet de cd-speler aan. Ik stop de cd van Oasis in de speler en stort weer terug op bed. Waarom wil je dat weten? Het blijft stil aan de andere kant, ik wacht af.

Maak de deur eens open. Wat zegt ze nu? Ze houdt me zeker voor de gek, toch sta ik op. Langzaam loop ik naar de deur. Voorzichtig doe ik de klink omlaag en kijk om de deur heen. Daar staat ze, in een legging met laarzen en een lang shirt met vestje. Supersexy. ‘Mag ik binnenkomen?’ Ze kijkt me aan met puppyoogjes en ik gooi maar al te graag de deur open.

‘Jezus, Rowan.’ Ze wurmt zich om me heen, een weg naar binnen. Snel duw ik de deur achter haar dicht. Dan valt haar oog op de tekening en ze kijkt ingespannen naar de tekening. ‘Dat is op de eerste lesdag.’ Haar stem is schor. ‘In het geschiedenislokaal.’ Ik kijk haar schuldbewust aan. Nu denkt ze vast dat ik een stalker ben. ‘De eerste dag dat ik je zag.’ Het klinkt bijna ademloos uit haar mond. ‘Niet de eerste dag dat ik jou zag.’ Ze draait zich naar me om en haar mond staat een stukje open. Langzaam stapt ze op me af. ‘Wat doe je?’ Dan drukt ze haar lippen hard op de mijne, dwingend en ik kus haar terug. Alles verdwijnt naar de achtergrond, het enige wat ik voel zijn haar lippen en de elektriciteit tussen ons in. Dan leg ik mijn vingers om haar polsen en duw haar een stukje weg van mij. ‘Nu ben ik in de war,’ zeg ik droog. The Masterplan van Oasis speelt op de achtergrond. Ik kijk in haar okerkleurige ogen, ze staart terug in die van mij. Zo staan we een paar minuten.

‘Wanneer zag je mij voor het eerst?’ Rowan doorbreekt de stilte met de vraag. ‘Eten in de kantine op de avond dat je aankwam op school.’ Haar mond valt weer een stukje open. ‘Ik zei toch dat je aan me trekt,’ zeg ik schouderophalend. Opeens wordt haar blik wanhopig, haar ogen stralen het uit. ‘Waarom zo? Waarom niet gewoon?’ Ik ga dichter bij haar staan en haal een lok weg uit haar gezicht. ‘Kijk eens naar jou en dan naar mij, denk je echt dat wij gewoon bij elkaar waren gekomen?’ Ze geeft me een harde duw. ‘Wat bedoel je?’ Gefrustreerd kijk ik haar aan. ‘Rowan, jij komt uit een heel ander gezin dan ik. Jij hebt alles wat je hartje begeert en ik heb niets. Geen ouders, geen familie, ik ben niet rijk, ik heb niet alles.’ Ze geeft me een zet, loopt om me heen, de deur uit, weg. Dit is frustrerend. Waarom loopt ze steeds van me weg? Ik loop naar buiten, ren naar de grenzen van de campus. Tijdens het rennen verander ik in een keer door in de kraai.

Drie uur later lig ik uitgeput in mijn bed. Ik ben niet gaan eten. Ik heb tweeëneenhalf uur gevlogen. Ik weet dat ze me zocht, want een aantal keer vroeg ze waar ik was. Ik heb niet gereageerd op haar. Het is duidelijk dat we niet bij elkaar horen. Haar leven is zo anders dan dat van mij. Hoe kunnen we elkaar ooit begrijpen? Uren lig ik nog te draaien voordat ik uiteindelijk in slaap val.

Dex zit al aan onze tafel als ik de kantine inloop voor het ontbijt. ‘Hey man, waar was je gisteren?’ Ik ontwijk haar tafel, kijk niet eens. ‘Moest even weg, wat regelen,’ mompel ik tegen hem. Bij het buffet haal ik ontbijt en gehaast loop ik terug. Tristan? Ik geef geen reactie en doe net alsof ik haar niet hoor. ‘Vanmiddag training?’ Dex knikt enthousiast naar me. ‘Vier uur. Dus je blijft in het team?’ Ik haal mijn schouders op. ‘Ik denk het wel.’ Ik weet anders toch niet wat ik moet doen en ik vond het eigenlijk best cool om te doen. Tristan, kom op. Ze klinkt wanhopig maar ik reageer niet. ‘Ga je mee naar de les?’ Dex knikt en staat op. Samen lopen we naar Frans.

Zielkrachten 1: VerbondenWhere stories live. Discover now