Hoofdstuk 1: Rowan: De normale gang van zaken.

2.9K 145 20
                                    

Rowan: De normale gang van zaken.

De eerste dag van het nieuwe schooljaar begint weer. Ik sta thuis nog voor de spiegel, vanwaar mijn gefrustreerde spiegelbeeld terug staart. Mijn haar wil niet doen wat ik wil. Uiteindelijk slaak ik een diepe zucht en laat het maar als een gordijn over mijn schouders vallen.

Eindelijk kan ik terug naar school, wat eerlijk gezegd een opluchting is. Ik voel me meer thuis op school dan op het landgoed van mijn ouders, de somberheid die hier hangt is overweldigend. Dat was vroeger niet zo. Snel schud ik het gevoel van me af en loop naar beneden.

Mijn vader staat in de hal en doet net zijn jas aan.

‘Ben je klaar, Rowan?’ Ik knik en pak mijn Michael Kors jas van de kapstok en trek hem aan.

Achter mijn vader aan, sjok ik naar de Audi, terwijl ik nog kort omkijk naar het huis. Mam is niet eens gekomen om gedag te zeggen, dat doet steeds weer pijn. Ik weet inmiddels dat ze het niet doet, want ze heeft andere dingen aan haar hoofd maar toch, ik ben ook haar dochter.

Ik stap achter in de auto en mijn vader achter het stuur. Ik moet nog steeds achterin, waardoor mijn vader een chauffeur lijkt. Ik rol met mijn ogen als ik erover nadenk, het is zo kinderachtig. Ik haal mijn telefoon uit mijn zak en stop de oordopjes in mijn oren. Geen zin in de ongemakkelijke stilte die gaat komen, die wil ik vermijden. De muziek zet ik hard, daarmee sluit ik alles buiten. Mijn vader, mijn thuis en de oubollige muziek die uit de autoradio komt.

Mijn vader en ik hebben nooit goed met elkaar overweg gekund. Misschien omdat ik meer op mijn moeder lijk dan op hem. Mijn vader is tovenaar en hij had graag gehad dat ik zijn krachten had geërfd, maar helaas voor hem, heb ik de telekinetische krachten van mijn moeder. Onze relatie is verergerd sinds Robbs dood. De sfeer in het algemeen is minder thuis, sindsdien.

Ik probeer mijn gedachten uit te schakelen, dus ik leg mijn hoofd tegen de steun. Lifehouse zingt hard in mijn oren en uiteindelijk gaat mijn verstand op nul.

Ik ben blij als ik de poorten van Asai Academy door de ramen van de auto zie. Het gietijzeren gebogen hek is vertrouwd en betekent rust voor mij. Ik kan daar zijn wie ik ben.
De auto rijdt de ronde oprijlaan op, richting het centrale plein met de fontein. Het grind knispert onder de banden van de Audi. Op het plein voor het hoofdgebouw, komt de auto langzaam tot stilstand en mijn vader trekt de handrem aan. Zodra we stil staan, stap ik uit en kijk ik op naar het grote statige gebouw dat ergens uit 1800 stamt. Thuis, denk ik bij mezelf en slaak een zucht.
Mijn vader haalt mijn koffer uit de kofferbak en zet hem voor me neer.

‘We zijn er weer.’ Een snelle omhelzing en dan stapt mijn vader weer in. Dat was het voor mijn afscheid, geen uitbundige omhelzingen, geen hulp met mijn koffer. Niets, dit is het. Ik kijk hem afwezig na.

Ik zie mijn vaders zilvergrijze Audi nog in de verte als Noëlle aan komt rennen. Nou ja, wat je rennen noemt. Ze loopt op hakken, dus ze doet haar best op het grind. Haar koffer zwiept achter haar aan. Het is lachwekkend om te zien.

‘Ik mocht de auto mee naar school nemen!’ schreeuwt Noëlle, nog voor ze bij mij staat, met een opgewekt gezicht.

‘De Volvo? Mocht je die meenemen? Dat had ik echt niet verwacht!’ roep ik terug naar haar, met verbazing in mijn stem. Ondertussen probeer ik het neerslachtige gevoel van thuis van me af te schudden.
‘Nu kunnen we af en toe naar het dorp als we toestemming krijgen,’ zeg ik erachter aan. Noëlle zet haar koffer naast die van mij en slaat tegen mijn kont.
‘Juist! Jij snapt het.’ Ik word rood en mijn ogen groot.
‘Blijf van mijn kont af,’ sis ik tegen haar. Ik probeer haar boos aan te kijken, maar Noëlle zet lachend haar Givenchy zonnebril op haar neus.
‘We zijn weer thuis Ro!’ Ze kijkt, door haar zonnebril, naar het hoofdgebouw. Die opmerking laat mij grijnzen, want ze heeft helemaal gelijk. Vijfdejaars, ouderejaars, eindelijk!

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu