E I G H T E E N

3.6K 151 51
                                    


Ik probeer zonder Tobias wakker te maken op te staan. Ik kleed me snel aan en loop zachtjes naar beneden. 'Damn it!' Roep ik zachtjes. Waarom moet ik net op een moment dat je stil probeert te doen je kleine teen stoten aan de keuken tafel?

Voorzichtig trek ik alle keukenlades open tot ik een huissleutel gevonden heb en iets wat lijkt op een fietssleutel. Ik trek m'n schoenen aan en loop naar de schuur. 'Oké, van welke fiets is deze sleutel?' Mompel ik. Ik kan kiezen uit vier bijna dezelfde mannen fietsen, twee vrouwen fietsen en een kinderfietsje. Ik steek de sleutel in de middelste mannen fiets. Ik krijg hem er niet verder in dan dat ik verwacht had. 'Oké let's hope this is the good one.' Praat ik tegen mezelf. Voorzichtig steek ik de sleutel in het slot van de andere mannen fiets.

Na vijf pogingen blijft alleen maar het kinderfietsje en een oude versleten vrouwenfiets over. Ik wurm de sleutel in het gat van de versleten fiets en hij draait moeiteloos om, wat ik niet had veracht bij zo'n krakkemikkige ding.

De fiets trek ik uit de schuur gooi m'n been over het zadel en trap richting de stad.

Na tien minuten fietsen parkeer ik de fiets voor de Etos, aan de achterkant van de stad, want de rest zit allemaal nog dicht.

Ik stap de Etos binnen en zie al snel de afdeling met haarverf. Een hele muur vol waar ik uit moet kiezen. Het gedeelte met de normale kleuren negeer ik volledig en loop door naar de awesome weird ass kleuren.

'Kan ik je ergens mee helpen?' Ik draai me om en daar staat een meisje van mijn ongeveer leeftijd met een Etos shirt aan. 'Nee hoor, ik zoek een kleur voor de haren van m'n vriend.' Het meisje blijft stil en observeert me volledig. Ik sta me een beetje ongemakkelijk te voelen voor en rek met haar verf. 'Ik denk dat ik deze maar neem.' Ik pak een willekeurig pak uit het schap en wil weg lopen. 'Wacht,' ik draai me weer om naar het meisje. 'Ben jij niet die jongen van Tobias? De reden dat hij nu niet meer bij ons zit in de pauze.' Alles in mij roept: awkward. 'Zou best kunnen. Mag ik nu afrekenen?'
*

'Waar kom jij vandaan?' Ik gooi de deur achter me dicht. 'Vanaf buiten.' Ik trap m'n schoenen uit. Spring over de bankleuning heen en plof naast Tobias neer op de bank. 'Hoe kom je überhaupt aan een sleutel? Ik heb niet eens een eigen huissleutel.' Met een grijns zeg ik, 'Ik heb zo mijn connecties.'

'Zin in ontbijt? Ik heb toast gemaakt.' Tobias staat op en loopt naar de keuken. 'Tuurlijk.' Ik loop achter hem aan.

'Hoe gaat het met je hoofd trouwens?' Hij draait het broodje om in de pan. 'Wel oké, maar ik zeg geen nee tegen een paracetamol.' 'Je weet de drugs te vinden. Boter er op?' Tobias draait zich om.

Daar staat hij met de pan in zijn hand in een blauwe ruitjes pyjamabroek. Z'n haar zit nog als een vogelnest op zijn hoofd. Hij heeft een oversized sweater aan. Goddelijk dus.

'Hallo. Aarde aan Brandon. Wil je er boter op?' Tobias knipt met zijn vingers voor mijn hoofd. 'Uh sorry wat?' Ik schrik wakker ui mijn gedachtes. 'Of je worst lust?' 'Niet op m'n toast. Doe maar boter.'

Ik trek wat keukenkastjes open, op zoek naar een tafelkleed. Natuurlijk ligt hij in het laatste kastje waar ik kijk. Zoal gewoonlijk, want ik kan niet zoeken. Ik zet twee boorden op tafel, twee kopjes met thee en wat broodbeleg. Ik ga achter Tobias staan. 'The table is ready my dear.' Fluister ik in zijn oor. Beiden gaan we aan de tafel zitten en zwijgen voor wat een eeuwigheid lijkt te duren.

'Maar waar was je heen vanochtend?' Onderbreekt Tobias de stilte. 'Weet je nog dat je vannacht zei dat ik je haar mocht doen?' 'Ja dat weet ik nog.' Tobias neemt een hap van zijn brood. 'Ik heb haarverf gekocht.' Tobias' ogen worden groot. 'En ik ga niet zeggen welke kleur,' Ik steek mijn tong uit en stop het laatste stukje toast in mijn mond. 'Dus als ik jou was zou ik maar even je haar gaan wassen en een oud shirt aantrekken.' Tobias staat op.

'Echt Bran als het afschuwelijk word vermoord ik je.' Snauwt hij. 'Geloof me je wilt een moord op zo'n geweldig persoon als dit hier echt niet op je geweten hebben.' Ik zwaai met mijn handen wild om me heen.

Wanneer ik merk dat Tobias met opgetrokken wenkbrauw naar me aan het kijken is, druk ik snel kusje op zijn wang. 'Hmpf,' Klink het tegen mijn sweater aan. 'dat zien we nog wel.' Tobias kijkt me diep in m'n ogen aan. 'Wie had hier ook al weer een ochtendhumeur?' Vraag ik lachend.

Nu ontstaat er toch een flauwe glimlach op Tobias' gezicht. 'Ondanks je stupid plannen, blijf je een schatje.' 'Precies.' Antwoord ik. Tobias loopt de trap op naar boven en ik ruim de tafel af.

'I'm ready, denk ik.' Roept Tobias van boven af de trap. 'Mooi, dan mag je nu plaats nemen in de Limited Edition kapper brandizo.' Ik houd mijn linkerarm voor m'n bord en de rechter als een sorry van halve ballerina pose boven m'n hoofd.

'Creatief Bran, creatief. Vooral die pose. Mag ik een foto maken?' Voordat ik antwoord kan geven hoor ik zijn telefoon al klikken. 'Zolang je hem op insta plaatst mag je de foto houden. En nu ga je op die stoel zitten.' Ik trek een stoel naar achteren en duw Tobias er op. 'Waf.'

Tobias vist mijn telefoon uit m'n zak en opent spotify. 'Jeetje, al weer zo creatief.' Hij scrolt door de playlisten heen, zet een liedje aan en begint vrolijk mee te zingen. Ik hum en beetje en spuit de verf in een bakje.

'You are ready?' Vraag ik. 'Heb ik überhaupt een keuze?' Antwoord hij. 'Nope.' Ik gooi een kwak verf op zijn hoofd. 'Jezus dit is verdomt koud.' Roept Tobias. 'Niet zeuren we zijn bijna klaar.' 'Kom op dude je bent net begonnen.' Ik negeer hem en maak nog een pluk roze.

Wanneer drie kwart van Tobias' haar gedaan is trilt mijn telefoon. 'Open jij hem even, mijn vingers zijn roze.' 'Roze! Je hebt mijn haar roze geverfd?' Roept Tobias verward. 'Ha fuck.' Ik ben zeer teleurgesteld in mezelf. 'Haal het er uit Bran!' Tobias wappert als een kip zonder kop met zijn handen naast z'n hoofd. 'Ja hallo dat gaat lekker. Maar het is spoeling, ik heb nog wel iets rekening met je gehouden, over twee weken is het er uit. Maar wat staat er in dat berichtje?' Verander ik van onderwerp.

Tobias ontgrendelt m'n telefoon en gaat naar WhatsApp. Ik smeer nog wat verf op het laatste blonde stukje haar. 'Berichtje van Daniël,' Tobias draait het scherm mijn kant op. 'Hij wilt mijn nummer en vraagt of we morgen avond kunnen.' 'Morgen is het zondag toch?' Ik lees het berichtje. 'Ja.' 'Ik kan wel. De verf zit er in by the way.' 'Mooi want het jeukt als de pest.' Tobias beweegt zijn hand naar z'n hoofd maar ik sla hem weg. 'Niet krabben. Ga Daniël maar appen dat we kunnen.'

'Je douch is klaar voor gebruik.' Roep ik van uit de badkamer. 'Helemaal niet want jij staat er nog niet onder.' Klinkt het terug.

Ik trek mijn broek en shirt uit en stap onder de douch. 'Nu wel!' Roep ik weer naar beneden. 'Jeetje je hoeft niet zo te schreeuwen ik sta gewoon op de gang.' De deur gaat open en daar verschijnt het roze hoofd van Tobias.

'Je weet dat je je sokken nog aan hebt hè.' Ik knik, verbaast over het feit dat hij m'n sokken opmerkt maar niet m'n boxer, die hij onderhand zelf ook al uit heeft. 'Hé staren is onbeleefd.'  Met moeite trekt Tobias het shirt over zijn hoofd zonder het roze te maken. 'Doe je dat ding nog uit of wat,' hij wijst naar m'n boxer. 'Ik ga niet alleen lekker naakt lopen zijn.' Hij geeft me een knipoog.

Met moeite trek ik m'n boxer uit en gooi hem over het muurtje heen. Ik voel me zeer ongemakkelijk.

'Je hoeft je echt niet ongemakkelijk te voelen hoor. Ik las ergens dat de meeste mensen met seks beginnen op hun zestiende, jij bent zeventien en ik negentien, dit is dus vrij normaal. Het water heeft je pik trouwens echt al wel eerder gezien als je daar soms bang voor was.' Zegt Tobias lachend terwijl hij ook onder de douch stapt.

'Nou spoel uit die handel.' Ik druk Tobias hoofd onder de kraan en smeer wat shampoo in z'n haar.

'Staat je goed schat.' Ik bekijk hem van top tot teen. M'n blik blijft iets langer bij z'n middel hangen, wat me een speelse mep voor m'n hoofd oplevert.

'Die sokken staan je ook goed.' Met een rood aangelopen hoofd kijk ik Tobias aan. 'Douch je vaker met sokken aan?'

Ik geef geen antwoord op zijn vraag maar leg mijn handen in z'n nek en druk m'n lippen vol op die van hem. Even stribbelt hij tegen maar beantwoord de zoen dan door gulzig terug te zoenen.

Het ijs OpWhere stories live. Discover now