Hoofdstuk 41

82 10 4
                                    

Met een schok draaien we ons om. Wat? Was? Dat?

Het blijft net als de vorige keer doodstil. Het lijkt alsof iedereen zijn adem inhoud. Wat is dit in vredesnaam voor bos? Ik kijk Lars aan en hij kijkt terug. 'Wat was dat?' vraagt hij fluisterend. 'Ik hoorde het de vorige keer ook. Toen rende er een eekhoorn weg, maar die zie ik nu niet.' 'Het klonk alsof er een tak op de grond viel.' antwoordt Lars zachtjes. Het geluid galmt door mijn hoofd en ik moet toe geven: hij heeft gelijk.

Dan schiet er iets over onze hoofden en we krimpen in elkaar. Met een zacht plofje blijft er iets op het pad liggen. Lars loopt er heen. 'Een buisje.' 'Het was iets anders. Dat weet ik zeker. Er vloog geen buisje over ons hoofd. Het was groter.' antwoord ik. Lars knikt. 'Klopt.' Hij pakt het buisje op. 'Er zit papier in.' Op eens krijg ik een gedachte. Wat als...? Ik denk er niet over na en trek het buisje uit zijn handen. Ik laat het op mijn hand liggen en het buisje zweeft omhoog. Met mijn andere hand laat ik het papier eruit komen. Ik grijp het papier vast en maakt het open.

'Ik waarschuw je. Kom hier niet meer terug. Die ene keer was al een vergissing. Zie ik je hier nog een keer, dan heb ik je gewaarschuwd.'

Er staat geen afzender onder. Onbeleefd. Ik bekijk het buisje terwijl het zweeft. Er staat niks op. Ik kijk er in en zie een klein mechanisme zitten. Zie je wel. Ik ren naar Tessa. 'Wacht even. Dit is een bom. Ik gooi dit even in de zee. Ben zo terug. Of, wacht. Ga maar mee.' Lars knikt en rent achter haar aan. Ik spring op Tessa en Lars volgt.

Ik druk mijn hakken tegen de buik van Tessa en laat haar aan galopperen. Dan stuur ik omhoog. De koude wind komt me tegemoet. Ik let er niet op en binnen een minuut hangen we boven de zee. Ik bal mijn hand tot een vuist en het buisje vliegt door de lucht naar beneden. Met een plons komt het in het water terecht. Precies op dat moment ontploft het. Water spuit omhoog en de spetters vliegen door de lucht. Met een zucht kijk ik naar het papier in mijn hand. 'Blijkbaar is er iemand die weet wie ik ben. Iemand die mij maar al te graag dood wil hebben.' Ik stuur terug naar het land en land bij de kust. 'Ik hoop voor je dat je me nu wel gelooft?' Lars knikt. 'Zeker weten.'

'Meiden! Komen! Nu!' Het klinkt als een kanonschot. Bam. Knal. Beng. Kiki, Noortje, Floortje en Milou komen aanrennen. 'What's up?' 'Lars en ik zijn net aar het bos geweest.' 'Echt? Dat is een interessante ontwikkeling.' Kiki kijkt geïnteresseerd. 'Doe effe normaal, Kik. We zijn naar het bos gegaan waar ik wakker werd.' 'En viel.' vult Floortje aan. Ik schud mijn hoofd. 'Niet waar ik viel. Luister. Ga even zitten.'

'Luister. Ik zei dat ik iemand zag. Ik ben boos weg gevolgen naar het bos op het te bewijzen. Toen ik daar was, kreeg ik een flashback. Ik viel vóór het bos en niet ín het bos. Ik werd wakker in het bos. Dat is alleen al vreemd. Toen ik op de plek was waar ik wakker werd, vond ik een stukje van een of andere Nationale Krant van Beccon. Toen ik terug kwam stond Lars boos te zijn op mij en toen heb ik hem gekidnapped en het later zien aan hem. Toen we op de plek waren waar ik wakker werd, hoorden we gekraak. Dat hoorde ik ook toen ik er alleen was en toen rende er een eekhoorn weg. Dat gebeurde niet. Het klonk alsof er een tak viel. Toen vloog er iets over ons hoofd. Het was groot. Het leek op een grote roofvogel. Toen hoorde we een plofje op het pad en zagen we een buisje liggen. Toen Lars het pakte, schoot er opeens door mijn hoofd dat het een bom zou kunnen zijn. Er zat in het buisje een briefje. Daar stond op...'

Ik kuch overdreven en trek een serieus gezicht.

'Ahum. "Ik waarschuw je. Kom hier niet meer terug. Die ene keer was al en vergissing. Zie ik je hier nog een keer, dan heb ik je gewaarschuwd." En zonder afzender! Weet je wel hoe onbeleefd dat is? Maar anyway. Ik zag in het buisje bij toeval een mechanisme zitten. Ik ben gelijk, samen met Lars, op Tessa gesprongen en heb het, net op tijd, in de zee gedumpt. Toen het in het water viel, ontploft het. Iemand zit achter me aan. Please, geloof me!'

Lars knikt. 'Ik geloof haar.' 'Dan geloven wij haar ook.' antwoordt Kiki. Ik haal opgelucht adem. Gelukkig. Tijd om mijn ouders te vinden. En om dat rare mens van Beccon, ofzo, eens even goed de waarheid te vertellen.


HAY, HAY, HAYYYY! ECHT, IK BEN ZO BLIJ MET JULLIE! WE ZIJN BIJNA BIJ DE 2K! IK BEN HIER AAN HET RONDRENNEN EN AAN HET TYPEN. WACHT, DAT KAN HELEMAAL NIET. HOE KAN DAT? IK BEN RAAR. MISSCHIEN BEN IK WEL EEN HEKS? WEIRD! "

MAAR GOED, ANYWAY: HOE GAAT HET MET JULLIE, MENSJES? LEVEN JULLIE ALLEMAAL NOG VAN HET SCHOOLLEVEN? IK NIET. OF TOCH WEL. NEE, WACHT. IK BEN EEN ZOMBIE-VAMPIER!

ERGER JE ALSJEBLIEFT NIET AAN MIJ, IK HEB WAT MET DE CAPS LOCK.

-VOTE?

-FOLLOW?

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX EVAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

The Lost Princess (VOLTOOID!)Where stories live. Discover now