8 Black and White

273 20 20
                                    

Pov Ronald
Al mijn hele leven is alles twee kleuren, niet bij iedereen is dit zo. Mijn ouders zien échte kleuren, want zij hebben hun soulmate's al ontmoet. Joost en Link hadden de eerste dag van de middelbare kleuren en Milan en Don begin dit jaar. Ik ben best jaloers, maar ik ben blij dat Harm ook zijn soulmate nog niet heeft. En hoe weet je wie je soulmate is? Als je elkaar aanraakt dan veranderd alles in echte kleuren, dan is het niet meer alleen zwart/wit. Ik heb zovaak iedereen van deze school een hand gegeven, stiekem aangeraakt of wat dan ook, maar niks. Geen kleur! "Ronald, kom je?" hoor ik Link vragen, hij heeft Joost zijn hand beet en ze zien er vrolijk uit. Ik knik en loop dan achter ze aan, ook al hebben ze elkaar al gevonden, het blijven mijn vrienden. Toch ben ik het best bevriend met Harm omdat hij ook nog niemand heeft. Maar waar is hij, de eerste bel is al gegaan! Wanneer we het lokaal binnen komen zie ik Harm met een nieuwe jongen zitten, wie is hij? "Kijk Joost! Hij heeft ook blauwe ogen, net als jou!" hoor ik Link zeggen, en ze lopen naar de jongen toe. Ik voel iets breken van binnen. Ik weet niet hoe blauw eruit ziet. Ik weet niet hoe de wereld er in kleur uitziet. "Link Joost!" schreeuwt Harm, blijer dan normaal. "Kijk, dit is Jeremy, mijn soulmate!" De 'Jeremy' staat ook op en geeft een hand aan Link en Joost, dan glimlacht hij naar mij en geeft mij ook een hand. Voor mij zijn zijn ogen nog gewoon zwart. Alleen maar zwart. Harm heeft zijn soulmate ook al gevonden, waarom ben ik de enige die dat niet heeft? Ik zucht en ga op mijn plek zitten, terwijl de vier jongens blij aan het kletsen zijn, en klef aan het doen zijn zie ik Célina en Stephanie binnenkomen, die twee zijn beste vriendinnen, iedereen denkt dat ze soulmates zijn, maar ze laten niks los. Ze gaan op de plaatsen achter mij zitten en ik kijk zielig voor me uit. De rest van de klas komt ook met z'n allen binnen en dan beginnen we met de les. 

Na school hebben de jongens afgesproken met z'n allen, maar ik wil niet gaan, ik hoef niet te zien hoe zij met z'n allen vrolijk zijn en kleuren kunnen zien. "Omg, mijn fiets is blauw!" hoor ik Jeremy lachen. Weer zucht ik, mijn fiets is wit, dat weet ik omdat mijn ouders het hebben verteld. Als ik kleuren kan zien ben ik van plan om een nieuwe fiets te kopen, of met graffiti kleuren op deze te spuiten, dat geeft denk ik een cool effect. Maar ik kan er nu niks mee, want ik kan geen fucking kleuren zien hè? Ik fiets van het schoolgebied af richting mijn huis. In de straat naast ons staat een verhuiswagen, er stapt een jongen uit de wagen en hij ziet me fietsen, we hebben even oogcontact en hij glimlacht naar me. Ik glimlach zachtjes terug, hij is knap, zelfs al kan ik niet alles van hem zien. Ik fiets verder naar mijn huis en zet mijn fiets op slot in de tuin. Dan open ik de voordeur. "Er komen nieuwe mensen in de straat naast ons wonen." zeg ik tegen mijn ouders, daarna loop ik naar boven om verder nog echt iets te zeggen. Achter me hoor ik mijn ouders praten over een cadeau voor de nieuwe buren. Ik zucht, ik mag straks sowieso uit mijn huis gaan. Ik ga naar mijn kamer en val moe op mijn bed neer. Wat als ik loner doodga? Mijn hele leven zwart wit heb geleefd? Ik sta langzaam weer op en ga aan mijn bureau zitten. Mijn oudere broer heeft al een meisje gevonden, ze passen perfect bij elkaar. Allebei zeker van zichzelf. Ik pak mijn Duits schrift, en boek, en begin dan aan mijn huiswerk te werken. 

Na een tijdje wordt ik naar beneden geroepen door mijn ouders. Ik dacht al, waarom roepen ze me nou niet? Ik loop naar beneden, beetje ongeïnteresseerd, maar ik wil eigenlijk die jongen nog wel eens zien. "We gaan naar die nieuwe buren, dus doe je schoenen aan." wow, waar is de aardigheid gebleven? Ik zucht en loop naar boven om mijn schoenen aan te doen en mijn telefoon. Wanneer ik klaar ben loop ik weer terug naar beneden en zie ik daar mijn ouders al klaar staan voor de deur. Ik zucht en loop voor ze naar buiten om ze naar het huis te lijden, ik hoor de deur dicht slaan en begin te lopen. Wanneer ik bij hun huis aankom blijf ik staan, de verhuiswagen staat nog buiten, ik draai me om en zie dat mijn moeder chocolaatjes in haar hand heeft, wacht, waren die van ons geweest als deze nieuwe mensen hier kwamen wonen? Ik laat een zielig geluidje horen en mijn ouders lopen voor me uit en bellen aan. Ik blijf ongemakkelijk erachter staan, ik weet dat ik dat joch nogmaals wou zien maar ik ken deze mensen toch niet! Ik zie dat de deur wordt geopend door een vrouw iets jonger dan mijn moeder. Ik heb geen flauw idee welke kleur ogen of haar ze heeft, maar het zou vast wel mooi zijn ofzo. Ze laat ons naar binnen en stelt me voor aan haar zoon, Pascal, hem zag ik al eerder op de fiets. Hij glimlacht naar me, ik heb de neiging om hem aan te raken. Ik voel me echt tot hem aangetrokken, misschien is hij mijn soulmate? "Zullen we naar boven?" vraagt hij met een lieve glimlach. Ik knik en hij loopt de trap op. Ik schop snel mijn schoenen uit en ga dan achter hem aan. Zijn kamerdeur staat nog open. Het is een best donkere kamer, misschien donker blauw? Of is het wel echt zwart? Weet ik veel! Pascal merkt dat ik naar zijn muren kijk en moet lachen. "Heb jij je soulmate ook nog niet?" vraagt hij. Ik schudt mijn hoofd en ga naast me zitten. "Mag ik?" vraagt Pascal dan zacht, en hij houdt zijn hand boven die van mij ik knik en zie dat Pascal zijn ogen sluit, snel doe ik hetzelfde. "Bij drie openen we onze ogen." hoor ik Pascal zeggen. Hij telt af en bij drie open ik mijn ogen. Boem! Kleuren! "OMG!!" schreeuwt Pascal keihard, en daarna omhelst hij me waardoor ik achterover op zijn dekbed val. Zijn dekbed is geen zwart of wit, maar een felle kleur. Hoe heet dit? "Welke kleur is dit?" vraag ik aan Pascal wanneer hij me loslaat. "Wacht, nee, ik weet het eigenlijk niet, kom we gaan over kleuren vragen!" ik ken hem niet eens, en hij is idioot druk! Hij springt van zijn bed af en pakt mijn hand beet. Dan lopen we samen naar onze ouders, die vrolijk aan het praten zijn. Mijn ouders zien er nu ook zo anders uit! Ik voel dat Pascal naast me bijna op en neer begint te springen. Ik kijk even naar hem en zie dat hij tranen in zijn ogen heeft. Ik moet lachen, allebei onze ouders kijken ons hierdoor aan. "Mam! Welke kleur is mijn dekbed?!" schreeuwt Pascal. Zijn moeder kijkt hem vragend aan. "Waarom schat?" vraagt ze. Pascal krijgt nu de grootste glimlach ooit en begint echt bijna te huilen. "Ik... Ik kan kleuren zien!" zegt hij blij. Zijn ouders schrikken en krijgen dan ook een glimlach op hun gezicht. Ik sla mijn arm om Pascal heen en hoe hem voorzichtig tegen me aan. "Welke kleur zijn mijn ogen Ronald?" vraagt Pascal zacht aan mij. Ik moet lachen. "Ik ken al die kleuren toch ook niet Pascal." zeg ik met een grijns, ik kijk hem aan in zijn ogen. Het is niet zomaar één kleur. Het zijn er meerdere, en ik weet niet eens welke. "Wacht even, ik heb hier wel een boek voor jullie!" zegt de vader van Pascal, en hij staat op, daarna loopt hij weg. Ik blijf naar Pascal staren, die nog steeds veel te vrolijk is. Na een tijdje komt de vader van Pascal terug en geeft ons een boek. "Hier staan alle kleuren die wij kennen in met de namen, veel succes." En hij geeft mij een schouderklopje, en een knipoog naar Pascal. Pascal kijkt vrolijk naar het boek in zijn hand en trekt mij dan weer vrolijk mee naar boven, daar gaan we weer op zijn bed zitten. "Eerst wil ik weten welke kleur mijn ogen zijn!!" schreeuwt Pascal. "Heeft niemand je dat ooit verteld?" vraag ik. Pascal schudt zijn hoofd. "Geen van mijn vrienden had ooit kleuren gezien en mijn ouders wouden het niet zeggen." zegt hij terug. "Als je een spiegel hebt kan je kijken." hij kijkt mij aan. "Omg je hebt gelijk!" schreeuwt hij, en dan springt hij op en rent hij naar een andere kamer. Daar hoor ik een gil van blijdschap. Ik loop snel naar hem toe met het boek, voor als hij zijn kleur ogen ook nog wilt opzoeken. Dat ik wel wil trouwens. Hij kijkt blij naar zijn eigen ogen in de spiegel. Ik kijk ook in de spiegel. Mijn ogen zijn dezelfde kleur als mijn haar. Pascal zijn haarkleur is gelijk aan die van mij maar iets lichter, en zijn ogen? Die zijn gewoon prachtig. Ik open het boek in mijn handen en blader door totdat ik iets vind dat op de kleur van Pascal's ogen lijkt. "Blauw?" vraag ik in mezelf. Nee, dit is echt niet alleen blauw. Ik blader verder en kom bij Groen. Die twee samen heten Auqa ofzo. Dat lijkt er wel meer op. Mijn ogen zijn bruin en hetzelfde geld voor mijn haar. "Ronald, ik ben zo blij!" schreeuwt Pascal nogmaals. Ik moet lachen. "Ik ben het ook Pascal." zeg ik, Pascal gaat op zijn tenen staan en geeft me een kus op mijn mond. "Zo kan ik wel van je houden." zegt hij, en hij grinnikt zachtjes, dat echt enorm schattig is. Ik glimlach zachtjes terug en geef hem weer een knuffel. "Ik hou ook van jou hoor." 

-Vijf jaartjes later :D-

Pov Pascal
Vrolijk loop ik naar huis vanaf de dag die ik heb gespendeerd met de jongens, behalve Ronald. Ronald was namelijk op vakantie! EN VANAVOND KOMT HIJ WEER TERUG! Spanje is best ver hoor! Dus ik wil hem gewoon weer zien... Door hem kan ik kleuren zien en... ik wil hem gewoon weer zien. Wanneer ik voor mijn deur sta bedenk ik me dat ik mijn sleutel niet heb en bel aan. Niemand is thuis. Ik laat een geïrriteerde kreun horen en draai me dan om om naar het park te gaan, daar voel ik me tenminste niet zo alleen op het moment. Ik loop er vrolijk heen en ga dan naast het water zitten op een bankje. Ik kijk een beetje om me heen en opeens wordt alles om me heen zwart/wit. Ik schrik. Wat is er gebeurd? Ik schrik en ren naar huis, ik kreeg het toen ik Ronald ontmoette, zou dit betekenen dat...? Nee dat mag niet! De deur van mijn huis staat nog open. "MAM PAP HOI DOEI!" schreeuw ik verdrietig, daarna ren ik verder naar boven, naar mijn kamer. Aan de muur hangen foto's van Ronald en mij. Ik begin te huilen en pak mijn telefoon van mijn bureau, is er... ergens een vliegtuig neergestort? Ik krijg een nieuwe melding van de site waar ik op zit, een vliegtuig van Spanje naar Nederland is neergestort, geen overlevenden. Ik begin harder te huilen en gooi mijn telefoon op mijn bed. "Waarom...?" fluister ik zacht tegen de vloer. Ik leg mijn gezicht in mijn handen en probeer helder te denken. Is hij echt dood? Ik kan niet zonder hem... ik ik... Ik wil niet zonder hem leven! Ik kijk op en zie dat Ronald op alle foto's oplicht, zijn eigen kleuren, en voor de rest is alles zwart/wit. Hij is dood... Ik weet het nu zeker. 

------------------------------------

NOOOOO RONALD D:

2000 woorden <3

XX Stephanie

Ronscall One ShotsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu