Hoofdstuk 1: Rowan: De normale gang van zaken.

Start bij het begin
                                    

Op het moment dat we naar ons huis willen lopen, komen we Kris tegen.
‘Dag dames.’ Het komt er neerbuigend uit, zoals alles er bij Kris neerbuigend uitkomt. Zijn donkere krullen vallen wat langer rond zijn gezicht, dan voor de vakantie. Noëlle zet de zonnebril op het puntje van haar neus zodat ze hem over de rand aan kan kijken.
‘Dag Kris.’ Ze trekt haar wenkbrauwen op, benieuwd wat hij nog meer te zeggen heeft. Ik draai me niet naar hem om, want ik heb niet veel met Kris en zijn bijdehante opmerkingen. Alex komt aanrennen, tevoorschijn komend vanachter haar broer. Kris rolt met zijn ogen als hij zijn zus hoort aankomen en loopt door.
‘Ik zag de auto op de parkeerplaats! Je hebt hem mee mogen nemen!’ Alex haar krullen wippen op en neer naast haar gezicht. Ze schuift haar zonnebril op haar hoofd als Noëlle met een uitgestreken gezicht knikt.

Alex gaat verder: ‘Eindelijk zie ik jullie weer. Ik werd echt gek van die broer van mij.’
Ik schud mijn hoofd: ‘Ik snap niet dat jullie een tweeling zijn.’ Alex sluit aan naast Noëlle en samen lopen we naar Raglan. Noëlle draait de deur van het slot. Het is nog rustig binnen, alleen Ally zit op de bank een boek te lezen.
‘Hallo dames,’ zegt ze beheerst. Haar ogen blijven op het boek gericht. We groeten terug en slepen onze koffers de trap op. 

Noëlle zucht en steunt terwijl ze sjort aan haar koffer. Ze heeft dan ook de grootste en dus waarschijnlijk ook de zwaarste. Altijd neemt ze al haar kleren mee heen en terug, want je zult het maar net niet bij hebben. Boven aangekomen neemt Alex de tweede deur links.
‘Ik zie jullie straks in de kantine.’ Noëlle en ik knikken en lopen door naar de derde deur rechts.

Als we de slaapkamerdeur open maken zijn we echt thuis. De bedden zijn al keurig opgemaakt, het groene zijden dekbed van mij links en het roze gebloemde van Noëlle rechts. Ik gooi mijn koffer op mijn bed en haal mijn laptop eruit. Ik zet hem op mijn bureau en plug de boxjes, die er nog staan, weer in. Het is hier veel te stil.
‘We hebben muziek nodig!’ Ik glimlach naar Noëlle, die net een oud stoffig boek uit haar koffer haalt. Ze houdt het voorzichtig omhoog.
‘Wat is dat?’ Ik kijk haar ongelovig aan.
‘Van oma gekregen voor mijn verjaardag.’ Noëlle klinkt heel eerbiedig. Ze legt het boek op haar boekenplankje boven het bureau.
‘Dat vroeg ik niet.’ Ongeduldig begin ik met mijn voet te tikken. De laptop maakt het opstart geluidje en ik draai me ernaar terug. Snel start ik i-tunes op en klik op een nummer.
‘Het is een grimoire.’ Noëlle klinkt nog steeds eerbiedig. Ze staat naar het boek te staren alsof er elk moment iets uit kan ontsnappen.
‘Een echte? Dus nu kunnen we oefenen?’ Noëlle knikt voorzichtig, zonder haar ogen van de grimoire te halen.
‘Een echte ja en ik kan oefenen, jij moet kijken.’ Ze steekt haar tong uit naar me, ik rol met mijn ogen.
‘Wacht maar totdat ik eindelijk iets kan verplaatsen,’ mompel ik en plof op mijn bed. Dat was echt een rotopmerking van haar. Ik laat de grimoire van woede boven het plankje zweven. Noëlle schrikt zich een ongeluk.
‘Rowan?’ Langzaam haal ik mijn ogen van het boek af.
‘Ik heb ook geoefend. Hoe lang nog voordat we kunnen gaan eten? Ik heb zo’n honger!’ Ik draai het onderwerp.
‘Half uurtje,’ zegt Noëlle sussend. We beginnen allebei onze koffer uit te pakken, leggen alle kleding weer terug in de kledingkast. Ik gooi mijn lege koffer onder het bed als ik klaar ben.
‘Eindelijk thuis,’ zeg ik tegen Noëlle, die bevestigend knikt.

 Noëlle en ik zijn de eerste van onze groep, in de eetzaal. Mijn maag knort al een uur, zo’n honger heb ik. We lopen rechtstreeks naar het buffet. De vitrines kijken me welkom aan en ik vraag me af wat er vanavond op het menu staat.
‘Heb je Senne de hele vakantie niet gezien?’ vraag ik Noëlle terwijl ik in de vitrine gluur. Vandaag hebben ze ravioli in roomsaus. Dat is mijn lievelingseten, dus ik fleur helemaal op.
‘Nee, helemaal niet. Ik hoop zo dat het nog hetzelfde is als voor de vakantie. Hij is met zijn ouders naar Hawaï geweest en toen hij weer thuis was, ging ik met mijn ouders op vakantie.’ Noëlle trekt een pruillip. Ik knik begrijpend en schep de ravioli op mijn bord. Ik denk niet dat er ook maar iets tussen Senne en Noëlle is veranderd. Die twee zijn dol op elkaar, al langer dan ze zelf toegeven.
‘Ik denk dat jullie wel een vakantie overleven.’ Opeens wordt Noëlle van achter opgetild, ze slaakt een kreetje van schrik. Senne heeft zijn arm om haar middel.
‘Schatje!’ Noëlle’s hele gezicht licht op als ze hem ziet. Als hij haar neergezet heeft, draait ze zich naar hem om, drukt zich tegen hem aan en slaat haar armen om hem heen.
‘Ik heb je gemist,’ fluistert ze in zijn oor, waarop hij grijnst. Alles lijkt dus nog hetzelfde te zijn. Ik weet niet waar Noëlle zich zo druk over maakte. Sylvan arriveert een paar minuten later.
‘Ik zie dat je je vriendinnetje al hebt gevonden.’ Hij schept zijn bord ook vol met pasta en gaat naast me staan.
‘Hey Ro, fijne vakantie gehad?’ Hij straalt irritatie uit en ik zie zijn blik op zijn broer.
‘Kon niet beter.’ Ik kijk Sylvan droog aan en bijt op mijn lip. ‘Heel gezellig met mijn ouders, jij?’ Het komt er sarcastisch uit, want hij weet hoe mijn ouders zijn sinds het ongeluk.
‘Van hetzelfde.’

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu