Hooofdstuk 29

2.3K 115 51
                                    

A/N: Ik ben bij een avond parkconcert en er is hier al heel het weekend zo'n jongen die op Ethan lijkt! Serieus...wauw...Hij zit letterlijk nu op een meter afstand van me ofzo!

Please verander me in een demon, *kijkt met ogen gevuld van verlangen

- - - - - - - - - - -

Ik sloeg de deur met een kwade klap van mijn platte hand dicht en stapte furieus naar de houten tafel toe, die in het midden van de kamer op me stond te wachten.

De koude kaart rolde open onder mijn bevende vingers en ik probeerde de blauwe tintelingen binnen te houden, voordat mijn kwaadheid deze hele plaats in as zou leggen.

Het was moeilijk om de kaart te ontcijferen. Vreemde tekens en prentjes mengden zich tot een ondoordringbaar doolhof voor mijn ogen. Het was alsof je de krant las, maar dan ondersteboven en in het latijn.

Voor een volledig kwartier staarde ik alleen maar, hopend dat er iets duidelijk zou worden naarmate de tijd verstreek, maar het haalde niets uit.

Ik gaf zuchtend op en stapte achteruit, weg van het voorwerp dat mijn hersens brak. En toen besefte ik plots dat doordat ik het opgaf, ik het wél kon zien.

De alledaagse demon, als je dat zo zou noemen, gaf niet op omwille van zwakte. Maar omdat ik nog maar sinds een paar uur veranderd was en dus nog een groot deel mens zijn bezat, gaf ik het wel op.

Ik vond het geen zwakte, maar een overwinning. Een overwinning op mijn demon. Dus een overwinning op mijzelf.

De tekens en tekeningetjes vormden een geheel, letterlijk gezegd, een kaart. Alleen was die zo uitgetekend dat je het alleen van een paar meter afstand kon begrijpen. Het was dom en geniaal tegelijkertijd!

Alleen was er nog een probleem, waar moest ik naar toe? Toen mijn ogen eenmaal gewend waren aan het schaarse licht van een paar kaarsen - die ik had aangestoken toen het nacht werd - zag ik een donkerrode 'E' staan op het papier. Ethan.

Ik bleef mijn blik gericht houden op de 'E' en stapte behoedzaam dichterbij. Mijn vingers streelden over de letter. Het voelde als Ethan, ik proefde de aanraking van zijn zachte lippen, de aantrekkelijke fluistertoon in zijn stem, zijn donkerrode ogen die naar me stralend opnamen en zich vastzetten in zijn dromen.

Ik voelde hém, en alleen maar hém. En plots zag ik het, het bloed waarmee de letter op het papier was gedrenkt. Van schrik trok ik mijn vingers bliksemsnel weg en deinsde achteruit.

Beelden vormden zich in mijn geheugen en ik zag de plaats voor me waar ik heen moest. Het was een kasteel, een groot, zwart, log, verlaten kasteel. En daar was ook een poort naar de aardse dimensie, míjn dimensie.

De kaart werd vliegensvlug opgerold tussen mijn zwarte handen en ik rende het huis uit, de koude nachtlucht in.

- - - - - - -

Ik wist niet welke richting ik op moest, het enige wat ik nog kon zien toen ik de kaart open rolde, was de 'E'. De rest van de tekening was weer veranderd in een oncijferbare code van krabbels.

Met mijn zwakke gevoel voor richting, volgde ik de richting waarvan ik dacht dat het de juiste was.

Aangezien ik geen vleugels had zoals Ethan, zou dit een heel stuk trager gaan. Ik hoopte met heel mijn hart en ziel, die ik gelukkig allebei nog wel had, dat Ethan in het kasteel zou zijn. Wat als ik daar iemand anders tegen zou komen? Wat als Ethan dood was? Allemaal door mijn toedoen? Hoe moest ik zonder hem verder? Hij was de enige die zei dat hij me nooit in de steek zou laten, de enige om wie ik nu nog gaf. Als demon én als mens.

En toen besefte ik iets. Ik híéld van hem! Maar...hoe?

Ik was veranderd naar mijn duistere zelf! Tenminste, een onafgemaakte verandering. Was er nog kans dat ik terug mens kon worden? Was ik nog steeds...sterfelijk?

Mijn voeten bewogen met vlugge stapjes over de dorre bladeren. Ik was het zat om hier in het bos alleen te zijn. Ik was alles helemaal zat! Een gevoel van heimwee naar mijn leven als klein meisje zette zich in me. Het was alsof ik beetje bij beetje me meer mens begon te voelen. Alsof ik al niet genoeg geïrriteerd was.

Lucas had me geen schoenen gegeven, dus dat betekende dat Ethan dat niet voor me had achtergelaten. Ik vermoedde dat ik ze dan ook niet nodig had, hoewel mijn blote voeten nu al pijn deden op de scherpe bladeren en takjes.

Maar als demon voelde pijn juist als iets positiefs. Bij jezelf was het goed, bij anderen was het fantastisch.

Een plots gekraak liet me opkijken. Een koude wind scheerde door mijn haren en liet kippenvel achter op mijn blote schouders en armen. Voor me kon ik een paar struiken onderscheiden in het licht van...van wat eigenlijk? Ze hadden hier niet dezelfde maan als ons, deze scheen vaag oranje, een soort rode misselijkmakende kleur die wel paste bij zijn omgeving.

Een tak kraakte en tussen de donkere stammen van de bomen zag ik iemand op me af komen. Twee vleugels als die van een vleermuis, staken hoog en breed boven hem uit. Hij wandelde met een zelfverzekerde pas en kwam zo snel, dat ik niet eens de tijd had om te beseffen wat er gebeurde.

'De redder, niet jager. Zeiden ze. De nieuwe prinses, niet een of ander narcistisch demonen kind, vertelden ze me. Maar wat ik nu zie is niet meer de krachtige demoon in wording die ik ontmoette op het schip.'

Hij sprak met een liefdevolle stem, ondanks de haat die erin rustte. Deze stem herkende ik echter maar al te goed. De jongen uit de donkere kamer op het schip kwam voor me staan en stak zijn hand naar mijn arm uit. Zijn vingers streelden zachtjes langs de zwarte tekeningen, die nog zwarter leken door de duisternis van de nacht.

Ik had hem nog nooit eerder gezien, aangezien hij toen zijn armen beschermend voor zijn gezicht had geslagen vanwege het licht. Hij kon niet tegen licht. Meteen herinnerde ik me deze soort demon wel. Hij was een Surgatty, een nachtdemon die houd van donkere ruimtes en ieder slot kan openen en sluiten.

Dat verklaarde waarom hij op het schip zomaar de deur in het slot kon laten vallen en openen. En ook waarom hij in een donkere ruimte zat opgesloten. Ik was benieuwd of hij wist dat ik blauwe vlammen, als blauw licht op hem af kon vuren. Als hij niet van licht hield, betekende dat dat ik op dit moment in het voordeel was, wat kracht en macht betrof.

Zijn hand kroop van mijn arm naar mijn schouder en ik hield de jongen niet tegen toen hij mijn wang liefelijk streelde.

'Je weet het niet hé?' sprak hij plotseling met zijn kalme stem, zijn vingers door een pluk van mijn haar woelend. Ik staarde hem niets begrijpend aan.

'Wat bedoel je?' gaf ik als reactie, mijn hoofd lichtjes schuin houdend.

'Ze hebben je niet de waarheid verteld. Het schip, Victoria. Het schip is niet zomaar gezonken. Jij hebt dat gedaan, mijn krachtige prinses. Jammer dat ze allemaal tegen je logen. Maar nu ben ik hier, en ik zal nooit tegen je liegen.'

Zijn blauwe ogen fonkelden en ik voelde hoe mijn gezicht bleek wegtrok.

- - - - - - - 

A/N: Mijn telefoon typt niet meer goed, dus schrijf ik vanaf nu alle hoofdstukken verder op mijn computer. 

Yayyy plottwist!

Love you all my readers!!!! *kust de lucht* Bah laat maar, de lucht smaakte vies...



Demons KissWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu