Pim

8 2 0
                                    

Het is inmiddels avond en ik sta buiten bij het appartement van Olivia en Owen. Olivia is nu naar binnen gegaan om Owen te proberen over te halen om het geld over te maken. Ik wacht hier omdat het anders bedreigend overkomt. Olivia wilde het in de avond doen maar ik weet niet zo goed waarom. We hebben na het ontbijt nog een film gekeken en daarna zijn we hierheen gereden. Olivia had nu de garage gezien en ze was helemaal vrolijk aan het huppelen en rond het zwembad heen rennen. Ik had geduldig op haar gewacht tot ze klaar was met spelen.

Ik zit nu al minstens een half uur buiten te wachten totdat Olivia naar buiten komt. Ik hoop dat alles binnen goed gaat. Ik kijk voor de duizendste keer om mijn telefoon of ze niet al iets heeft ge-appt. Nee, nog niks. Opeens hoor ik de deur open gaan en komt Owen naar buiten. Ik ga recht zitten. Hij kijkt verward. Hij voelt nog is in zijn zakken. Dan ziet hij mijn auto en komt met een boos gezicht op me af lopen. Ik duw de deur open en stap uit. Ik sla de deur achter me dicht. Dan word ik bij mijn kraag vast gepakt en met mijn rug tegen de auto aan gedrukt. Ik kreun even. "Waar is het?" Schreeuwt Owen in mijn gezicht. Ik kijk hem vragend aan. Waar heeft die jongen het over? "Je weet heel goed waar ik het over heb. Waar is het?" Dit keer zegt hij het heel zacht en hier word ik nog banger van dan van het schreeuwen. Als ik niet reageer gooit hij me op de grond. Ik vang mezelf op met mijn bovenarm en elleboog. Ik belandde best hard op de grond dus over een dag zal daar een blauwe plek ontstaan. Ik spring overeind om te voorkomen dat hij me gaat trappen. Hij probeert me nog is te slaan maar ik pak zijn arm en draai hem op zijn rug. Hij staat ongemakkelijk voor me. Als hij beweegt breek ik zijn arm en dat weet hij dus hij blijft stilstaan. Ik laat hem los omdat ik ruzies niet met een gevecht wil oplossen. Hij draait zich woedend om en beukt zijn vuist in mijn gezicht. Hij raakt me op mijn neus waardoor er tranen in mijn ogen prikken. Mijn zicht is wazig door de tranen en ik wankel achteruit. Dan stompt hij me erg hard in mijn buik. Ik grijp naar mijn buik en daarbij buig ik naar voren. Hij slaat me op mijn rug en ik verlies mijn evenwicht en val op de grond. Ik beland hard op mijn hoofd en ik hoor Owen nog vaag "Waar is het?!" schreeuwen voordat het zwart wordt.

Ik open mijn ogen door iets nats op mijn voorhoofd. Als ik Owen zie schiet ik omhoog. Er gaat een steek door mijn hoofd maar ik negeer het. Owen staat op en loopt ergens heen. Ik kijk om me heen. Ik lig op een oude bank en lig in een kleine kamer met vier deuren. Ik denk dat een ervan een badkamer is omdat er een slot op de deur zit. Aan de andere kant is er een klein keukentje met tafel. Owen leunt tegen de koelkast. "Is dit het appartement?" vraag ik. Owen knikt. "Je hebt me hierheen bedragen?" Owen knikt nog eens. "Hoe lang was ik weg?" vraag ik. "De tijd die het duurt om je hier te krijgen en een washandje op je gezicht te leggen. De voordeur zit op slot dus je kan niet weg." Hij gaat rechtop staan. "Vertel dus maar waar mijn pinpas is." Ik kijk hem verward aan. "Pinpas? Wat the hell moet ik daar mee?" Owen kijkt me bedenkelijk aan. Het kwartje valt. "Olivia. Heeft ze met je gesproken?" Nu kijkt hij me verward aan. "Shit!" zeg ik. Ik begin te ijsberen. "We dachten dat jij de cybercrimineel was en we wilden het geld terug laten storten door jou. Olivia zou je overhalen het te doen terwijl ik buiten zou wachten tot ze terug zou komen om me te halen. Na een halfuur kwam jij naar buiten en de rest weet je." Ik weet dat het nogal een verwarrend verhaal is maar Owen lijkt het te snappen. Hij begint ook te ijsberen en het valt me op hoe belachelijk het eruit ziet dus ik stop er maar mee en ga weer zitten. Ik zet mijn handen in mijn haar en vraag me af waarom Olivia me verraden heeft. Had ze het geld zelf nodig, en waarvoor dan. Wacht is, we wisten nog niet eens zeker of Owen het geld had gestolen. Ik kijk twijfelend naar de ijsberende jongen. Ik moet dit slim spelen. Ik ga ontspannen op de bank zitten. "Ach, jullie hadden toch niet zo veel geld dus die pinpas maakt niet zoveel uit, die kan je laten verzekeren." Ik let onopvallend op de reactie van Owen. Eerst kijkt hij me verward aan maar dan trekt hij snel weer zijn gezicht in de plooi. Hij is goed, erg goed, maar het detail is me niet ontgaan. "Ha! Je bent de overvaller! Anders zou die pinpas je niet uitmaken en zou je nu bezorgd zijn over Olivia!" Hij kijkt me met een stalen gezicht aan in de hoop zijn fout goed te maken. "Van alle 7 miljard mensen heb ik het gedaan? Zoiets zou jaren kosten, het is onmogelijk!" Daardoor lach ik nog harder. "Geef maar toe, ik wist vanaf het begin al dat jij het was. Je kan me vertrouwen, anders was ik vanaf het begin al naar de politie gegaan." Hij kijkt nijdig naar me. Dan verbergt hij zijn handen in zijn haar "Er stonden miljarden euro's op die pinpas, ik moet hem terug hebben! En waarschijnlijk is het nu ook al te laat om het te blokkeren omdat Olivia sowieso alles al heeft overgemaakt naar weet ik veel waar. Ik wilde gewoon... Gewoon I" Hij hapt naar adem. "Iets beters, niet constant die zorgen, Olivia moest al zo snel opgroeien." "Hij komt gefrustreerd naast me zitten.

Ik heb de neiging om hem te troosten. Te zeggen dat we wel een oplossing vinden. Ik weet niet waar die gevoelens vandaan komen maar het is erg verwarrend. Ik leg mijn hand op zijn been. Hij staart naar mijn hand en kijkt dan omhoog. Het komt wel goed, beter kijken we morgen gewoon wat we doen. Ik zal mijn nummer hier laten dan kan je me morgen bellen." Ik schrijf een briefje met een telefoonnummer op en een kort berichtje. Dan pak ik mijn jas, die Owen blijkbaar uit had gedaan en loop naar de voordeur. Ik open hem en loop via de trappen naar beneden. Als ik buitenkom geniet ik van de wind die mijn gezicht streelt en ik loop naar mijn auto. Ik start de auto en rijd naar het dichtbijzijnste hotel. Ik heb nu geen behoefte om helemaal naar huis te rijden. 'En zo ben je dichterbij Owen.' Zegt een stemmetje in mijn hoofd. Ik schud mijn hoofd om te gedachte weg te krijgen en parkeer mijn auto op de parkeerplaats. Ik boek een kamer en loop als in een waas de kamer binnen. Ik trek mijn jas, schoenen, broek en shirt uit en duik in bed. Ik val al snel slaap met ons rare gesprek en gevecht nog in mijn gedachte.  

Gelddiefحيث تعيش القصص. اكتشف الآن