Hoofdstuk 17

430 27 10
                                    

"Doe jullie handen omhoog en draai langzaam om!" Jasper en ik doen wat ons wordt gevraagd. We draaien langzaam, met onze handen in de lucht, om. Er staat een meisje met een bril, ongeveer mijn leeftijd. Ze heeft een pistool op ons heeft gericht. "Wie zijn jullie?" Vraagt ze. Ze kijkt ons streng, maar ook bewonderend aan. "Zijn jullie mensen die uit de hemel zijn komen vallen?" Vraagt ze, een beetje bang. "We komen uit de ruimte, ja." Zegt Jasper rustig. "Iedereen hier is bang voor jullie," Zegt ze. "Wat doen jullie hier?"

Ik kijk Jasper aan. "We zoeken iets." Zeg ik. "Wat dan?" Vraagt het meisje. "Wacht even, wie zegt dat we jou kunnen vertrouwen?" Zegt Jasper. Het meisje denkt na. "Ik ben Julie, ik zit zowat mijn hele leven al hier opgesloten, ik zou zo graag een keer naar buiten willen." Mompelt ze. "Dat kan!" Zeg ik. Jasper kijkt me verbaasd aan. "Als je ons helpt, helpen wij jou mee om naar buiten te komen." Julie denkt even na, maar laat daarna haar pistool zakken en loopt langzaam naar ons toe. "Kan ik jullie vertrouwen?" Vraagt ze. "Ja, kunnen wij jou vertrouwen?" Zeg ik. Julie knikt. "Wat zoeken jullie?" Vraagt ze. "Een plattegrond van deze basis." Zeg ik. "Daar kan ik voor zorgen, volg mij." We volgen Julie een lange gang in, met enorm veel deuren en kamers. Jasper en ik kijken onze ogen uit.

"Shit." Mompelt Julie, nadat we een poosje gelopen hebben. "Wat is er?" Vraagt Jasper. "Ga hier in zitten! Er komen mensen aan!" Ze duwt een deur open en laat ons erin lopen. Jasper en ik lopen snel in de donkere kamer en Julie doet de deur achter ons dicht. "Ik zie niks." Fluister ik. Jasper knipt zijn zaklamp aan en schijnt rond in de kamer. We zien allemaal glazen hokken, met bijen. Nee, wacht eens even, het zijn wespen! "De wespen!" Fluister ik. "Weten we ook gelijk wie dat heeft gedaan." Mompelt Jasper.

Ik loop weer naar de deur toe en ga er met mijn oor tegen aan staan. "Nummer 132, wat doet u hier? U hoort over 12 minuten en 5 seconden bij de controle te zijn." hoor ik een onbekende zeggen. Ik kijk Jasper verward aan. "Ja, weet ik. Dankuwel meneer. Ik hang hier gewoon een beetje rond, ik heb niet echt iets beters te doen." Hoor ik Julie beleefd zeggen. "Mag ik nu hierin? Ik moet de wespen eten geven." Geschrokken schieten mijn ogen naar Jasper. "Oh, nee dat hoeft niet. Ik heb net gekeken en ze hebben nog heel veel eten." Hoor ik Julie liegen. "Oh, ja? Dat wil ik dan wel even met mijn eigen ogen zien." De deur vliegt open. Mijn hart klopt in mijn keel, we zijn er geweest.

De bewaker kijkt me verbaasd aan. Zijn ogen schieten van mij naar Jasper, en weer terug. Mijn ogen vallen op het grote geweer dat om zijn nek hangt. Langzaam beweegt de bewaker zijn arm naar zijn geweer toe. Maar dan valt hij met een klap op de grond, Julie heeft hem bewusteloos geslagen met haar pistool. "Oh, dankjewel! Goed werk." Zeg ik opgelucht tegen haar. "Thanks. Volg mij!" Zegt Julie.

Julie rent een paar deuren voorbij maar loopt dan een soort kantoor binnen. Ze rommelt in de kastjes en komt met een opgerold papiertje naar ons toelopen. "Hier, de plattegrond. We moeten nu echt zo snel mogelijk gaan, het is hier goed beveiligd dus het duurt vast niet lang totdat ze door hebben dat jullie hier zijn." Ik knik en met z'n drieën rennen we weer naar de grote deur toe.

We drukken op de knop en lopen naar binnen. "Wacht! Moet jij geen pak aan tegen straling?!" Roep ik als ik de bewusteloze bewaker zie liggen. "Nee, ik ben voor een of andere reden ook immuun. De mensen hier willen me opsluiten daarvoor, want jullie hebben dat ook en ze willen er onderzoek naar doen. Ze behandelen me vreselijk." Ik leg een hand op haar schouder. "Bij ons ben je veilig." Zeg ik glimlachend.

"Daar gaan we jongens!" Roept Jasper terwijl hij op de rode knop drukt. De deuren gaan open en het water stroomt naar binnen. Ik pak Julie's hand vast en samen zwemmen we naar boven.

Al snel zijn we weer boven. Ik zie Julie met een open mond rondkijken. "Het is zo mooi." Mompelt ze. We klimmen uit het water en gaan op het gras staan. "Blijf stil staan!" Bellamy komt met zijn pistool omhoog tevoorschijn. "Het is goed Bell, ze heeft ons geholpen." Zeg ik. Julie kijkt geschrokken naar Bellamy. "Dit is Julie." Zegt Jasper. "Julie, dit is Bellamy." Bellamy bergt zijn pistool op en komt naar ons toe lopen. "Hai." Zegt Julie hees. Bellamy geeft haar een knikje als begroeting. "Gelukt?" Vraagt hij. Ik knik en geef hem een knuffel. "Julie gaat met ons mee. Ze wordt slecht behandeld bij haar eigen mensen omdat zij als enige ook tegen straling kan. Ze zijn bang voor ons en willen meer over ons weten dus we moeten wel oppassen." Vertel ik tegen Bellamy. "Oke, maar hoe weten we dat zij te vertrouwen is?" Bellamy kijkt Julie onderzoekend aan. "Ze heeft ons geholpen de plattegrond zoeken en ze heeft ons beschermt tegen een bewaker. Zonder haar was dit niet gelukt." Zegt Jasper. Julie's wangen worden worden rood en er verschijnt een verlegen glimlach op haar gezicht. "Nou, vooruit. Laten we naar ons kamp gaan, ze wachten op jullie."

The Return [✔️]Hikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin