10. Papaprobleempjes

346 21 14
                                    

Keith Trepp, 1981

"Charlie, stop".

Mijn woorden snijden door de eerst zo heerlijke stilte. Het meisje springt op van de schrik, en kijkt achter zich. Ze had me niet gezien. "Keith. Je geeft me een hartaanval". Ze herstelt haar blik, en kijkt nu weer op de manier zoals ze altijd kijkt: verdrietig. De kamer is donker, maar dat is beter. Zo wordt hij minder snel wakker. Ik kijk naar het wrak op de stoel. Hij slaapt. Charlie werpt een stille blik naar onze vader, die ze wilde wakker maken. "Zware dag", mompel ik. "Zoals altijd", antwoordt ze. Ze kijkt naar het vel papier wat tegen het kastje is aangeplakt, met daarop een getal. 836. "Heeft hij vandaag..." "Ja". Ik onderbreek haar vraag gelijk. "Ja, hij doet het nog steeds".

"Charlie!"

Een klein jongetje staat in de deuropening, en rent naar mijn zus. Sammy springt in haar armen. "Sammy, stil!" Snauw ik, maar ik houd mijn mond als Charlie me een boze blik toewerpt. Mijn broertje hangt alleen maar in haar armen. "Serieus, Keith. We kunnen dit toch niet accepteren? Misschien wordt het tijd voor jeugdzo..." Plots klinkt er een luide gaap, en onze vader opent zijn ogen. "Shit", fluister ik, en ik ga weer zitten in de hoek. Charlie kijkt verschrikt op, en loopt naar de deuropening, waar ze Sammy weer neerzet. Ze draait zich om, en kijkt Henry angstig aan. Ja - Henry. De titel als vader verloor hij een tijd terug. Hij wordt wakker. "Oh, hallo", zegt hij schor. "Jullie zijn er weer". Niemand antwoordt. Hij staat moeizaam op, en kijkt ons alle drie één voor één aan. Dan loopt hij naar de kast, pakt een pen en loopt naar het vel papier. "Het is nog dinsdag", zeg ik kort. "De avond is nog bezig". Mijn vader stopt, staart voor een moment naar het vel, en draait zich dan om. Hij gaat weer zitten. "Achthonderdzesendertig", zegt hij langzaam. "Achthonderdzesendertig..." "Pap, misschien..."

"Houd je mond!"

Charlie stopt abrupt met praten, slikt, en kijkt dan naar Sammy. Charlie blijft het proberen, altijd. Maar hij is al verloren. Al 836 dagen. "Sammy... Kleintje. Kom". Sammy stapt gehoorzamend naar voren, maar ik ga voor mijn kleine broertje staan. "Je moet wakker worden", zeg ik verantwoordelijk. "Ga douchen". Hij kijkt me peinzend aan. "Nee, K... Keith... Drinken. Geef me drinken. Ik moet... Blauwdrukken..." Hij grijpt in de lucht, in de richting van de stapel papieren op zijn werkbureau. De stapel wordt steeds groter. Sammy loopt om mij heen, en pakt onze vader zijn hand. "Papa, wil je eten?"

Ineens ontploft de bom, en ik spring achteruit van de schrik.

"Hoe vaak moet ik het nou nog zeggen! Geef me godverdomme die fles!"

Ik kijk hem vol ongeloof aan. Sammy's wang is gloeiend rood, en mijn vaders hand is nog geheven. Slaan, doet 'ie ook steeds meer. Maar Sammy slaan? Dit is de eerste keer. Het jochie barst in tranen uit, en rent terug maar Charlie, die staat toe te kijken zonder iets te durven doen. Ik staar het monster aan. "Wat mot je?" Snauwt hij. "Jij bent echt ongelofelijk", zeg ik kort, en ik draai me om naar Charlie en Sammy. "Kom", zeg ik snel, en ik duw ze alle twee de deuropening uit, richting de trap naar boven. "Terugkomen, nu! Allemaal! Geef me wat ik wil, help mij! Ik heb hier hulp nodig, nu!" Hij kan roepen wat hij wilt, we negeren hem. We sluiten de deur van Sammy's kamer, en gaan op zijn bed zitten. 836 dagen geleden dat hij ineens zo veranderde. 836 dagen geleden dat we meemaakten hoe onze nieuwe toekomst werd. 836 dagen geleden dat we onze laatste normale dag hadden: 836 dagen geleden dat onze moeder stierf...

Purple never fades • FNAF boek 2 [SNEAK PEEK]Where stories live. Discover now