Hoofdstuk 20

503 53 38
                                    

~ Hoofdstuk 20: Een bekende? ~

POV – Annelie, 7 maart

Ze zat alleen op de bank. De laatste politieagent was net een half uur geleden de deur uitgegaan. Uitgeput was ze op de bank neergeploft. En nu zat ze daar nog steeds. Ze staarde onafgebroken voor zich uit. Ze dacht na. Ze dacht na over hetgeen net was gebeurd. Ze dacht dat het nog niet goed tot haar doordrong. Ze was vanochtend haar dochter kwijtgeraakt. Haar enige kind was haar afgenomen. Ze huilde niet meer. Was dat raar? Ze voelde de drang niet om het uit te schreeuwen. Ze voelde zich verloren, maar er was geen gevoel van machteloosheid. Ze voelde wel iets aan zich knagen. Het was woede. Als ze de persoon die haar dit aan had gedaan ooit te pakken zou krijgen dan... Ze zou diegene eens laten voelen hoe het was kwijt te raken wat je het meest dierbaar was.

Op een gegeven moment trok het geluid van een krakende vloer haar aandacht. Ze spitste haar oren, op zoek naar de oorsprong van het geluid. Toen ze verder niks hoorde wuifde ze de angstige gedachten weg. Het huis waar ze in woonde was gehorig, waarschijnlijk was het bij de buren. Ze maakte zich druk om niets.

Ze vestigde haar blik weer op de foto die op de salontafel stond. Alice en zij keken lachend naar de camera. De foto was op hun laatste vakantie gemaakt. Samen waren ze voor twee weken naar Italië geweest. Aan het Lago Maggiore hadden ze hun welverdiende vakantie gevierd. Ze hadden ijsjes etend over de boulevard gelopen, hele dagen aan het meer liggen bakken in de zon en de meest knusse eettentjes opgezocht, allemaal samen. Ze konden allebei altijd heel erg genieten van tijd die ze samen doorbrachten. Hun band was meer die van vriendinnen dan die van moeder en dochter. Ze bespraken alles met elkaar. Misschien kwam het doordat ze alleen elkaar hadden. Misschien kwam het doordat zij als moeder niet zoveel van haar autoriteit liet blijken. Ze bespraken alles samen en kwamen door middel van overleg tot een oplossing. Ze vond deze manier van opvoeden goed. Ze had niet het idee dat het ten nadele van Alice was. Want dat was waar haar leven om draaide. Of had gedraaid. Alice haar beste kans geven. Dat kon nu niet mee omdat Alice er niet meer was. Een hersenloze bloeddrinker had haar van haar gestolen.

Opeens hoorde ze het geluid van het piepen van de deur. Het huis waar ze in woonde was al oud en alles begon het langzaam te begeven. Zo ook de deuren. Elke deur had een unieke piep en ze wist dus zeker dat het hier om de deur ging die naar de woonkamer leidde. Ze draaide haar hoofd om, naar de deur, en ze zag niets. Ze had een persoon verwacht. Maar er was niets.

Ze verklaarde zichzelf in gedachten voor gek. Ze dacht altijd gelijk het ergste. Ze had te veel griezelfilms gekeken met Alice. Ze dachten altijd dat ze samen niet bang zouden zijn. Dat was niet waar. Als ze zo'n film samen hadden gekeken sliepen ze beiden de volgende nacht niet.

Ze wilde haar blik weer vestigen op de foto toen ze alles, als door een bliksemslag geraakt, opeens begreep. Ze zag niets in de opening van de deur, omdat de persoon die door de deur naar binnen was gekomen al in de kamer stond. Recht voor haar neus. Het was een man van middelbare leeftijd. Ze keek vluchtig om zich heen, op zoek naar een weg uit deze vreselijke situatie. Een rilling liep over haar rug. Ze kreeg het ineens onwijs warm en het zweer brak haar van alle kanten uit. Ze voelde hoe de angst bezig was haar hele lichaam over te nemen.

Het deed haar denken aan de periode van haar leven waarin ze in dezelfde angst had geleefd. Haar leven was namelijk niet zo rooskleurig als het er van de buitenkant uitzag. Haar vroegere man, de vader van Alice, was een agressief man geweest. Hij was gewelddadig. Zijn uitbarstingen van woede had hij op haar afgereageerd. Ze was bond en blauw geslagen door hem. Ze was in die tijd bang geweest, maar de echte angst was pas gekomen nadat ze eindelijk voor elkaar had gekregen dat ze gingen scheidden. Daarna was de hel begonnen. Hij was haar namelijk gaan stalken. Hij had haar dreigberichten gestuurd en onophoudelijk voor haar huis heen en weer gelopen. Omdat ze hem van dichtbij had meegemaakt wist ze de ernst van de situatie.

Ze was vaak naar de politie gegaan, maar zij konden haar niet helpen. Hij deed namelijk niets verkeerd. Hij mocht gaan en staan waar hij wilde. Machteloos had ze zich gevoeld. Hoezeer ze de politie ook vertelde dat hij agressief was, dat hij tot veel in staat was. Altijd zeiden ze dat ze niks voor haar konden doen. Ze hadden geen aanleiding om hem op te pakken.

Daardoor had ze niet veel vertrouwen in de politie. Hij moest eerst haar huis binnen zijn gevallen voordat ze eindelijk ingrepen. Hij had haar al verschillende wonden en blauwe plekken bezorgd en stond op het punt haar te wurgen. Hij was verblind geweest door woede. Ze was op het nippertje gered, maar wie weet wat er was gebeurd als Alice niet, juist op dat moment, thuis was gekomen uit een hockeytraining en de politie had gebeld.

Toen hadden ze wel een reden om hem op te pakken. Uiteindelijk was hij veroordeeld. Maar omdat hij haar niet meer dan in elkaar had geslagen was de straf minimaal geweest. Hij mocht niet meer bij haar in de buurt komen.

Ze had hem sinds dien nooit meer gezien. Ze had hem veel liever achter slot en grendel zien verdwijnen. Ze zag hem wel niet, maar de gedachte dat hij wel op vrije voeten liep had haar gek gemaakt. Het enige wat hij nodig had was een paar minuten om haar te doden. Geen politie was snel genoeg om iemand, die niet eens in de gaten werd gehouden, op tijd te pakken. Ze was erg paranoïde geweest. Nooit was ze alleen thuis geweest. Naar verloop van tijd ging het wel steeds beter. Omdat ze niets meer van hem hoorde, raakte ze stukje bij beetje meer ontspannen.

Dit was nu vijf jaar geleden. Ze had zelfs de laatste maanden niet meer aan hem gedacht. Tot de dood van Alice. Ze wist niet wie erachter haar dood zat en door haar eerdere contact met de politie had ze er niet veel vertrouwen in dat zij de dood van Alice op zouden lossen. Ze was van plan geweest zelf op onderzoek uit te gaan. Ze wilde eerst zeker weten dat het niet haar ex was geweest. Ze moest zeker weten dat hij het niet was om zichzelf veilig te kunnen voelen.

Maar het lot had haar geen tijd gegund. Er stond nu een man voor haar. Zijn intenties konden nooit goed wezen. Waarom zou hij anders zomaar haar huis binnensluipen. Ze had geen hoop dat er opeens politie binnen zou staan om haar te redden. Alice kon haar ook niet redden. Niemand kon haar verlossen van het onheil wat zich spoedig zou voltrekken.

Ze keek nog een keer naar hem op om zijn verschijning goed in zich op te nemen. Ze moest weten wie Alice pijn had gedaan en dat zeker bij haar zou herhalen. Hij had blauwe ogen en...

Ze kwam niet verder. Er werd kortsluiting gemaakt in haar hersenen. Ze knipperde een aantal keer om er zeker van te zijn dat ze zich niet vergiste. Maar hetgeen dat ze zag veranderde niet. Langzaam drong het tot haar door wie er voor haar stond. Ze verstijfde. Haar hersenen werkte niet meer. Het enige wat ze nog kon uitbrengen was: 'Jij?'

Dit is de eerste keer dat het me lukt op een cliffhanger te eindigen! Het grappige is dat ik bijna op vakantie ga en mijn laptop(waar ik op schrijf) niet meeneem. Ik zal dus moeten typen op mijn mobiel... En dat vind ik een ramp... Ik weet dus gewoon niet wanneer het volgende hoofdstuk komt, dus we blijven lekker hierop haken totdat het me weer lukt te updaten.

Onwijs bedankt voor het lezen en laat me weten wat je er tot nu toe van denkt!

En toen leefden ze niet meer...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu