Hoofdstuk 28; je ogen weerspiegelen je ziel

78 6 8
                                    


Onder een van de trappen was een deur, die me absoluut nooit was opgevallen. Het meisje duwde de deur open, en ik nieste.

Deze kamer was heel, heel lang niet meer gebruikt.

Met een sceptische blik keek het meisje om.

"Ja, het kan hier een beetje stoffig zijn."

Juist.

Ik liep naar binnen, en haalde mijn vinger over een kastje. Het liet een spoor van stof achter. Her en der stonden wat meubels, sommigen bedekt met een zeil. Het schemerige licht gaf het een griezelig tintje, op een mooie manier.

Ik moest weer niezen.

"Dus, onze Felice is allergisch voor stof." merkte Jake op. Ik zond hem een dodelijke blik, en hij grijnsde. 

"Daar lijkt het wel op. Maar goed, ik moest van hem melden dat ik hier ook ben. Mijn naam is Julie, en ik ben undercover. Voor als er iets misgaat. Het leek me wel handig als jullie dat zouden weten."

"Wie, the Rewriter?"

Ze keken me allebei een beetje bozig aan, en mijn mond vormde een 'o'. 

Dus... Waar waren we ook al weer gebleven?

Ik zag dat Jake even een blik met die.. Julie wisselde, en hij glimlachte toen ze met haar ogen rolde.

Goed. Tijd om hier weg te gaan.

"Nou, fijn om te weten, ik denk dat we het wel alleen afkunnen, toch Jake? Wij samen? Mooi zo, dacht ik al. Tot ziens!"

Ik pakte Jakes arm vast en sleurde hem mee. Hij slaakte een protesterend kreetje, dat ik negeerde. Ik zag dat mens uit de kamer komen, en sleurde hem een kast in. Er viel een dweil op de grond, en ik kon nog maar net een stapel sponzen tegen houden. De emmer naast mijn voet viel ook, en ik zocht wanhopig naar een lichtknopje. Jake trok met een stijve beweging aan een touwtje. Zijn gezicht was niet al te vrolijk.

"Waar was dat voor nodig?"

Ik dacht aan Julie, en dat ze samen wel een soort.. team leken te vormen. Dat zinde me helemaal niet. Jake en ik zijn een team, en daar hoef ik geen derde personage bij.

"Ik vertrouw haar niet," bromde ik.

Jake schoot in de lach.

"Wat nou?"

"V.. Volgens mij.." Hij kwam bijna niet uit zijn woorden, en ik sloeg tegen zijn wang.

"Hé, wat nou?"

"Ben je jaloers?"

Ik sperde mijn ogen wagenwijd open.

"Natuurlijk niet!"

"Het geeft niet hoor, je komt wel schattig over als je kattig bent," zei Jake, wat hem een nieuwe klap in zijn gezicht opleverde.

"Jij.."

Hij hield zijn hoofd schuin, en lachte schaapachtig.

"Ja?"

Ik schudde mijn hoofd.

"Je bent onmogelijk."

Ik was van plan om nu weg te lopen, maar Jake pakte mijn arm vast. Ik probeerde mezelf los te rukken, maar hij hield me te stevig vast.

"Rose, je weet toch dat jij de enige bent?"

Ik haat het als hij zo lief praat. En wie zegt dat ik het op een liefdes-manier bedoel? Dat heb ik nooit hardop gezegd.

Voordat ik iets terug kon zeggen, zoende hij me.

Ik hou wel van zulk soort onverwachte dingen.


***

Ik hou niet van onverwachte dingen.

Drie keer raden met wie ik mijn kamer deel. Juist ja, met Julie. Ik weet zeker dat ze gemeen grijnsde toen ik een plek zocht om mijn pistool te verstoppen. 

Ik zou hem graag gebruiken, op dit moment.

"Wat doe je?"

Het was het eerste wat ik haar had gevraagd, want ik probeerde een tijdschrift te lezen, wat niet lukte omdat dat mens irritant in haar oog zat te prutsen.

"Ik haal mijn kleurlenzen eruit," ze ze irritant kalm.

Ze ís irritant.

"Hoezo?"

Ze keek me even aan, en ik schrok toen ik zag welke oogkleur haar oog zonder lens had.

Hij was niet bruin meer, maar paars.

"Hoe kan dát nou weer?"

Ze haalde haar schouders op.

"Het is een zeldzame oogkleur, en best opvallend, Ik verberg het daarom ook. Jij hebt toch ook kleurlenzen in?"

"Ja, maar dat ik voor de missie."

Ik staarde nog steeds naar haar vreemde paarse ogen. Als ik niet beter wist, zou ik zeggen dat ze juist kleurlenzen in heeft gedaan. Het zag er heel onnatuurlijk uit.

Ik besloot me maar klaar te maken om te gaan slapen.

Ik liep naar de badkamer, die er prachtig uitzag. Vreemde sierdingen in de tegeltjes, en een mega mooi klassiek bad. daar moet ik echt gebruik van maken. Als dat mens weg is.

Het was vreemd om mijn haar weer goed te kunnen borstelen. Om jezelf niet te herkennen in de spiegel. Om je kleurlenzen uit te doen. 

Om te doen alsof je normaal bent.

Ik poetste mijn tanden en zocht naar mijn pyjama, die ik was vergeten. Met een zucht liep ik terug naar mijn bed.

Gebiologeerd staarde ik naar het ding dat Julie in haar hand had.

"Heb jij een mobiel?"

Ze keek verrast op.

"Ja, dat leek hem wel handig. Ik heb er ook een voor jou."

Ze overhandigde me een iPhone, en ik keek met open mond naar het stukje hemel.

Ik heb weer een telefoon.

"Is hij niet bang dat ik.. Nou ja..."

"Nee, hij denkt dat jij niet levensmoe bent."

Het viel me op dat ze nooit zijn naam noemde, en ik vroeg me af of dat uit voorzorg of door iets anders kwam.

"Wat is jouw verhaal?"

Ze keek me emotieloos aan, en ik keek ongemakkelijk naar haar paarse ogen. 

"Haat je hem niet? Uit de grond van je hart?"

Ik moest daar even over na denken. Ja, ik ken haat. Haat voor mijn situatie, voor personen... Maar ik moet bekennen dat ik er nooit zo over na had gedacht. 

"Ik weet het niet. Ik denk het wel."

Ik ben vooral bang geweest.

Ze snoof.

"Je moet maar eens aan Jake vragen hoe diep zijn haat gaat. weet je wel wat hij heeft meegemaakt?"

Ik schudde mijn hoofd. Ik had opeens een hekel aan mezelf. Dat ik dat dat niet wist...

"Waarom was je hier eigenlijk?"

Oh ja. Ik was hier om mijn pyjama te pakken.

"Ik kom zo terug."

Ik legde mijn iPhone neer en pakte een zwart shirt en een pyjama broekje uit mijn koffer. Snel haastte ik me terug naar de badkamer.


--------

Sorry mensen, een beetje een stress-periode voor mij dezer dagen. Je zult mijn updates waarschijnlijk te weinig vinden, maar ik kan er niet veel aan doen. sorry..

Seeya next chapter!:)

The RewriterWhere stories live. Discover now