Chapter 13

87 7 6
                                    

Jessica

We lopen een paar gangen door, tot we uitkomen bij een grote deur die naar de binnenplaats leidt. We lopen naar buiten, en ik haal diep adem om de geur van gras en buitenlucht in me op te nemen. Ik heb dit gemist. Ik had nooit gedacht dat ik die geuren zo erg zou missen, maar het is fijn weer even buiten te zijn na een lange tijd binnen te zitten. Op de binnenplaats staan een stuk of tien engelen klaar, die ons allemaal aankijken als we hun naderen. Ze geven Uriël een kort, beleeft knikje en negeren mij volkomen. Dat ze mensen en Nephilim als minderwaardig zagen wist ik wel, maar het blijft verschrikkelijk onbeschoft. Mijn mond dichthouden lijkt mij echter de slimmere oplossing in deze situatie.

Een van de engelen komt naar ons toegelopen, en begint tegen Uriël te praten. "Alle rebelse groepen zijn gealarmeerd over de ontmoeting, dus het kan aardig druk worden. Om maar niet te spreken over eventuele gewelddadige daden. Weet U zeker dat tien mensen voldoende zullen zijn?". Hij knikt zelfverzekerd, helemaal vol van zichzelf. Hij heeft totale vertrouwen in wat er gaat gebeuren. Laten we voor deze keer maar hopen dat hij gelijk heeft.

De eerste engelen beginnen rondjes te vliegen in de grote binnenplaats, wat mij er alleen maar aan herinnerd dat ik nooit de moeite heb genomen mijn vleugels uit te proberen. Ik heb ook eerlijk gezegd geen idee hoe ik ze moet gebruiken. Ik probeer iets met mijn gedachtes te doen, maar ik voel niks gebeuren, hoe hard ik het ook probeer.

Uriël kijkt me aan als hij mijn geconcentreerde blik ziet. "Vliegles komt hierna wel, schoonheid. Alsjeblieft, het kost meer tijd dan je denkt om het onder controle te krijgen". Ik kijk hem aan. Had hij er niet eerder aan kunnen denken dat ik misschien wel iets van les hierin nodig ga hebben? Ik heb eerlijk gezegd geen zin om weer in zijn armen te moeten liggen. Maar, aan de andere kant, ik denk niet dat ik een keuze heb. En een grote mond is zeker niet handig. "Waar gaan we naartoe?". Ik hoop dat het niet al te ver weg is. Hoe dichterbij, hoe korter de reis gaat zijn. "Het is hier niet al te ver vandaan, schoonheid. Maak je maar geen zorgen". Het ergert me dat hij niet gewoon antwoord kan geven op mijn vraag. Ik besluit het gewoon te laten rusten, dat is waarschijnlijk het beste. Ik weet eigenlijk niet veel van Uriël, maar ik weet wel dat hij een kort lontje heeft en altijd krijgt wat hij wilt.

Uriël loopt even weg om iets te bespreken met een van zijn mannen, en laat mij even alleen achter. Ik voel hoe de blikken van de andere engelen op mij vallen, en dat maakt mij alleen maar nerveuzer. Gelukkig duurt het niet lang voordat Uriël terugkomt, me zonder van te voren aan te geven oppakt en samen met de groep opvliegt. Het is koud, dus ik klam me tegen mij wil vast aan Uriël, wat hem een zelfverzekerde glimlach geeft. Laat dit alsjeblieft niet al te lang duren.

Mayke

Caleb heeft me nog geen moment alleen gelaten sinds Jess en Uriël, aka koning kwal zoals zij hem noemt, zijn vertrokken. Gosh, het is dat hij een vriendje heeft, anders zou ik echt denken dat hij me leuk vond. En niet leuk leuk, meer als seksueel aantrekkelijk... okay, laat ik hier maar gewoon mee stoppen. Ik zit in de grote eetzaal, als Emanuel, het vriendje van Caleb, naar ons toe komt lopen. "Hey!". Waarom is hij zo vrolijk? Nou ja, het zal eigenlijk ook wel.... Caleb knikt naar hem als ze een ongemakkelijke knuffel delen. Het zou wel erg moeilijk zijn om in het geheim een relatie te hebben. Zeker als het je kop kan kosten, wat me niks zou verbazen. Waarom heeft hij Jessy nou weer meegenomen? Het is hier opeens zo saai en alleen zonder haar. Wat heel raar is, aangezien ik haar nog helemaal niet zo lang ken. En ik me daarvoor altijd prima in mijn eentje kon handelen. Hopelijk is ze snel terug.

Maar, laten we eens naar de mogelijkheden kijken. Uriël is weg, en hij heeft waarschijnlijk zijn meest loyale engelen meegenomen om hem te steunen. Dat betekend dat ze op dit moment niet hier zijn. Dit kan dus een grote kans zijn om die kamer die Jess en ik vonden verder te ontdekken. Want er was meer, dat zei die engel zelf nog. We hadden alleen het tipje van de sluier opgelicht. Wat zou er nog meer te vinden zijn? Maar wat ik ook ga doen, ik kan het niet in mijn eentje doen. Ik heb iemand nodig die dit gebouw goed kent, en weet waar die plaats was waar we de vorige keer gepakt werden.

Caleb. Natuurlijk. Ik kijk hem doordringend aan. "Wat?", vraagt hij. Hij zegt het heel ongeïnteresseerd, bijna boos dat hij op mij moet passen. Geef hem dan eens ongelijk. Ik denk dat we hier allebei niet op zitten te wachten. "Kan ik je iets vragen?". Ik probeer onschuldig te klinken, maar het lukt me totaal niet. Ik krijg een verwarde blik terug van Caleb, en Emanuel die hem verbaasd aankijkt. "Ja? Denk ik?". Ik weet nou niet of ik het echt moet vragen, omdat we er allebei in de problemen mee kunnen komen. Maar, hoe bang Uriël me soms ook kan maken, ik vraag het toch. "Ik was laatst met Jess in die kamer, toen we ontdekt werden door een engel. Dat was die dag dat Uriël je opdroeg op ons te passen. Wat is er allemaal in die kamer?". Gelijk wend hij zijn gezicht af naar Emanuel, die op zijn beurt weer naar hem kijkt. Ze zijn wel cute samen. "Ik ben daar wel eens binnen geweest, maar ik weet niet wat er daar precies allemaal afspeelt. En ik heb ook geen redenen om jou er ook maar iets over te vertellen". Tja, dat had ik kunnen verwachten. Ik leun dichter naar hem toe, en ik hoop dat niemand om ons heen hoort wat ik nu tegen hem ga zeggen. "Jij hebt toch ook een hekel aan Uriël? Ik bedoel, hij heeft je overduidelijk in bedwang, waaruit ik opmaak dat hij iets van jou heeft. Anders was je sowieso allang met Emanuel gevlucht. Of niet soms?". Bam, recht op de zwakke plek. Meteen wend hij zijn gezicht af, waaruit ik kan opmaken dat ik gelijk heb. "Dus ze hebben iets van je? Wat is het?". Caleb blijft roerloos zitten terwijl zijn vriend zich naar hem toebuigt om hem een knuffel te geven. Wat het ook is dat Uriël heeft, Emanuel weet ervan. Misschien is dit niet het goede moment om hier nog veel verder over door te vragen. Ik heb niet veel tijd met Caleb, dus ik moet hem niet tegen me in het schild jagen. Ik moet tenslotte nog die kamer inkomen voordat Uriël weer terugkeert. "Als je net als ik nieuwsgierig bent over wat Uriël in die kamer geheimhoudt, is dit de tijd. Hij is er nu niet, en hij heeft waarschijnlijk zijn beste, loyale mannen meegenomen. Dit is een kans die je niet meer gaat krijgen in een lange tijd". Hij weet dat ik gelijk heb. Hij heeft nog een klein duwtje nodig om over de streep te gaan. "Ik weet dat je hem net zo erg haat als ik. Als je het niet voor jezelf doet, doe het voor je relatie. Of voor Jessica". hij draait zich bij die laatste zin vragend aan. "Ik weet hoe rot je je voelde toen je haar mee moest nemen van Uriël. Jij bent heel anders dan hem. Ik weet het. Zet een stap om het goed te maken. Een klein kijkje maar, misschien vinden we wel helemaal niks". Hij wisselt weer een blik met Emanuel, die goedkeurend naar hem knikt. Het is fijn om een gezamenlijke vijand te hebben. "Een klein kijkje dan", zucht Caleb.

***

Volgend hoofdstuk veel nieuwe dingen! :D (Yes, goede uitleg enzo xD)

Hoe vinden jullie het verhaal nog tot nu toe? Het blijft voor mij erg raar, omdat deze serie het eerste is wat ik heb geschreven dat langer is dan een half hoofdstuk en het alsnog redelijk in de smaak valt! 

Dus, volgende week gewoon weer een nieuw hoofdstuk, stay tuned! :D

COMMENT!

VOTE!

<3 love y'all! <3

Larissa

Lost FeatherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu