6. De lege Troon

24 2 0
                                    


Souta bleef zwijgen voor de rest van de weg die afgelegd werd. Kira hield zich ook eerder koest, maar vond het niet erg om zichzelf eens te laten horen. De enige die een gesprek drijvende bleken te houden waren Azon en ik. Het voelde wat verlaten aan en een tikkeltje onwennig met de volgende Jaeger in onze bijzijn. Azon had me eerder die dag in het oor gefluisterd om zijn aanwezigheid te negeren, waardoor het normaal gezien gemakkelijker zou gaan om een gesprek op gang te brengen. Maar zo gemakkelijk was het helemaal niet. Ik bedoel, Souta was iemand die ik niet kon negeren. Ik had de hele tijd het gevoel dat z'n ogen op m'n rug gericht waren en dat als ik me zou draaien hij naar me zou kijken. Hij was erger dan Kira, en Kira was al iemand die ik liever niet in de buurt had. Over Kira gesproken, hij liep vlak naast me na Azon en mij ingehaald te hebben. "Gasten, ik vertrouw die gast niet", sprak hij als we allemaal wisten dat hij het over de toekomstige Jaeger had. "Waarom niet?", begon Azon te argumenteren. "Gewoon, heb je niet gezien hoe hij reageerde tegenover ons eerder? Ik mag 'm niet." Onze ogen keken onopgemerkt naar de jonge prins. "Het duurt een tijdje vooraleer jij iemand niet vertrouwt." Azons uitspraak zette me aan het twijfelen over de echtheid van Kira's twijfel. "Waarom vertrouw je hem dan wel niet?", vroeg ik om voor mezelf de waarheid erachter te bevestigen. Maar meer dan een vurende blik van Kira kreeg ik eerst niet. "Hij vliegt ons direct in de haren", verzachtte z'n antwoord. "Misschien kan hij gewoon weinig verdragen? Of hij had een slechte dag?" "Originelen reageren zo niet, Onatu", kwam Azon tussen onze discussie. "Hoe weet je dat hij een origineel is?", probeerde ik de jonge hoogheid te beschermen. "Omdat hij niet eenkleurig is." "Huh?" Oké, daar hadden ze me even verloren. Eenkleurig zijn, dat was ik toch ook, of niet soms? Ik bedoel, 't was niet alsof ik rood was met groene strepen. "Een origineel heeft huidskleur en gekleurd haar, net zoals jij en Souta", werd er me uitgelegd. Dus, ik was een origineel? Tof! Wacht even, Souta was dus ook een origineel. Wat was het probleem dan? En... wat waren Kira en Azon dan? Ik bedoel, zij waren in dat geval geen origineel. Ik kwam wat achter en had nood aan informatie, wel nu meteen. "Halt even, wil je. Wil je dat even aan me expliqueren? Als Souta een origineel is, wat is dan het probleem? En als jullie geen origineel zijn, dan wat zijn jullie wel?" Een zucht werd in de lucht gelost. "Azon en ik zijn tegenpolen, jij idioot. 't Zijn de enige 2 soorten qua wezens die je hebt. Ben je het een niet, dan ben je het ander." Kira's koude stem lachte me tegemoet. "En wat Souta betreft", vulde de demon de informatie aan. "Een origineel vertoont nooit enig haat noch gemeen gedrag. De Uchida, Souta dus, vertoonde het gedrag van een tegenpool, dus Kira heeft gelijk over het in vraag stellen van z'n echtheid." "Wacht", probeerde ik opnieuw voor de toekomstige Jaeger op te komen. "Jij vertoont geen haat gedrag en jij bent wel een tegenpool", maakte ik Azon erop alert. Hij glimlachte enkel. "Dat komt omdat ik mijn tegenpool gedrag al kwijtgespeeld heb." "Hoe dan?" De demon giechelde door het vele aantal vragen dat ik stelde en door m'n nieuwsgierigheid. "Wel, ik heb de identiteit van m'n origineel overgenomen." "Huh?" Kira draaide met de ogen omdat ik niks wist, maar dan ook echt niks. Ik kon hem geen ongelijk geven, 'k zou mezelf ook dom vinden mocht ik mezelf niet zijn. "Ik leg het je later nog wel eens uit", lachte Azon zachtjes zodat enkel ik hem kon horen.

Met ons drieën bleven we doorpraten over de maatschappij op Alandria en zetten onze eeuwige discussie voort : die over Souta. Kira beweerde dat hij zelf niet te vertrouwen was en Azon gaf hem gelijk. Ikzelf wist niet wat ik moest geloven. Kira vond ikzelf al iemand die ik niet mocht en het is me opgevallen dat dit de eerste keer was dat hij zich zo van iemand aantrok. Hij trok zich zelfs al niks aan van Azon en dat was dan z'n vriend. Raar maar waar, zou ik dan zeggen. Ik had gewoon het gevoel dat er wat meer aan de hand was. Niet alleen in verband met Souta, maar ook met Kira en Azon. In het algemeen? Er was wat aan de hand over het hele plaatje hier. Ik kon er gewoon m'n vinger niet opleggen. Het was alsof ik al een vermoeden had of een klein stukje van de puzzel, alleen wist ik niet waar ik het moest leggen. Was het een hoekje of een kantje, 'k wist het totaal niet. Natuurlijk wou ik er hier met niemand over praten want wie weet, ik kon mezelf nog meer in de problemen werken zo en dat wou ik absoluut niet doen.

"Hey, Souta?" De jongen keek naar me op met ogen vol duisternis. Officieel van het Duister dus, dat stond vast. "Hoe komt het dat je nog niet op de troon zit?" Z'n zwarte pupillen keken naar de grond vooraleer hij zijn verhaal begon te doen. "Ongeveer 2 weken terug overleed mijn vader, de Jaeger van het Duister. Hij werd vermoord door z'n tegenpool. Mijn moeder overleed na een gevecht tegen haar origineel. Het was dus aan mij om de troon te bestijgen. We waren nog maar 5 dagen bezig met de voorbereidingen aan het treffen toen ik van jou hoorde. Ik hoorde verhalen van een jongen die samen met een tegenpool doorheen mijn land trok, opzoek naar antwoorden. Eerst had ik er niks op tegen totdat bleek dat jij van deze vreemde planeet afkomstig was. Uit voorzorg besloot ik mijn kroning te plannen tot nadat ik dit met je afgehandeld had." Ik knikte begripvol. Zijn verhaal bevatte geen onzin, zelfs niet een klein beetje. "Maar, hoogheid, wie waakt er dan nu over uw koninkrijk?" De nieuwe Jaeger haalde een teugje lucht vooraleer hij antwoordde. "Taiki Sasaki." "En wie is dat, Sire?" Hij keek me aan met een verveelde blik die vroeg wanneer ik zou ophouden met hem lastig te vallen. "Taiki is..."

AlandriaWhere stories live. Discover now