Het Luik

Maandagochtend.

-Maandagochtend 7.00 uur.
De wekker ging af. Elvira stond vermoeid op uit haar bed, en zette de wekker uit. Wat had ze een vreemde droom gehad. Ze was samen met Sanne in een of ander magisch tijdperk beland. Ze zette de vreemde droom van zich af, en ging snel naar de badkamer. Snel poetste Elvira haar tanden en waste ze haar gezicht. Eenmaal weer in haar kamer aangekomen, kwam ze het volgende probleem alweer tegen. Wat moest ze aandoen?!
Ze ging de deur uit met een simpele spijkerbroek en een blousje, en een boterham met kaas in haar hand. Op naar Sanne, dacht ze, die staat vast al te wachten.

Ook Sanne werd met een vreemd gevoel wakker. Zij had gedroomd over een geheime plek ofzo in haar kelder. Het zal wel, dacht ze, en ze kleedde zich om.

Sannne stond inderdaad al te wachten toen Elvira aan kwam fietsen. Het was een vroege zomerdag, dus de meiden hadden geen jas aan.
'Goedemorgen!' Riep Elvira.
'Hi!' Zei Sanne terug.
En de meiden fietsten naar school.

'Ik heb vanacht zo naar gedroomd.' Zei Sanne 'Het ging over ons twee, we zagen een soort van gat in mijn kelder, en toen gebeurde er allemaal bizzare dingen...'
'Huh? Wow, ik had vanacht precies ook zo'n droom!' Zei Elvira met een vreemde klank in haar stem. 'We waren in een soort van magische wereld, en we zaten daar in vast ofzo.'
Sanne gaapte Elvira verbaasd aan, dit had zij ook preciés gedroomd. Ze werd er maar wat nerveus van, dus ze begon gauw over een ander onderwerp.
Al kletsend kwamen de meiden bij school aan. Ze namen afscheid, en gingen beide naar hun eigen les.

Elvira en Sanne, hadden beide het gevoel, dat deze droom geen toeval kon zijn.