Hoofdstuk 4.

2.1K 74 24
                                    

Karin fietst rustig verder richting haar huis. Het laatste stuk wat ze moet fietsen van het centrum naar haar huis is langs een stel weilanden. Veel mensen komen niet aan de kant waar zij woont. Heel vaak zie je ook geen fietsers. De meeste buren van haar zullen er ook wel geen één hebben. In één van de weilanden staat een merrie met haar veulen. Karin stapt af en gaat bij het hek staan. De merrie komt naar haar toegelopen en het veulen loopt er achteraan. Het lijkt net of het veulen moet glimlachen. Karin bukt en trekt wat gras van de grond. Als ze de merrie het geeft aait ze het beest.

Vroeger heeft ze op paardrijden gezeten, maar vanaf het moment dat ze er af is gevallen klimt ze er niet meer op. Ze vindt het nog best wel leuke beesten, maar niet meer om op te rijden. Het veulen blijft dicht bij zijn moeder staan. Karin aait het dier nog een keer en draait dan om. Ze pakt haar fiets weer van de grond en loopt de straat op. Het is rustig. Karin stapt op en begint weer te fietsen. Het einde van de lange weg is in zicht. Rustig blijft ze verder fietsen. Zoveel haast heeft ze niet. Ze heeft aan haar ouders beloofd om te koken, maar het is nog maar bijna twee uur. Ze heeft de neiging om gewoon nog wat verder te fietsen, maar beslist om dat toch maar niet te doen. Als ze thuis komt zet ze haar fiets in de schuur en besluit om nog een rondje te lopen.

Ze loopt over de parkeerplaats richting het park. Ze kijkt naar de donkere parkeerplek in de hoek. Hij is leeg. Ze kijkt de andere kant op. Daar staat de zwarte auto. Gatsie ze vindt het maar niets. Straks vraagt ze wel aan haar vader of één van de buren een nieuwe auto heeft. Als ze in het park komt besluit ze om op het bankje rustig te gaan zitten. ‘Hé! Kan je mij misschien even helpen?’ hoort ze iemand vanuit de verte roepen. Karin opent haar ogen en ziet een vrouw die bezig is met haar auto op de parkeerplaats. Verbaasd kijkt Karin haar aan. Ze is best ver van de parkeerplaats af gaan zitten. Toch ziet ze verder geen mensen die dichter bij staan. Ze staat op en loopt naar de vrouw toe.

‘Ik moet deze spullen naar binnen slepen, maar het is te zwaar om alleen te tillen’ roept de vrouw. Als Karin bij de vrouw aankomt, ziet ze dat ze rode ogen heeft. Misschien heeft ze een moeilijke tijd achter de rug. Wat doet de vrouw eigenlijk in deze buurt? Ze heeft haar nog nooit gezien. Karin kijkt in de kofferbak en ziet niets. Dan is het plots zwart.

Ze wordt weer wakker door een dreun in haar hoofd. Het is donker en warm om haar heen. Voorzichtig pakt ze haar hoofd vast met haar handen. Ze stoot haar elleboog ergens tegen aan. Waar is ze? Ze probeert te bedenken wat er is gebeurd. Ze ging toch een vrouw helpen? Ze probeert rechtop te gaan zitten, maar stoot haar hoofd en zakt weer neer. Voorzichtig steekt ze haar hand omhoog. Zoveel ruimte is er niet. Ze hoort van alles, maar kan niet plaatsen wat. Ze sluit haar ogen en luistert. Haar hoofdpijn werkt niet echt mee. Er beweegt iets onder haar. Geluid van auto’s om haar heen.

Ze ligt in de kofferbak!

Het idee bezorgt haar alleen maar meer hoofdpijn. Haar hart begint sneller te kloppen. Ze moet hier uit. Het is te donker om haar heen. Ze begint te schreeuwen, maar het weerkaatst zo dat ze er nog meer hoofdpijn van krijgt. Rustig blijven, spreekt ze zichzelf toe en probeert de klep te vinden, maar die zit muurvast. Straks als ze eruit komt gaat ze niet voor een hoop gezelligheid zorgen. Haar hoofd bonkt. Het enige wat ze nu kan doen is rustig blijven liggen. Ze sluit haar ogen en probeert haar hoofd vast te houden. Elke drempel of gat in de weg zorgt voor nog meer hoofdpijn. Ze staan stil.

Karin maakt zich klaar om de eerste trap te geven, maar dan begint de auto weer te rijden. Stoplicht? Zebrapad? Ze heeft echt geen idee wat er allemaal om haar heen gebeurd. Na een poosje hoort ze minder andere auto’s en rijden ze over een hobbelige weg heen. Het moet niet veel langer duren of het eten van vandaag komt zo omhoog. De hobbelige weg is voorbij, merkt ze over grind heen rijden. De auto staat weer stil. Ze hoort hoe een deur open gaat. Dit is gewoon echt niet grappig. Als het haar vrienden zijn dan zijn ze nog niet jarig. Karin probeert zich zo te draaien dat ze makkelijk uit de kofferbak kan komen. Een bliepje. Karin ziet hoe de kofferbak open gaat. Het is licht om haar heen. Ze ziet niemand staan en stapt uit de kofferbak. Een grote betonnen hal is erom haar heen. Er is helemaal niemand. Ze ziet wel een deur. Als ze er naar toe wilt lopen voelt ze dat iemand haar armen pakt. Een doekje voor haar mond en neus. Ze ruikt iets heel raars en zakt weg.

Een trap in haar zij. Een klap tegen haar hoofd. Geschrokken gaat Karin rechtop zitten. ‘Deze is wakker’ hoort ze een zware stem boven haar. ‘Welk nummer?’ hoort ze een andere stem. ‘Dit is nummer 15. Degene die niet zo van het luisteren is’ De laatste zin wordt in haar oor gefluisterd. De rillingen lopen over haar rug. Waar is ze? Wat doet ze hier? Waarom kan ze niets zien? Ze probeert de blinddoek voor haar ogen weg te halen, maar haar handen zitten vast gebonden op haar rug. Ze voelt iets hards tegen haar rug en merkt dat ze tegen een muur zit. De grond is koud onder haar. Karin probeert nog een keer haar handen los te maken, maar ze zitten muurvast aan elkaar. Karin hoort de voetstappen dichter bij komen.

‘Nummer 15 eens even kijken’ hoort ze een zware stem zeggen. Ze heeft al door dat er drie mannen vlakbij haar zijn. Ze hoort dat de man met de zware stem hard begint te lachen. ‘Hoe heet je?’ vraagt de man. Stilletjes houdt Karin haar mond dicht. ‘Hoe heet je?’ vraagt de man nog een keer. Weer geeft ze geen antwoord met als gevolg een klap in haar gezicht. ‘Ik vraag het voor de laatste keer’ zegt de man rustig. ‘Karin’ zegt ze zachtjes. De hand van de man brand nog steeds op haar gezicht. ‘Zo heet je niet!’ roept de man ineens en trapt haar in haar zij. Ze valt om. Haar handen willen haar zij pakken, maar het lukt niet. Iemand zet haar weer overeind. ‘Hoe heet je?’ wordt er nog een keer gevraagd door de man met de zware stem. ‘Karin’ probeert ze zachtjes. Ze bijt op haar tanden voor het antwoord wat gaat komen. ‘Jij heet nu voortaan nummer 15. Wordt dit getal genoemd dan luister je ernaar. Begrepen?’

Het enige wat ze op dit moment kan doen is knikken en dit doet ze dan ook maar. Ze hoort hoe de man naar een andere kant loopt. De tranen glijden over haar wangen. Waar is ze? Hoe is ze hier terechtgekomen? Vragen spoken door haar hoofd. Een zware deur gaat dicht en dan is het stil. Ze hoort alleen haar onrustige ademhaling. Ze sluit haar ogen en hoopt dat het een droom is. ‘Nummer vijftien’ zucht ze. Hoezo nummer vijftien? Nog meer vragen in haar hoofd. Ze leunt naar achteren en voelt hoe haar hoofd begint te bonken. Waarom ging ze die vrouw helpen. Ze had ook weg kunnen lopen, maar ja dat is ook niet heel erg aardig om te doen.

Waar is die vrouw gebleven? Hoort zij ook bij deze mannen? Ze keek wel erg droevig en bang. Ze probeert haar handen los te krijgen, maar ze zitten goed vast. Ze zit niet tegen een gewone muur. Het is glad en voelt ruw aan. Niet normale bakstenen. De rest van de dag blijft ze geblinddoekt en vastgebonden zitten op de plek waar ze zit. Haar lichaam begint zeer te doen, omdat ze steeds op dezelfde plek zit. Haar maag rommelt, maar toch valt ze in slaap. Haar maag rommelt nog steeds als ze wakker wordt. Ze snapte al dat de mensen in het park vaak honger hebben, maar nu maakt ze het zelf mee.

‘Je bent wakker’ hoort ze een zachte vrouwenstem zeggen. Karin blijft stil tegen de muur zitten. ‘Ik mag niet je losmaken, maar het spijt me dat ik je riep’ zegt de vrouw zachtjes. Karin hoort dat de vrouw moet huilen. ‘Ik moest het doen. Anders zouden ze mijn zoon van alles aandoen’ huilt de vrouw verder. Nog meer vragen komen erbij in Karins hoofd. Een deur gaat open. ‘Tijd is voorbij’ hoort ze een stem zeggen. Ze heeft deze stem al eens eerder gehoord. Ze hoort voetstappen en dan is het weer stil.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Graag zou ik willen horen wat jullie ervan vinden. Tips & votes zijn altijd welkom!

De ontvoeringWhere stories live. Discover now