Hoofdstuk 7.

1.4K 55 1
                                    

Weekend. Eindelijk. Ik was er blij mee, maar ook weer niet. Ik was weg van Marianne, maar niet van Rein. Mijn vader was jarig, en natuurlijk werd Reins gezin ook uitgenodigd. Ik zat op de bank en staarde voor me uit terwijl iedereen met elkaar in gesprek was. Rein zat naast me op zijn telefoon met Marianne te appen. En het enigste was ik zag, waren hartjes en kusjes. Zuchtend rolde ik mijn ogen en stond ik op. 'Ik ga even een luchtje scheppen,' deelde ik mijn ouders en de rest mee. Ik haalde mijn jas van de kapstok af en liep het paadje af richting een veldje met een klein meer. Ik liet me tegen de eikenboom zakken die er vlak naast stond en liet mijn hoofd in mijn handen zakken. Rein maakte mij zo in de war. Hij flirtte die paar keer voor het gedoe met Marianne nog met me? En sinds wanneer was hij zó geoberserdeerd door haar... Die twee praatte haast nooit met elkaar. Nog steeds zat ik voorover geleund toen ik naast me iets hoorde kraken. De energie om op te kijken wat het was, had ik niet. Maar ik had al snel genoeg mijn antwoord. Een hand werd op mijn schouder gelegd, en een 'gaat het?' Werd in mijn oor gefluisterd. Maar wie was het? Ik herkende de stem niet eens. Ik keek op en keek in de ogen van een wat getintere jongen. Hij glimlachte zachtjes en daarbij kwamen zijn spierwitte tanden naar voren. 'Het gaat wel, denk ik.' De jongen zuchtte. 'Ik zie aan je dat er wat is, maar oké. Ik ben trouwens Owen,' hij stak zijn hand uit, en glimlachend pakte ik die vast. 'Seda. Seda van Hof.' Owen lachte. 'Owen. Owen Playfair.' Ik grinnikte. 'Ken ik jou ergens van?' Vroeg Owen op eens, na een 2 minuut durende stilte. 'Kan, geen idee. Kom je van hier uit de buurt?' Owen schudt zijn hoofd. 'Nee, maar toch kom je me zo bekend voor. Ben je vorig jaar op dat festival in Amsterdam geweest?' Ik knik. 'Ja! Ik denk dat je me daarvan herkent.' Glimlach ik. Owen glimlacht ook. Even staren we elkaar aan, totdat mijn mobiel ons uit trans haalt. Ik kijk op mijn beeldscherm en zie mijn moeder verschijnen. 'Sorry, ik moet denk ik weer naar huis. Ik zie je vast nog wel een keer.' Ik sta op en Owen volgt mijn voorbeeld. Hij geeft me een knuffel en daarna loop ik terug naar huis.

Al het bezoek is weg, op een gezin na. Dat van Rein. Rein draaide rondjes op mijn bureau stoel en staarde wat arrogant voor zich uit. Hoe kon het dat hij zo erg veranderd was binnen anderhalf jaar. Hij was niet zo. Diep van binnen zat die lieve gevoelige jongen er nog steeds in, maar op de een of andere manier liet hij die nu niet meer graag zien. 'Rein.' Zei ik, terwijl ik met mijn buik op mijn bed lag. 'Ja?' Zei hij, en hij draaide de stoel naar mijn richting. 'Nee laat maar.' Zei ik. Ik bedacht me dat het stom was om te vragen hoe het tussen hem en Marianne zat. Hij zou haar echt niet willen, want als hij morgen weer naar de kroeg gaat, heeft hij alweer 4 andere meisjes gezoend dan haar. Of ze moet al met hem meegaan, want dan zou hij het niet doen. 'Ga je morgen uit?' Vroeg ik, zonder dat ik erbij nagedacht had. Rein knikte en staarde naar de poster van One Direction die boven me hing. Ja, die poster was al heel oud. Ik was er fan van toen ik 10 jaar oud was, maar ik had nooit genoeg energie om op mijn bed te klimmen en die poster er van af te trekken. Dus, ik liet hem maar mooi zitten. 'Misschien een stomme vraag, maar is het oke als ik ook meega?' Rein keek me aan. De arrogante blik stond nog steeds op zijn gezicht en zou de komende paar uren ook niet veranderen. Ik vroeg me af wanneer hij wel nog kon lachen. Bij Marianne natuurlijk. In mijn gedachten sloeg ik mijzelf tegen het hoofd. Natuurlijk bij haar. 'Je kan wel mee, maar je gaat niet de hele avond achter mij aanlopen.' Nou ja zeg, dat was lekker aardig. 'En waar slaat dat op? Wij zijn al godverdomme 11 jaar beste vrienden, en nu kom je er mee dat ik niet bij jou mag zijn morgenavond? Ik blijf wel thuis. Onze vriendschap lijkt toch over te zijn.' Dat laatste kwam er twijfelachtig en zacht uit, maar Rein hoorde het toch. Hij keek me verontwaardigend aan. 'We zijn nog gewoon vrienden hoor? Ik wil gewoon niet aan een meisje vast zitten. Je weet hoe ik ben. En sowieso, al zou ik aan een meisje vast willen zitten, dan was het iedereen behalve jij.' Tranen vulde mijn helder groene ogen. 'Ga mijn kamer uit Rein, nu.'

i don't like this anymore. (Finished)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu