Hoofdstuk 17

46 3 0
                                    

Odette? Odette? Laat me nu niet in de steek! Hoor je me, Odette? Odette!

Charlie? Ik kwam langzaam weer bij bewustzijn. Ik had het koud over mijn hele lichaam en had geen gevoel meer in de rechter onderhelft van mijn lichaam. 

Nee, sorry, Odette, ik ben het, Nathan. Alles oké?

Zou je misschien van me af kunnen gaan? Je drukt me helemaal plat.

Het spijt me, ik kan geen kant op. Ik kan niet terugveranderen, ik kan niet eens mijn hoofd optillen. Het zit er slecht voor ons uit, denk ik. 

Wat moeten we nu doen?

Geen idee. Wachten op hulp? 

Dat kan nog wel lang gaan duren, denk je dat je het nog zo lang volhoudt? 

Ik kreeg geen antwoord hierop. Zelf wist ik ook niet wat te doen. Ik zou het ondanks de kou en het feit dat ik vast had wel volhouden, ik maakte me echter wel zorgen om Nathan. Ik luisterde naar de geluiden in het bos om te kijken of er nog iemand in de buurt was. Ik hoorde niks, het enige wat ik hoorde waren de geluiden van de nacht. In de bosjes naast me hoorde ik het getrippel en gepiep van muizen. Opeens kreeg ik een idee. 

Ik focuste me op de harige knaagdieren. Ik wist niet precies wat ik moest doen, ik wist alleen wat ik wilde doen. Ik begon over mijn hele lijf te trillen, dat was goed dacht ik. Er gebeurd iets. Ik hoorde Nathan's verwarde gedachten, ik maakte me nog meer zorgen om hem aangezien zijn gedachten niet eens meer woorden vormden. Ik voelde de sensatie die ik altijd voelde wanneer ik veranderde, het tintelen van mijn botten die zich langzaam vervormde. Alleen veranderde ik deze keer niet mijn oude vorm, maar in die van een muis. Zo snel als ik kon kroop ik onder Nathan vandaan. Mijn rechter been, of beter gezegd mijn rechterpoot deed pijn, maar ik voelde het al genezen.

Ik voelde me benauwd in een muizenlichaam, ik was zo klein. Alle muizen die in de buurt waren waren plotseling verdwenen. Blijkbaar was ik iets onnatuurlijks voor hen, niet een van hun soort . Snel veranderde ik weer terug in mijn oude vertrouwde vorm, die van de Golden Retriever. Dit ging deze keer haast moeiteloos. Ooit wordt ik hier nog eens goed in, dacht ik. 

Eerst ging ik naar Nathan. Ik drukte mijn koude snuit tegen zijn wang en kreeg meteen een reactie.

Odette? hoorde ik zwakjes. 

Ja, antwoorde ik. Zo van dier op dier communiceren ging veel makkelijker, dan van dier op mens. Ik ga zorgen voor hulp. Rustig blijven, ik ben zo terug.

Slepend met mijn rechter achter poot strompelde ik over de koude vochtige bosgrond. Ik was stijf van het liggen, maar met iedere snap ging het beter. Ik liep een eind in de richting waarvan ik dacht dat we vandaan kwamen. Toen ik na een tijdje nog altijd niet had gevonden waar ik naar opzoek was, bedacht ik me dat ik ook gebruik kon maken van de voordelen die ik in mijn dierlijke vorm had. 

Ik drukte mijn snuit tegen de grond aan. Iets wat voor mij heel vreemd voelde, hoewel ik het talloze honden en andere dieren heb zien doen en ging op zoek. Al snel kwam ik bij mijn doel. Eureka! Ik vond Nathan's kleren die verscheurd waren tijdens de verandering. Ik veranderde terug zodat ik beter kon zoeken.

In een stuk wat een van de broekzakken geweest leek te zijn vond ik een mobiele telefoon. Ik zette het toestel aan, maar tot mijn grote schrik had het geen bereik. Ik probeerde op te staan om een poging te doen bereik te vinden op de manier zoals je vaker in films ziet. Het toestel hoger in de lucht houden en lopen. Ik kwam echter helemaal niet meer overeind. In het licht van de maan inspecteerde ik mijn been  en ik kon zelfs met mijn beperkte medische kennis zien dat het er niet goed uitzag. Het was zeker weten gebroken, als niet verbrijzeld. Dit kon niet zo makkelijk genezen als andere verwondingen, dit ging wel even duren.

MaanlichtOù les histoires vivent. Découvrez maintenant