Compositie #13

0 0 0
                                    

Na mijn lange tocht over stoffige paden en kille passen
Rijst voor mij een wand op, zwart en honderd meter hoog
De tocht liep ik in stilte, mijn metgezel
Slechts de wind en een voetstap, steeds de één en dan de volgende
Alleen, alleen, want reizen met vriend en lied
lijden elders, over een dwaalspoor van groene weides

Ik blaas uit om de geesten te bezweren, en staar tegen de steen
Spiegelend graniet en obsidiaan, mijn reflectie
Dof en bleek, gevangen als mijn ziel
Ik schraap de moed bijeen voor een reis naar de kern van de aarde
Alles doe ik liever dan hier binnentreden
Of doe ik alles liever als ik hier binnentreed?
Doodstil, doodstil, zo lang ik wil
Kan ik hier staan en staren in de onherbergzaamheid
Maar dat is slechts bewijs van wat hij voor mij wil bewaren

De hele reis al gingen mijn gedachten hiernaar uit, geef ik tenslotte toe
De rots riep mij, en ik ben gekomen
Mijn ademhaling versnelt van anoniem onbehagen
In mij roert zich een instinct dat ik alleen in het donker kan begrijpen
Met het doven van de nachtkaars
Wennen mijn ogen aan het duister
Geheim, geheim, uit de eierschaal
onthult zich een sterrenhemel
niet te stelpen van verlangen
Dit is mijn teken, ik leer je
De betekenis van toevertrouwen

Naar binnenWhere stories live. Discover now