4. Adelijk Bloed

1 0 0
                                    

Robert Veracker werd wakker van een stekende hoofdpijn ter hoogte van zijn slapen. Langzaam opende hij zijn ogen en werd verblind door een straal zonlicht die verblindend door een spleet in het dak scheen. Het heldere licht werd nog eens extra weerkaatst enkele spiegelscherven die langs Roberts bed lagen en waar hij elke ochtend bewust overheen stapte. De zolder was een allegaartje van oude en gebroken spullen, bonte kleuren en spinnenwebben. Het merendeel van de spullen stond er al toen Robert er na het behalen van zijn Hoofs Functioneel diploma introk, samen met Janus. Erim en Dorian woonden er al langer. Alle vier waren ze klusjesmannen die voor de meest uiteenlopende zaken werden ingehuurd, van het herstellen van losse kasseien, tot het opblinken van de gouden lusters van het paleis. Ze werden ook opgeroepen voor klusjes in de huizen van andere leden van de Hoofse Functionele Burgerij en Lilian Emelot maakte hier handig gebruik van.

Robert zwiepte zijn benen uit het bed, hopte over de spiegelscherven, zigzagde tussen de opgestapelde dozen en klom langs de touwladder naar beneden. Hij groette Dorian, die zijn gele kaplaarzen aan het opblinken was. Robert had geen behoefte aan een ochtendgesprek. De strontregen had hem lastig gemaakt, het voorval in de troonzaal had hem hoofdpijn bezorgd en de gedachte aan de afspraak met de oersaaie koning, zijn irritante raadgever en de doorgedraaide temposneller maakte hem misselijk. Hij geeuwde en voelde zijn maag knorren. Robert piepte door de gordijnen van de woonkamer. De zon stond al erg hoog.

Om half twaalf werd hij verwacht bij de koning. Jammerend trok hij de gordijnen over zijn hoofd en verborg zich voor enkele seconden van de wrede buitenwereld.

'Al 3 minuten en 22 seconden te laat, uwe hoogheid.' De temposneller noteerde de tussentijd in zijn tabel.

'Het zou me werkelijk verwonderd hebben moest hij vandaag eens op tijd arriveren,' merkte de raadsheer minachtend op, terwijl hij diep doorgezakt in zijn stoel lag en traag in het kopje thee roerde.

'Mag ik u ervan bewust maken dat u last heeft van een onbehoudend tempo wat betreft het roeren in uw kopje, meneer,' brabbelde de temposneller, 'misschien moet u eens wat constanter proberen te roeren.'

Siel staarde hem aan. 'Bemoei je met je eigen kop thee.'

'Dat is helaas niet meer mogelijk. Ik heb hem al in zeven en een halve seconde leeggedronken, mijn korte verslikking inbegrepen.'

'Was er in gestikt, idioot!' De raadsheer boog zich briesend naar de temposneller, klaar om met hem op de vuist te gaan. Het paarse relvuur borrelde op.

'Houd op met dat gekibbel! Mensen van jullie stand zouden het verstand moeten hebben om kinderachtige ruzies te vermijden.' De koning keek hen één voor één nadrukkelijk aan.

De raadsheer knikte begripvol. 'Als dit mislukte tempotijdtoestel zijn tijdbetreffende gaven niet zo tentoon zou spreiden, zou ik niet de behoefte hebben om zijn dikke nek om te wringen!'

De koning zuchtte verveeld. 'Eggers, ik verwacht dat u uzelf gedeisd houdt.'

De temposneller glimlachte in zichzelf. 'Opnieuw een onbehoudend tempo wat betreft spreken. Het is normaal dat mensen hun tempo versnellen op het einde van de zin indien ze hun woorden kracht bij willen zetten. Helaas verandert meneer Eggers zelfs in zo'n versnelling voortdurend van tempo.'

'WAT ZEI JE DAAR?!' De raadgever sprong woest overeind. 'Ik zal je dadelijk eens met een 'onbehoudend tempo' van kant maken!'

'GENOEG!' brulde de koning zo luid dat Robert Veracker als verlamd aan de deur bleef staan. De raadsheer en de temposneller krompen ineen.

'Als u niet met elkaar overeen kunt komen, stel ik mij verplicht om één van u te vervangen door iemand die wel in staat is de ander te respecteren.'

De raadsheer wierp een moordende blik naar zijn langzaam wordende vijand. 'Doe dan die wandelende klok maar.'

Verhalen uit het land Yhts: De koninklijke proevenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu