~ 10 ~

16 1 0
                                    

Een akelige stilte valt. Rustig lopen we verder. We komen bij de boom waar zij toen tegen aan had gezeten. Ze stopt en laat zich opnieuw tegen het harde hout zakken.

"Alsjeblieft, laat me met rust." hoor ik haar zeggen.

"Maar dat wil ik niet," zeg ik meteen.

"Je moet. Alsjeblieft. Hou niet van mij."

Haar woorden raken me diep vanbinnen. Het doet pijn. Ik kijk in haar ogen. Ze zijn niet leeg, maar gevuld met pijn, zo veel pijn.

"Ga weg, alsjeblieft?" vraagt ze meer dan dat ze het beveelt.

"Maar ik wil niet."

"Ik wel."

Besluiteloos blijf ik voor haar staan. Ik weet niet of ik haar wil laten gaan. Of ik daar wel klaar voor ben. Ook al zou ik haar maar één avond en nacht moeten missen, het was te veel. Het liefst zou ik de rest van de dag met haar spenderen. Opnieuw kijk ik in haar ogen. Ze smeken me om naar haar te luisteren. Ze geven me geen keus.

"Oké," zeg ik uiteindelijk. "Maar ik zie je morgen weer."

Ze knikt en ik glimlach verlegen. Misschien zal ze dan wel willen praten.


Morgen zie ik je weerDonde viven las historias. Descúbrelo ahora