Hoofdstuk 45 - Hereniging

69 12 8
                                    

Melody hield haar hoofd gebogen toen ze door de hekken van het oude Niverium reden. Dit waren de laatste seconden dat ze moest doen alsof. Hierna kon ze weer gewoon zichzelf zijn. Ze keek over haar schouder naar het oude Niverium. Het gebouw verdween langzaam in de verte.
Toen haar blik weer naar Jesper gleed, zag ze zijn schouders ontspannen. Via de spiegel kon ze de kleine glimlach op zijn gezicht zien. 'Nu is het echt voorbij. Hoe voelt dat?'

'Als een enorme opluchting.'

'Voor mij ook,' bekende hij. 'We rijden nog een eindje tot we echt goed weg zijn. Dan ga ik je bevrijden en rijden we naar Niverium. Is dat goed?'

'Ja, dat is prima.' Ze leunde tegen de stoelleuning. De handboeien prikten in haar rug, maar dat vond ze niet eens erg. Ze was al lang blij dat ze uit het oude Niverium weg was. Hoe aardig Kim en haar vrienden ook waren geweest, ze miste haar vrienden.

Ze wilde Lucile weer zien en betrokken zijn bij Dominique's domme plannen. Ze wilde die stomme Melody-cult van ze nu weleens met eigen ogen zien.
Als het hier eindigde tenminste. Wat als haar herinneringen niet genoeg waren om Ricky en Steven te vinden? Wat als er nog meer mensen waren? Kon ze wel echt veilig zijn, of...?
Melody wilde er niet over na denken, want ze kende het antwoord op die vraag. Dus focuste ze zich op de zachte muziek die door de auto galmde, terwijl ze probeerde te doen alsof dit een goed einde was.

Na een kwartier rijden hadden de weilanden plaatsgemaakt voor een bosgebied. Jesper reed door de verharde weg die een strakke streep tussen de bomen trok. Hij draaide de muziek wat zachter en keek haar via de spiegel aan. 'Ik denk dat we nu wel ver genoeg zijn. Ik ga een parkeerplek zoeken. Die handboeien doen vast pijn. Ik heb ze geloof ik te strak gezet.'

'Ik voel ze wel,' gaf ze toe.

'Dat dacht ik al. Sorry, ik moest doorpakken. Ze waren behoorlijk overstuur.' Hij minderde vaart en keek achterom, voor hij een kleine zandweg in stuurde en een eindje het bos in reed. Melody keek om zich heen. Keren zou hier lastig zijn. Hopelijk kende hij de weg. Ze wilde niet graag vast komen te zitten op een krap bosweggetje. Jespers ogen dwaalden onrustig heen en weer alsof hij hetzelfde dacht.
Melody betrapte zichzelf dat ze zijn gespannen ogen volgde. Ze kon een glimlach niet onderdrukken. Na alles was dat het gene waar ze zich zorgen over maakte? Stranden in het bos was wel het minste van haar problemen.

'Dat was iets te enthousiast,' lachte Jesper. 'Hopelijk weet ik nog hoe ik achteruit moet rijden.' Hij zette de auto voor een modderige plas en keek uit het raam. 'Laten we je eerst maar bevrijden,' mompelde hij. Iets aan zijn stem was veranderd. Zijn ogen staarden gespannen tussen de donkere bomen alsof in het bos iets te zien was.

'Wat is er?' Ze volgde zijn blik. In de schaduwen tussen de bomen bewoog iets. Was er iemand buiten? Waren ze gevolgd?

'Niks waar jij je zorgen over moet maken.' Hij stapte uit en gooide de deur met een klap dicht. Twee seconden later klonk er een luide klik. Hij had de deuren op slot gedaan.

'Wat doe je?' Paniek overspoelde haar. Als ze hier vast zat, kon ze hem niet verdedigen. Hij moest haar losmaken. Hij maakte geen kans tegen mensen als Ricky. 'Jesper!' riep ze angsig. Haar ogen schoten nogmaals naar het bos. Langzaam werden de silhouetten van mensen zichtbaar.
'Jesper,' schreeuwde ze, in een poging de aandacht van de niverial te krijgen, maar hij reageerde niet op het geluid. Hij liep richting de beweging. Er stond een lach op zijn gezicht. Zag hij niet dat ze in gevaar waren? Ze zouden hem zonder aarzelen uit de weg ruimen. Hij maakte geen schijn van met zijn gave en zij kon niks anders dan toekijken.
Melody rukte aan haar handboeien terwijl hij dichter naar de silhoueten liep.

'Goedemorgen Ricky,' zei hij met een misselijkmakende lach. Ijs verspeide zich door Melody's hoofd alsof hij opnieuw haar hoofd was binnengedrongen. Maar dat gebeurde niet. Hij stond daar gewoon, recht tegenover Ricky, Steven en een paar anderen die bivakmutsen over hun hoofden hadden getrokken. Hij leek niet bang, niet eens onder de indruk van hun aanwezigheid. Alsof hij al lang wist dat dit zou gebeuren, omdat hij het gepland had.
Omdat hij degene was achter de laatste muur in haar hoofd.

Schaduw spel | Deel 2Where stories live. Discover now