Hoofdstuk 11 - Oorzaak en gevolg

79 13 4
                                    

Melody had geen flauw idee hoe, maar zowel het wisselen van de testen als het incident met de foto leek geen gevolgen te hebben. Toch was Melody extra op haar hoede. Op avonden dat ze naar de anti-begaafden vereniging ging, maar ook toen ze die maandag naar school liep.

Het was een zeldzame zonnige ochtend en de lucht boven het schoolgebouw had een pastelroze kleur. Het licht weerspiegelde in de blinkende zwarte auto's die het parkeerterrein op reden. Het waren er minstens vijf. Het was genoeg om ervoor te zorgen dat Melody abrupt tot stilstand kwam. Vanuit de schaduw van een plataan boom keek ze toe hoe de koplampen doofden en figuren uit stapten.
Een rilling kroop over Melody's rug. Het waren niverials. En er was maar een reden waarom ze hier waren. Als wespen zwemden ze om het schoolgebouw heen. Hun voetstappen waren zo luid dat Melody ze vanaf haar plek kon horen.
Een man kwam gehaast door de deuren van de school lopen. De conciërge vermoedde ze. Hij gebaarde wild met zijn handen heen en weer, alsof hij met ze probeerde te onderhandelen.
Melody slikte en wende haar blik af. 'Sorry,' fluisterde ze. Ze probeerde de kou die haar overviel te negeren. Tranen branden in haar ooghoeken, maar ze had geen tijd om te huilen. Ze wist dat dit vroeg of laat zou gebeuren, ze had alleen gehoopt het moment uit te stellen. Maar dat ging niet meer. Ze waren er en deze plek was niet langer veilig. Over een paar uur wisten de niverials haar adres, waar ze werkte en welke naam ze gebruikte. Het enige wat ze niet wisten, was dat ze niet achter een opstandige begaafde, maar een moordenaar aan zaten. En ze zou hen geen kans geven om er achter te komen.
Haastig liep ze weg bij de school. De niverials zouden niet wachten tot ze oké was. Het maakte de wereld niet uit hoe ze zich voelde of waarom ze deed wat ze deed. Alles wat ze zagen was haar duisternis. Precies waar Lucas haar ooit voor had gewaarschuwd.

Melody hield haar gezicht in een plooi, maar met elke stap die ze zette, schreeuwde ze van binnen. Waarom kon ze niet gewoon verder met haar leven? Wat moest ze nog meer opgeven? Hoeveel moest ze nog meer inleveren? Ze had alles al verloren en nu zou het opnieuw gebeuren. Was dit nu haar leven?

Ja, besefte ze zich toen ze de sleutel in haar deur van haar appartementje stak en naar binnen rende. Snel pakte ze haar kleren en propte de weinige bezittingen waar ze waarde aan hechtte in haar tas. De doos met foto's die ze van haar ouders had gekregen, de ketting met het sleuteltje, een van Dave's flyers. Hoelang zou het duren voordat ze een nieuw thuis had? Hoe snel zou het zijn voor ze opnieuw een leven had opgebouwd? Of zou dat haar niet meer lukken? Wat als dit de laatste keer was?

Haar ogen dwaalden door haar karige appartementje. Ze wilde wat ze had nog niet los laten. Maar ze moest.

Rusteloos liep Melody door haar appartement tot ze er zeker van was dat er niks was wat de niverials verder zou helpen. Net toen ze naar buiten stapte rinkelde haar telefoon. Een zinkend gevoel vulde haar lichaam. Melody keek naar haar scherm. Haar mentor belde haar. Aarzelend drukte ze op het groene hoorntje. 'Met Summer.'

'Hallo Summer, waar ben je?' Mevrouw Morger klonk bezorgd.

'Ik ben thuis gebleven. Ik ben ziek.' Ze liep bij haar appartement weg. De felle zon brandde in haar ogen.

'Waarom heb je je niet absent gemeld?'

'Ik was ermee bezig, maar toen belde je al.'

Er klonk gestommel aan de andere kant. 'Summer kun je toch even naar school komen? Er is twee weken terug met de testen geknoeid, dus nu hebben de niverials over de vloer. Ze willen iedereen hertesten.'

Melody forceerde een hoest. 'Ik ben daar te ziek voor. Kan het niet een andere keer?'

Even was het stil. Er klonken gedempte stemmen op de achtergrond. 'Nee, dat kan niet. Als je echt niet kan komen, willen ze wel naar jouw huis komen, maar ze staan er op.'

Melody haalde diep adem. Hier ging ze zichzelf niet uitpraten. 'Testen is toch niet verplicht?'

Opnieuw klonk er onverstaanbaar gepraat. 'Normaal niet, maar omdat er met de testen geknoeid is, hebben ze reden om te geloven dat iemand een gave achterhoudt. Dus ze hebben het recht om jouw hele klas te testen.' Morger werd plotseling stil. Alsof ze eindelijk de link legde. 'Jij bent het toch niet?' Haar stem was opeens een stuk zachter.

'Nee, natuurlijk niet.' Haar keel voelde als schuurpapier. Ze was betrapt.

'Summer, een van de niverials wil met je spreken. Ik geef de telefoon even aan hem. Oké?'

'Is goed.' Ze beet op haar lip. Het was niet goed. Het kwam niet goed. De tranen waarvan ze eerder dacht dat ze kill genoeg was om ze in te houden, liepen over haar wangen. Ze dwong zichzelf om door de lopen. Weg bij het kleine gebouw dat ze voor even thuis had genoemd. Het was op dat moment dat een bekende stem door de telefoon sprak.

'Hallo Summer, je spreekt met Lucas. Ik ben een van de niverials.'

Ze hapte naar adem. Als ze iets zei, zou hij haar herkennen. Dan wisten ze wie ze was. Ze moest ophangen. Maar ze kon het niet. Het naïeve kleine meisje in haar had de kracht niet om hem weg te drukken. Wat maakte het ook uit? Ze kon toch niet voor eeuwig blijven rennen. Waarom was ze zo bang dat ze haar te pakken kregen? Het was niet dat ze nu wel iets had. Een snik ontsnapte uit haar mond.

'Ik snap dat dit allemaal heel overweldigend is. Is er iets wat ik voor je kan doen om het te makkelijker te maken?'
Nee, dat was er niet. Tranen dropen over haar lippen. Een zoute smaak vulde haar mond.

'Hallo, ben je daar nog? Ik wil je helpen.' Lucas klonk vriendelijk, zoals hij altijd had gedaan. Ontspannen, ontwapenend. Ze haatte dat het waarschijnlijk oprecht was.
Een hoorbare snik ontsnapte uit haar mond.
'Hé meid, gaat het wel?'

'Nee,' zei ze, diep inademend. 'Maar dat is oké. Ik denk niet dat het met mensen als mij goed hoort te gaan, wel?'

De stilte aan de andere kant was ijzingwekkend. Het duurde veel te lang voor Lucas antwoordde. 'Melody? Ben jij het?'

Een lege lach schoot uit haar keel. 'Wie anders? Is er iemand anders die dom genoeg is om haar achternaam als schuilnaam te gebruiken?'

Hij negeerde haar vraag. 'Melody, kun je me vertellen waar je bent? Dan kunnen we je helpen.'

'Jullie gaan me niet helpen.' Ze balde haar vrije hand tot een vuist. 'Het spijt me Lucas, je had altijd al gelijk. Ik ben bang dat we nu inderdaad lijnrecht tegenover elkaar staan. Maar als het je troost, ik heb naar mijn hart geluisterd. Hij verdiende het.'

Ze wachtte zijn antwoord niet af. Ze drukte de telefoon uit en gooide hem in het eerste putje dat ze tegenkwam. Kletterend viel het apparaat in het donkere gat.Schaduwen kietelden tegen de binnenkant van haar huid. Melody duwde haar nagels in haar handpalm tot ze het niet meer voelde. Ze had niks gedaan waar ze spijt van had. Louis had veel mensen gedood en zou daar nog lang mee door zijn gegaan. Het was beter dat hij er niet meer was. Maar als dit goed was ... Als ze echt het juiste had gedaan ... Waarom deed haar hart dan zoveel pijn? 

Schaduw spel | Deel 2Donde viven las historias. Descúbrelo ahora