Hij focust zich op zijn ademhaling om zich af te leiden van elke andere gedachte die hij heeft. De weg naar de trap lijkt eindeloos te duren, alsof de gang plotseling honderden meters langer is geworden. Hij durft zijn blik niet van zijn doel te halen, bang dat de bewakers zijn starende blik zullen voelen branden. Plotseling voelt hij de antislipstrip op de rand van de traptrede. Hij heeft het gehaald.

Pas dan staat hij zichzelf toe om over zijn schouder te kijken. Ze hebben hem niet gezien. Nog niet ...

Hij gaat zo snel mogelijk de hoek om en haalt diep adem. Het verlaten trappenhuis is voor een keer een veilige haven. De slordige tekeningen van eerstejaars, hangen aan de muren naast hem. Hij gunt zichzelf niet de tijd om er naar te kijken. Hoe langer hij wacht, hoe groter de kans dat iemand plotseling de trap op besluit te lopen. De muren van deze veilige plek kunnen ook een rattenval worden.

Hij stormt de trappen zo stil als hij kan af, maar zijn benen gaan zo snel dat hij zichzelf niet kan bijhouden. Hij maakt een misstap, glijdt van een traptrede af en valt hard op de vloer. De klap echoot door het trappenhuis. 'Shit!' sist hij, waarna hij zijn kiezen op elkaar klemt. Het hoofd koel houden, dat had zijn vader hem nog zo op het hart gedrukt. Dat is toch een van de belangrijkste dingen in een gevaarlijke missie. Alsof elke bewaker in de school hem heeft gehoord, vullen de gangen zich met voetstappen. De lampen boven hem vliegen aan. En zijn hart vertelt hem te rennen.

Zonder aarzelen duwt hij zich overeind en zet het op een lopen. Het geluid van zijn voetstappen galmt door de gangen, maar het maakt niks uit. Vanuit een ooghoek ziet hij hoe een in het zwart gekleed figuur naar zijn holster grijpt. Dan volgt een oorverdovende knal.

Hij wacht op de pijn, maar die komt niet. Een euforisch gevoel spreidt zich uit door zijn lichaam. Ze hebben hem gemist. Het is nog niet voorbij.

'Don't you dare to move,' gromt de stem van Brombeer, vanaf het trappenhuis. Nu zijn het er twee en de voetstappen van meer zijn al te horen.

Stoppen was nooit een optie. 'Catch me if you can!' zegt hij met een lach. Hij haalt diep adem en rent nog harder dan voorheen. Dit is zijn moment. Nu of nooit. De adrenaline die door zijn bloedbaan gunst, verdooft alle angst. Het is bijna een spelletje, behalve dat het echt game over is als hij verliest. Geen reset, geen ander leven.

Wat is je plan? vraagt hij zichzelf, als hij door de gangen racet. De hoofduitgang is geen optie. Daar houden ze rekening mee. Hij moet een raam vinden om door te klimmen. Nee, dat zou te lang duren. Tenzij hij nu iets kan vinden om door een raam te gooien. Of een branddeur, herinnert een groen oplichtend bordje aan het einde van de gang hem. Hij is er bijna.

Zijn hele lichaam staat in brand als hij richting de deur sprint. Zijn handen reiken naar het metalen handvat. Hij moet dit halen. Hij kan dit halen. Voor Fynn.

Dan volgt er nog een luide knal.


***

Het geluid van het tweede schot galmt door de school. Fynns schouders schokken en er ontsnapt een snik uit Amelia's mond. Tijd om te beseffen wat het geluid betekent, krijgen ze niet. Een derde en vierde knal vullen de stilte, voor het schieten stopt.

Lily krimpt ineen. Ze bijt op haar lip om snikken binnen te houden. Yasmin lijkt bevroren te zijn. Luke ijsbeert door het lokaal en Marlee trekt velletjes papier uit elkaar. Amelia zou zoveel moeten voelen, maar uiteindelijk voelt ze zich verdoofd. Dit had hun redding kunnen zijn, maar ze had geweten dat dit een fout was. Ze heeft Sage laten gaan en hem regelrecht in een val gestuurd. Ze had verdorie naar zichzelf moeten luisteren! Dan stond Sage nog in hun midden. Tranen lopen over haar wangen. Ze wil schreeuwen, maar ze is te bang dat The Joker haar hoort. Haar hele lichaam trilt, maar er is niemand meer om bij te schuilen. Haar vrienden zijn portretten op een bord en lege zielen die door de kleine ruimte dwalen. Ze wachten allemaal op een einde dat niet lijkt te bestaan.

Ze hebben verloren.

Marlee gooit de papieren van de tafel en kijkt hoe ze naar de grond dwarrelen voor ze op de tafel gaat zitten. Haar ogen gaan de ruimte door. Ze opent haar mond, maar doet hem dan weer dicht. Ze slaat haar blik neer en mompelt zachtjes een tekst, die steeds luider wordt. 'I pushed you in my ocean and made you promise not to drown.'

Bluefire, realiseert Amelia zich. Het is geen mooi lied, maar niks is dat meer past op dit moment. 'I spread my wings to fly to the bottom' fluistert ze zacht.

'In the morning you'll realize that I won't be a hero in your story,' gaat Marlee verder.

Het past te goed. Hun verhaal kent geen helden, geen einde en geen ochtend. Zelfs de hoop is door de barsten van hun harten weggesijpeld. Alles wat ze nog hebben is een oceaan. Waar de bodem is, weten ze niet eens. En als de voetstappen op de gang Marlees zachte stem onderbreken, beseft Amelia zich, dat ze nog veel dieper zullen zinken. 

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Donde viven las historias. Descúbrelo ahora