Dag 6 - 11:13

46 5 0
                                    

Op het moment dat Yasmin door het lokaal schreeuwt weet Amelia dat er iets goed mis is. Ze schiet overeind, met een duf hoofd. Ze had eindelijk toegegeven aan haar vermoeidheid, maar rust wordt haar niet gegund. Adrenaline giert al door haar hoofd, ook al heeft ze geen idee wat er aan de hand is. Ze kan heel veel dingen bedenken, maar niks kan goed zijn. Haar ogen schieten als eerst naar het bord, maar die staat nog steeds uit. The Joker is het niet, dat is iets.

Als ze om zich heen kijkt ziet ze dat Marlee languit op de grond ligt. Haar ogen speuren naar een kogelgat, maar dat is er niet. Snel loopt ze wat dichterbij. 'Wat is er?'

'Ze viel zomaar ineens,' zegt Dave.

'Ze is flauwgevallen,' zegt Yasmin bars. 'Dat gebeurt soms als je weinig te eten krijgt.'

'Doe haar benen omhoog,' commandeert Lily die zich langs Amelie wurmt. 'Dan stroomt er zuurstof naar de hersenen.'

Yasmin kijkt naar Lily. 'Dat weet ik. Ik red me wel.' Ze trekt een stoel bij en legt Marlees benen erop. Dan schiet haar blik naar Amelia 'Zoek eens wat te eten voor haar.' Ze grijpt Jeremiahs jas van een stoel en propt die onder Marlees hoofd.

Amelia kijkt de klas rond. 'He, is er iemand die nog iets in diens tas heeft zitten?' vraagt ze. 'Het maakt niet uit wat het is.'

Even blijft het stil en wordt er niet op gereageerd.

'Kijk alsjeblieft even?' zegt ze dan nog eens, iets strenger.

Eindelijk lopen mensen naar hun tassen. Na even loopt Eliza naar Amelia toe. 'Er zat nog een pepermuntje in Miloux' tas,' zegt ze zacht, het witte snoepje in haar hand drukkend. 'Meer is er niet.'

'Dat is beter dan niks,' zegt Amelia, die het pepermuntje van Eliza aanneemt. 'Tenminste, als je het goed vindt dat Marlee het krijgt?'

Ze knikt zacht. 'Zij heeft het het hardst nodig.'

Amelia geeft het pepermuntje aan Yasmin. 'Meer is er niet.'

Die zucht luid. 'Bedankt.' Ze stopt het in haar zak en tikt zacht tegen Marlees wang. 'Hé wakker worden. Ik heb hier geen zin in.'

Het meisje kreunt wat en opent dan heel langzaam haar ogen.

'Hier.' Yasmin duwt pepermuntje in haar hand. 'En niet nog een keer neervallen. Ik ga hier niet in mijn eentje zitten.

Ze stopt het pepermuntje in haar mond. 'Dit is toch niet genoeg om mijn honger te stillen?' zeurt ze.

'Bek dicht en kauwen,' commandeert Yasmin. 'We hebben allemaal honger.' ze pakt een flesje, vult die met water en drukt die ook in haar hand. 'Drink veel water, dat geeft nog een vol gevoel,' zegt ze.

'Maar ik heb geen dorst,' zeurt Marlee weer. Maar het is niet een antwoord wat Yasmin tolereert.

Amelia zucht geluidloos en slentert terug naar haar eigen plek. Snappen zal ze Yasmin nooit, maar het meisje doet haar best. En als ze nog lang met elkaar opgesloten zitten, moeten ze dat allemaal tolereren.

Ze laat zich tegen de grond zakken en trekt haar knieën op. Dit wil ze niet. Dit heeft ze nooit gewild, maar het is haar gegeven. Zonder dat iemand het wilde. Ze klemt haar kaken op elkaar en haalt diep adem. Ze kan nu niet meer terug. Nu moet ze wel.

Ze kijkt op en ziet Fynn en Sage met elkaar praten. Normaal zou ze bij hen gaan zitten, maar nu voelt het niet goed, onwelkom. Yasmin, Dave, Lily en Marlee zitten bij elkaar. Vreemde combinatie, maar het lijkt te werken. Marlee lacht weer om Daves grappen. Dan gaat haar blik naar een hoopje mens dat in de hoek is opgekruld, bijna zoals zij. De laatste dagen is ze vaker alleen, als het niet altijd is. Amelia staat op en loopt naar Eliza toe. 'Is het oké als ik bij je ga zitten?' vraagt ze.

Eliza knikt zacht. Ze kijkt Amelia door een gordijn van blonde haren aan.

Amelia nestelt zich in. Ze kijkt vanuit haar ooghoek naar Eliza. Het voelt zo overbodig om te vragen hoe het gaat. Ze hebben al zoveel klasgenoten verloren. Amelia als eerste, maar niemand is iemand zo dichtbij verloren als Eliza en Miloux. Toch vraagt ze het, omdat ze niet weet wat ze anders moet zeggen. 'Hoe gaat het?'

'Geen idee,' antwoordt Eliza. 'Ik voel me... leeg.' Ze veegt haar haren uit haar gezicht.

Amelia knikt. 'Ik weet hoe dat voelt.' Ook al zal ze nooit precies weten hoe het is om in Eliza's schoenen te lopen.

'Met jou gaat het niet veel beter, hè?' Eliza vouwt haar armen om haar benen.

'Is het zo duidelijk?' vraagt Amelia, haar kin op haar knie leggend.

Eliza schudt haar hoofd. 'Dat valt wel mee, maar er is niemand met wie het wel goed gaat. En jij hebt ook iemand verloren. Ik weet hoe dat is.'

Amelia knikt, niet-wetend wat ze moet zeggen. Wat voor leider is ze als ze niet eens woorden kan vinden voor degene die ze het meeste nodig hebben? 'Ik denk niet dat ik dit kan,' zegt ze dan uiteindelijk, zuchtend.

'Ik denk dat er niemand is die het kan. We willen hier allemaal weg. Ik wil naar Miloux toe.' Een traan bungelt over haar wang.

Een brok ontstaat in haar keel. 'Fynn zou het kunnen, Sage, Lily, zelf Yasmin zou het beter doen dan ik.' Ze bijt op haar lip tot die bloedt. 'Je moet nog even volhouden. W-we... ik heb je nodig.'

'Jij ook,' antwoordt Eliza. 'We moeten dit samen doen. Nog even en dan is het voorbij. Ze komen ons bevrijden.'

Ze knikt en slikt die brok weg. Dat moeten ze blijven geloven, al wordt die hoop steeds dunner en dunner. 'Denk je dat je...' Ze twijfelt of ze het wel moet vragen en toch bradnt de vraag. 'Denk je dat je Miloux weer gaat zien? Uiteindelijk.'

'Ik weet het zeker,' zeg Eliza. Een kleine glimlach verschijnt op haar gezicht.

Amelia glimlacht ook. 'Dat moet fijn zijn, die gedachte. Ik weet niet eens of ik Jackie nog wel terug kan zien.' Ze pauzeert en kijkt Eliza aan. 'Moet je ergens in geloven om... naar de hemel te mogen?' Ze voelt zich suf. Ze heeft wel ooit godsdienst gehad in de onderbouw, maar ze had er altijd moeite mee om het echt te begrijpen. Nu heeft ze er spijt van de ze niet beter heeft opgelet.

'Ik weet het niet,' antwoordt Eliza. 'In de bijbel staat dat wie geloofd gered wordt, maar ook dat er rekening wordt gehouden met wie goed is. Maar mijn God is een van liefde dus ik denk dat hij eerlijk is.'

Amelia glimlacht. 'Dat klinkt eigenlijk heel fijn. Ik wil gewoon niet geloven dat er niks is als we... doodgaan. Dat het eindeloze leegte en kou is.' Tranen springen in haar ogen. 'Dat verdienen we niet.' Niet na alles wat ze hebben moeten doorstaan.

'Ik kan dat ook niet geloven. Al is het nu ook al eindeloze kou en leegte. Eliza zucht. 'Ik kan niet wachten tot dit eindigt. Of ik nu dood ben of leef als het zover is.'

In een normale omgeving zou ze daar geschrokken van opkijken, maar niets hieraan is normaal. 'Probeer niet op te geven. Als je dat doet dan heeft hij al gewonnen. En dat mogen we niet laten gebeuren.'

'Ik geef ook niet op, maar ik ga niet vechten zodat hij er van kan genieten.' Ze laat haar hoofd zakken zodat de punten van haar haar het stoffige linoleum raken. 'Hij kan niet voor eeuwig doorgaan,' fluistert ze dan zacht.
'Uiteindelijk zullen wij winnen.'

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Where stories live. Discover now