Deel 34♡

280 11 10
                                    

Kreunend open ik mijn ogen. De opkomende zon schijnt door de gordijnen heen. Gefrustreerd draai ik me om. De klok geeft aan dat het bijna kwart over zeven is. Ugh, waarom zo vroeg? Het is niet alsof ik ergens heen moet.

Ik draai me om maar ik kan gewoon niet meer slapen. Zuchtend sta ik op. Ik kleed me aan en loop het balkon op. De, nu nog frisse, lucht slaat om me heen. Lichtstralen van de zon schijnen in mijn gezicht. Waarvoor word ik gestraft, dat ik zo vroeg wakker moet zijn? Zuchtend leun ik tegen de reling aan.

Mijn ogen glijden over de boomtoppen. In de verte zie ik het metaal van de grote boot. Ik vervloek het industriële ding wat mijn uitzicht verpest.

Ik zak op de stoel neer, maar spring gelijk weer op. Wacht eens even. Dat is de veerboot. Die gaat om 8 uur. Is dat de reden dat ik al wakker ben? Het lot wil dat ik de veerboot haal.

Zacht maar snel loop ik de kamer weer in. Enzo slaapt gelukkig rustig door. Ik ren naar de deur en trek aan de deurknop. Helaas geeft deze niet mee. Shit..

Ik kijk om me heen. Het balkon? Onhoorbaar ren ik weer naar het balkon. Het is hoog, maar zo'n sprong overleef je wel. Hoewel een aanloop beter is, sluit ik de schuifdeuren van het balkon. Enzo mag niet weten dat ik via deze weg, weg ben gegaan.

Ik kijk over de reling naar beneden. Het water botst wild tegen de rotsen aan. Met trillende benen stap ik over de reling heen. Op zulk soort momenten kun je maar één ding doen.. Niet nadenken en gewoon springen. Ik zet me af en moet hierbij een gil onderdrukken. Ik zweef kort in de lucht voor ik het koude water raak.

Bibberend sla ik de golven van me af, alsof dat nut heeft in een oceaan. Snel begin ik te zwemmen. De stroming is hevig en trekt aan mijn lichaam. Met een belabberde schoolslag zwem ik naar de kant toe. Beetje bij beetje komt het einde in zicht. Wanneer ik eindelijk bij de kant ben, laat ik me in de steentjes vallen.

Pfoe, zwemmen is vermoeiend.

Veel tijd om te rusten heb ik niet. De boot gaat over een half uur, gok ik. En als Enzo nu naar buiten kijkt, ben ik nog steeds in zicht.

Als een gazelle dat gespot is door een leeuw, duik ik de bosjes in. Ik ren dieper het bos in. Als ik deze richting in blijf rennen, kom ik uiteindelijk bij de veerboot terecht.

Ik had schoenen aan moeten doen. Bedenk ik me wanneer steentjes en takjes in mijn blote voeten prikken. Hoewel het pijn doet, ren ik toch door. Ik móet die veerboot halen. Ik ben er bijna, dat voel ik.

Een piepje laat me stoppen met rennen. Mijn blik schiet gelijk naar de armband. Fuck. De gps. Terwijl ik weer door ren, trek ik aan de armband. Ik krijg hem met geen mogelijkheid los.

Ik ren door tot ik een paar mannen zie staan. Ze dragen van die oranje hesjes en hebben gereedschap bij zich. Twijfelend ren ik naar een man die alleen is. Hier heb ik eigenlijk geen tijd voor, maar stel je voor dat ik de boot niet haal én dat Enzo gelijk ziet waar ik ben. Ik kan hem beter in onzekerheid laten.

"Hi, please, can you help me?" Vraag ik hijgend aan de man.

De man kijkt me verward aan. "Whats wrong?"

"I need this bracelet off my wrist and I need to destroy it." Wild rammel ik met mijn arm, waar de armband omheen zit.

Hij pakt mijn arm vast en kijkt naar de armband. "I can cut it through with a saw, but it might hurt you."

"I don't care, even if you chop my hand off." Ik lach door de zenuwen heen. "I need this off my wrist, as soon as possible."

"Alright." De man pakt een soort zaag. Hij legt mijn arm op een houten plaat en begint te zagen. Na een korte tijd schiet de armband los.

"Thank you." Zeg ik tegen de man. "Which way is the ferry?"

Hij wijst een kant op, blikt kort op zijn horloge en kijkt mij weer aan. "You have three minutes, run. I will destroy this for you."

Met een dankbare blik kijk ik de man aan. Hij is zo aardig. "You are a hero." Ik begin zacht de kant op te rennen die de man zei. "I love you man! Thank you!" Roep ik hem na.

"Be safe!" Hoor ik hem nog roepen voor ik verdwenen ben. De toeter van een boot laat me nog harder rennen. Fuck, ik móet die boot halen. Mijn ademhaling zorgt voor een steek in mijn zij.

Niet veel later kom ik aan bij de plek waar de boot vertrekt. Ik zie de boot. Hij is alleen al van de kant af, ik ben te laat.

"Fuck!" Roep ik uit.

Pov Enzo
Ongeduldig wacht ik tot de app geladen is.

"Ze is vast gewoon boven ofzo." Stelt Dex me gerust. "Het kan nooit dat ze ontsnapt is, de deur is op slot."

Zijn geruststelling helpt niet. Het is heel frustrerend om wakker te worden en om te zien dat Emma opeens weg is.

De app is eindelijk geladen. Ik zie hoe het stipje zich verplaatst. "Ze is ontsnapt!" Roep ik uit. "En ze rent recht richting de haven." Mijn blik schiet naar de klok. Het is 7 voor 8.

Art lijk precies hetzelfde te denken. "De veerboot." Zegt hij zacht.

"Fuck." Ik pak de sleutels van het busje. "Art!"

"Gast, al gaan we racen, dit redden we nooit meer." Zegt Art die achter me aan rent.

"We moeten het proberen."

Art gaat achter het stuur zitten, hij wacht niet tot ik mijn gordel vast heb en racet weg. Ikzelf houd het stipje in de gaten. Ze rent recht op de haven af, en het ziet er naar uit dat ze de veerboot gaat halen.
"Als zij op die boot stapt, dan zijn we helemaal fucked."

"Het komt goed." Zegt Art. "Ze gaat het toch niet redden."

Ik kijk weer naar het scherm om te zien waar Emma is. Maar ik kan haar stipje nergens meer vinden. "Wat?" Breng ik zacht uit. Ik voer de code van de GPS opnieuw in. 'Ongeldige code, probeer een andere code.' Verschijnt er in het scherm.

"Wat is er?" Vraagt Art. "Heeft ze het gehaald?"

"Nee. Ik bedoel, ik weet het niet. De GPS is ermee gestopt."

Art rijdt sneller dan verwacht het terrein op. De veerboot is al weg, en ook Emma is nergens te bekennen.

"Zou ze het gehaald hebben?" Vraagt Art zacht.

"Geen idee." Ik stap uit. Zonder aarzeling loop ik naar de man bij het loket. "Hoi!" Ik probeer zo vriendelijk mogelijk te glimlachen. "Heb jij mijn zusje gezien?" Ik laat hem een foto op mijn mobiel zien. "Ze is weg gelopen. Weet je of ze op de boot is?"

De man vernauwt zijn ogen. "Ja, ze was net te laat." Hij wijst een kant op. "Volgens mij ging ze die kant op."

"Aha, thanks!" De glimlach verschijnt weer op mijn gezicht. Ik draai me om en loop terug naar Art. "Ze was te laat." Deel ik met hem mee.

"That sucks." Mompelt hij zacht. "Voor haar." Hij stapt in, gevolgd door mij. "Waar wil je heen?"

Ik denk na. "Ze ging die kant op dus ik gok dat ze richting het centrum gaat."

Art zucht zacht. "Dat gaat een lange zoektocht worden."

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Nog een klein deeltje omdat ik in een goede bui ben.

Ontkoppeld!!Where stories live. Discover now