14.2 - Waarom gaat ofwel niets vanzelf of alles fout

16 6 5
                                    

Waarom gaat ofwel niets vanzelf of alles fout

Ik zat knikkebollend in de klas. Ik was nog steeds buiten adem van het fietsen. Daarbij begonnen de emoties van gisteravond nu in vlagen terug te komen. Ik zat in de klas en ik was een moe, emotioneel geladen wrak, niet de beste combinatie.

Het voelde als pijnstillers nemen. Je nam ze om de pijn zolang mogelijk weg te duwen, maar op een gegeven moment raakten ze uitgewerkt en kwam de pijn vlammend, eerst traag en dan snel, terug. Daarnet op de fiets kon ik het nog verdringen, maar nu begonnen schaamte en teleurstelling me langzaam te overrompelen.

Misschien was wat ik gisteren had gedaan niet zo een goed idee geweest. Misschien had ik te snel te werk willen gaan en had ik de signalen genegeerd.

Het was begonnen met het feit dat het me een halfuur had gekost om mijn hoofdtelefoon aan te sluiten.

Een halfuur, dertig minuten, 1800 seconden.

Is het zielig dat ik trots ben op die prestatie? Vast wel. Applaus Celeste Park is instaat tot één van de meest primaire dingen in deze wereld. In mijn ogen had ik niets wereldschokkend gedaan.

Toch had ik mezelf er voor beloond. Ik was naar mijn bureau gelopen en had een nieuw stukje aan de al afgewerkte bodem van de vaas gelijmd. Ik bleef maar tegen mezelf zeggen dat ik het verdiend had, dat ik echt wel een nieuw stukje mocht toevoegen omdat ik het verdiend had.

'Ik speel weer piano,' had ik gefluisterd terwijl ik het juiste stukje in de bak zocht.

Maar niet op de piano waarop je hoort te spelen, zei een stemmetje, en al zeker niet met plezier.

'Dat maakt toch niet echt uit... Ik speel al weer. Is dat geen overwinning?' Ik staarde een beetje triest naar mijn knutselwerk. Misschien had die stem in mijn hoofd toch gelijk. Had ik gelachen tijdens het oefenen van mijn stuk? 

Niet echt, ik had wel gelachen toen ik de aanvragen van James speelde, maar voor de rest... En daarbij had ik de piano waarop ik vroeger speelde met nog geen vinger aangeraakt. Ik draaide me weg van mijn plakwerk en keek naar de hoofdtelefoon.

Ken je dat stuk in een westernfilm, wanneer de goede en de slechte tegenover elkaar stonden, klaar om te schieten? Daar leek dit moment wat op. Met trillende handen nam ik de hoofdtelefoon vast. Ik duwde al voor ik de hoofdtelefoon opzette op play en hoorde hoe zachtjes Beethovens Für Elise begon te spelen. Ik slikte.

'Ademen Celest. Gewoon ademen,' sprak ik mezelf moed in. Mijn handen trilden nog heviger toen de hoofdtelefoon dichter bij mijn hoofd kwam. Ik kon de muziek steeds beter horen en tegelijkertijd hoorde ik ook mijn ademhaling versnellen.

Ik was zo dichtbij geweest... Ik had heel veel zin om met mijn hoofd op mijn bank te meppen, maar dat zou vast wat nare opmerkingen uitlokken. Dus, liever niet. Ik kon een geeuw amper onderdrukken. Waarom was ik niet gewoon gaan slapen?

Ik had het nog middernacht zien worden op de klok, op dat moment zat ik nog steeds op mijn bed met mijn hoofdtelefoon in mijn handen. Für Elise was al ontelbare keren opnieuw begonnen. Uiteindelijk heb ik toch maar opgegeven. Ik ben opgestaan en heb lang aan mijn bureau staan twijfelen. Uiteindelijk brak ik zuchtend het stukje dat ik er net had aan geplakt er weer af.

De half opgedroogde lijm leek op gestold bloed. Misschien waren mijn wonden door mijn beslissing door te gaan eindelijk aan het dichtgroeien, nu moest ik alleen nog het gestolde bloed van mijn lichaam krijgen.

'Celeste?!'

Iemand stompte me hard en bewust tussen mijn ribben. Ik schoot recht, zonder dat ik het zelf had doorgehad, had ik mijn hoofd op mijn bank gelegd. Bijna klaar om een dutje te doen. Met een snelle blik links en rechts oriënteerde ik me. Ik was nog steeds in de klas en mevrouw Johnson was net haar tas aan het uitladen.

Het Levenslied van CelesteWhere stories live. Discover now