13.1 - De stilte breken

16 6 4
                                    

De stilte breken

Ik werd wakker door mijn telefoon die maar bleef trillen. Kreunend richtte ik me op. Terwijl ik met mijn ene hand de slaap uit mijn ogen wreef, rijkte ik met de andere naar mijn telefoon. Op de tast vond ik mijn nachtkastje. 

Met een kletterend geluid viel mijn telefoon op de grond, toen ik die per ongeluk van het nachtkaste stootte. Onmiddellijk was ik wakker. Harde geluiden droegen niet bij tot het rustig wakker worden, dat was wel zeker. Mijn telefoon bleef trillen, maar ik had geen zin meer om me te haasten. Als je zo wakker werd, was je humeur voor het komende uur wel bepaald.

Ik stond op en bukte om mijn telefoon op te rapen. Met mijn telefoon in de hand sleepte ik mezelf richting de badkamer. Een korte blik richting de spiegel vertelde me genoeg. Ik zag er niet uit. Iets in me wilde graag in de spiegel blijven staren, hopend dat hij vandaag zou komen. Hopend, dat zijn gezicht over het mijne zou komen. 

Misschien keek hij me vanaf nu opgetogen aan omdat ik eindelijk het pad had genomen dat hij voor me had uitgestippeld. Als ik niet zo een lafaard was zou ik blijven kijken, maar ik was een lafaard dus wendde ik mijn blik af. Ik liet me op de grond zakken en nam mijn telefoon erbij.

'Zo dat zijn een hoop gemiste berichten,' mompelde ik. 

Het hele scherm stond vol met gemiste oproepen, gevolgd door een lijst van sms'en. Ik vermoedde dat toen ze merkten dat ik niet opnam, ze maar zijn begonnen met het sturen van berichtjes. Ze allemaal terugbellen zou wel even duren en daar had ik eerlijk gezegd ook geen zin in. Het vage idee dat ik iedereen persoonlijk zou moeten uitleggen wat er in mijn hoofd omging was niet erg aantrekkelijk. 

Misschien zou ik het proberen als ik het kon, maar hoe kan ik hen uitleggen wat er in me om gaat als ik dat zelf al niet begreep. Ik verwijderde alle oproepen uit mijn geschiedenis en focuste me op de sms'jes. Berichten sturen zou makkelijker moeten zijn, dan kon ik tenminste rustig overdenken wat ik wou zeggen. Ik opende het eerste bericht zonder te kijken van wie het kwam. Kriss dus. Waarom verbaasde me dat eigenlijk niet.

Kriss:
Hoorde van Dr. Falcon over je plan.
Go Girl!
Zal ik straks komen om je te helpen?

Typisch Kriss. Ze liep nu al over van enthousiasme. Ik wist nu al dat ze zich blindelings zou inzetten voor dat iets dat mij blij zou maken. Ik wist dat ze het erg lief bedoelde, maar dat verhoogde de druk alleen maar. Als ik nu faalde stelde ik niet alleen mijn vader teleur, alweer, maar ook Kriss, mama, Dr. Falcon, James en Nathan.

Een knagend gevoel bekroop me. Zou ik niet teleurgesteld zijn als ik weer faalde? Waarom had ik mezelf in gedachten dan niet toegevoegd aan mijn lijstje. Ik schudde het van me af.

'Dit is wat je wil Celest,' mompelde ik tegen mezelf, toch verdween het knagende gevoel niet. Voor mijn gedachten me weer allerlei scenario's van de toekomst konden voorschotelen opende ik het volgende berichtje.

Falcon:
Afspraak morgen om 15:00
Ik wil je plan horen!

Inwendig kreunde ik. ik had helemaal geen zin in één van zijn peptalks. Ook al had ik gevraagd om me te helpen, had ik niet verwacht dat hij zo snel in actie zou komen.

Oké, morgen voor 15:00 uur zou ik iets wat leek een plan moeten hebben, want zo werkte het nu eenmaal. Hij zou me helpen mijn plan uit te voeren, maar hij zou me de oplossing niet op een dienblaadje aanbieden. 

Hij zei wel dat hij voor elke unieke patiënt een ander plan van aanpak moest hebben, maar in grote lijnen was het toch hetzelfde. Net als de spiegeljongen moest ik het grotendeels zelf doen. Hij had de jongen nooit verteld wat hij in de spiegel moest zien. Hij had hem geleid in het proces, geleid naar het licht, maar hij had hem nooit op een zilveren blad aangereikt. Misschien was dat net het mooie op het einde kon je zeggen dat je het zelf had gedaan. Hij hield je hand vast terwijl je het pad bewandelde, maar droeg je nooit.

Ik concentreerde me op de laatste twee berichten die ik nog had. Mijn vinger zweefde boven hun namen: James of Nathan. Ik had het gevoel dat ik tussen hen moest kiezen, wat uiteraard belachelijk was. Ze waren niet ultra speciaal, ze waren allebei gewoon mijn vrienden.

Nathan was zelfs minder dan dat. Hij was gewoon de broer van mijn beste vriendin. Hij had zich vast verplicht gevoeld ook iets te sturen omdat ik bij hen thuis ben weggelopen.

Hij voelde zich verplicht om dat bericht te sturen, dat was alles.

Ik opende James bericht eerst. Achteraf gezien had ik zijn bericht misschien liever nooit geopend.

James:
Sorry! Sorry! Sorry!

Ik had hem een enorm schuldgevoel bezorgd. Niets van wat gisteren was gebeurd was zijn fout. Het was allemaal mijn eigen dikke schuld. Hij had niets verkeerd gedaan en toch verontschuldigde hij zich. 

Waarom hadden sommige mensen die natuurlijke drang om zich voor alles te verontschuldigen? Alsof ze er persoonlijk voor verantwoordelijk voor waren dat het regende.

Ik herinnerde me nog dat ik op de begrafenis naast mijn moeder aan de deur van de kerk stond, om iedereen te verwelkomen. Al die mensen gaven me knuffels of legden hun hand op mijn schouder, niet dat ik er iets van merkte. Ik was verdoofd die dag. Ze zeiden allemaal hetzelfde: dat ze het heel erg vonden en dat het ze speet. Het was hun schuld niet, waar hadden ze dan exact spijt van? Ik had duizendmaal liever dat ze iets zeiden dat ze ook echt meenden dan dat ze de standaard tekst gebruikten.

Ik had misschien beter moeten nadenken over mijn bericht, maar zonder dat ik er bij stilstond beantwoorde ik James' bericht.

Celeste:Het is niet jouw schuld, maar de mijne.Ik zou sorry moeten zeggen tegen jou.Ik wil je graag het echte verhaal vertellen.Kom je straks even langs?

Ik sloot onmiddellijk het gesprek met James, voor het geval ik spijt kreeg van mijn berichtje en mijn woorden probeerde in te trekken. Het enige bericht dat nog over was, was dat van Nathan. Mijn vinger bleef erboven zweven, om de één of andere reden kon ik me er niet toe zetten het te openen.

'Doe niet zo belachelijk Celest,' berispte ik mezelf, 'het is gewoon een berichtje uit beleefdheid. Hij voelt zich vast verplicht om er ook één te sturen. Hij stuurde me dit berichtje niet voor mij, maar voor Kriss. Omdat Kriss zijn zus is en ik haar beste vriendin.'

Nathan:
Ik hoop dat je weet wat je doet.
Ben er als je wil praten, of als je niet wil praten...

Misschien toch niet zo een verplicht berichtje. Ik had opeens krampen in mijn buik, of was dat nou wat ze vlinders noemden? Nee. Geen vlinders. Ik voelde me gewoon niet goed omdat ik voor morgen, liefst, nog een plan moest verzinnen.

'Stap 1: tandenpoetsen,' besloot ik uiteindelijk.

Onder het tandenpoetsen trilde mijn telefoon weer. Zo goed als mogelijk probeerde ik mijn code in te voeren met mijn niet dominante hand, wat dus eigenlijk voor geen meter ging. Waarom was de mens niet gewoon tweehandig, dat zou zoveel problemen oplossen.

Zuchtend, ruimde ik eerst mijn tandenborstel op. Achteraf gezien was dat een goed idee. Als ik het bericht had gelezen met mijn tandenborstel nog in mijn mond, was ik er waarschijnlijk in gestikt van het schrikken.

James:
Kriss en ik komen straks langs.

James:Kriss en ik komen straks langs

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
Het Levenslied van CelesteWhere stories live. Discover now