Hoofdstuk 13

1K 34 3
                                    

Ik zie hoe hij wit wegtrekt. ''We moeten wat doen Rob'' begin ik paniekerig. ''Oke oke'' Aan zijn blik kun je zien dat hij hard aan het nadenken is. ''Bel hem'' ''En dan?'' vraag ik. ''Zeg dat je naar huis moet en dat je de jas echt nodig hebt'' Nog voordat ik kan antwoorden heb ik mijn telefoon al in mijn hand.

De telefoon gaat over. Nog een keer, en nog een keer. ''Met Raoul'' ''Ja'' Ik neem een hap lucht, maar voordat ik iets kan zeggen begint hij weer met praten. ''Spreek een voicemail in als het dringend is'' Zijn voicemail. Ugh. Ik zie Rob met zijn ogen Rollen. ''Bel Milo'' De telefoon gaat over, maar ook dit keer geen gehoor. We zuchten beide op hetzelfde moment. ''We zijn de lul'' Begin ik. Ik begin naar random mensen te staren, terwijl ik diep in mijn eigen gedachtes verdwaal.

Hij gaat er achter komen. Ik weet het zeker.

Vol spanning zitten we op de bank te wachten. Wachtend op het geluid van een deur die wordt geopend. Koen en Juultje zijn vertrokken. Nu wel het rijk voor ons alleen, maar er wordt geen enkel woord uitgewisseld. 

Mijn hart schiet mijn keel in en het zweet breekt me uit zodra ik ook maar iets van geluid vanaf de voordeur hoor komen. Naast me zit iemand met even veel spanning als ik. ''Niks laten merken'' Ik stoot hem aan. Hij haalt even diep adem. Ik doe hem na. Ik loop naar de voordeur om het te openen. 

Het eerste wat ik zie zijn twee grote glimlachen. ''Josti'' Milo is dolbij. ''Vanwaar zo blij?'' vraag ik. Ergens voel ik nog de spanning, maar als ze de foto hadden gezien waren ze wel anders binnen gekomen. ''Milo heeft weer eens een geweldige aankoop gedaan'' Legt Raoul uit terwijl we de woonkamer binnen lopen.

We staan met z'n vieren te kijken naar Milo die zijn nieuwe aankoop demonstreert. Mijn ogen zijn gefocusd op hem, maar ik krijg niks mee van wat hij zegt. Af en toe knik ik. Raoul trekt ondertussen mijn jas uit. Mijn aandacht valt daar meteen op. Raoul betrapt me op het staren naar de jas. ''Vond je niet erg toch?'' Praat hij dwars door Milo heen. ''Nee, nee'' Probeer ik zo kalmpjes mogelijk te zeggen.

Milo en Raoul zijn vertrokken. Echt net. Als je de voordeur zou openen, zou je ze nog kunnen zien. Ik merk aan Rob dat hij hetzelfde wil doen; mijn jas checken. We lopen als twee nieuwsgierige kinderen richting de kapstok. Zoekend naar mijn jas tussen de andere jassen. Rob staat naast me. Ik beweeg mijn hand richting de binnenzak. Een huissleutel, autosleutel, portemonnee en een briefje. Bij het voelen van het briefje zakt alle stress van mijn lichaam af.

Ik haal het briefje eruit. Meteen breekt het zweet me weer uit. Een bon. Opnieuw voel ik in de binnenzak. Ik haal alles eruit. Niks, helemaal niks te bekennen. Naast me is het stil. ''Ze weten het mat'' Hij pakt met zijn klamme handen mijn arm stevig vast.

Dromen in KleurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu