Hoofdstuk 30 - De Vrouwe van de Sterren

Start from the beginning
                                    

‘Juffrouw Emma Cauldron,’ knikte hij en keek bij alsof hij erg onder de indruk was. ‘Niet te zien dat deze ID zo vals is als het maar zijn kan. Mijn complimenten voor degene die het gemaakt heeft.’

Hij gaf beide ID kaarten terug aan hun rechtmatige eigenaren.

‘Wil je die van mij ook nog zien?’ mopperde Jayden.

‘Nog steeds een grote mond hoor ik, meneer Aktar?’

‘Wat wil je, Stuyvesant? Als je ons had willen arresteren, dan had je dat allang gedaan,’ leek Jayden met absolute zekerheid te weten.

‘Ik neem aan dat jullie het nieuws wel een beetje hebben kunnen volgen in dat afgezonderde stukje ruimte waar jullie de afgelopen twee maanden hebben rondgehangen?’ vroeg hij.

‘Ja, dankzij jou zijn we mooi af van het Broederschap van Ragnarok. En we hebben blauw van het lachen onder tafel gelegen toen we lazen dat de monseigneur van de Weermacht die verantwoordelijk was voor dat gedoe op Auracor gearresteerd was. We hadden al zo’n vermoeden dat jij daar achter zat,’ gaf Emma toe.

‘En vergeet niet dat jullie dankzij mij dat schip onder je kont hebben in plaats van dat je druk in de weer bent met allerlei juridische ellende,’ voegde hij aan het rijtje toe. ‘Je hebt zeker niet alle wapensystemen van dat schip gestript, of wel?’

Jayden grijnsde breed. ‘Aangezien we vermoeden dat het Huis het nog niet zo makkelijk opgeeft en er in de toekomst mogelijk nog meer mensen ongewenste interesse in mijn vriendin krijgen, heb ik een deel mooi laten zitten. Maar ik beloof je plechtig dat ik ze enkel uit zelfverdediging zal gebruiken. Blijft nog steeds de vraag; wat wil je?’

Stuyvesant glimlachte terug. ‘Ik heb door jullie snelle vertrek uit de burcht van het Broederschap nooit de kans gekregen om even persoonlijk kennis met juffrouw... Cauldron te maken. Ik zou haar graag even onder vier ogen willen spreken.’

Thijs en Jayden keken Emma aan. Ze haalde haar schouders op.

‘Ik zie er geen kwaad in,’ antwoordde ze. ‘Brengen jullie onze bagage vast naar de kamer? Ik zie jullie zo wel in de bar.’

‘Zeker weten?’ wilde Jayden weten.

‘Zeker weten,’ bevestigde ze stellig.

Jayden pakte haar tas over en liep met Thijs verder de gang in, in de richting van de liften. Hij keek nog enkele keren om, maar Emma suste zijn tegenzin met bemoedigende knikjes. Toen beide heren uit het zicht verdwenen waren, vouwde ze haar armen in elkaar en keek de inspecteur strak aan.

‘Ga je gang. Waar wilde je het over hebben?’ vroeg ze.

Stuyvesant begon te lachen. ‘Je komt meteen ter zake, dat mag ik wel. Loop even een stukje mee, wil je?’

Emma ging op zijn uitnodiging in en liep met hem mee.

‘Het geval wil zo zijn, dat we tijdens onze arrestaties in de burcht nog op een Eluviaans arts zijn gestuit. Dat heeft mij in een moeilijk parket gebracht, juffrouw Cauldron.’

‘Oh?’ zei Emma met alle onschuld die ze tevoorschijn kon toveren. ‘Hoe dat zo?’

‘Nou, de medicus staat bekend om zijn werk in het vervaardigen van klonen en hoewel hij stellig ontkende dat hij dergelijke praktijken buiten zijn thuisplaneet ten uitvoer heeft gebracht, was het wel bijzonder vreemd dat hij in de burcht van het Broederschap aanwezig was.’

‘Nou, ontzettend,’ bevestigde Emma sarcastisch. Ze had al een donkerbruin vermoeden waar dit gesprek heen ging. Onwillekeurig schoof haar hand een paar centimeter in de richting van Babette. Ze vertrouwde op haar alarm en hoopte dat het haar ook deze keer weer zou waarschuwen als ze in gevaar verkeerde.

‘Nu hebben we daar geen enkel bewijs voor kunnen vinden, dus hebben we deze man moeten laten gaan. Dat begrijp je wel, toch?’

Emma knikte enkel.

‘Het probleem is, dat als deze man toch een kloon heeft vervaardigd, hij nu hij op vrije voeten is ervoor zou kunnen kiezen om zichzelf van deze kloon te ontdoen,’ legde Stuyvesant uit. ‘Zeker als het de kloon betreft van een niet nader te noemen non die een zeer onplezierige dood is gestorven om in opdracht van het Broederschap opnieuw tot leven gewekt te worden.’

Emma slikte hoorbaar. ‘U denkt dat hij die kloon... als die kloon werkelijk zou bestaan... zou willen proberen te vermoorden?’

‘Hij moet van het bewijs af. En in deze zaak, mits die kloon echt bestaat, loopt het bewijs van zijn werk ergens in het Melkwegstelsel rond. En het is voor hem het risico wel waard. Want als het hem lukt om het te doen zonder gepakt te worden, is hij van het bewijs af,’ verduidelijkte de inspecteur.

‘En als hij wel gepakt wordt...’ begon Emma.

‘... dan heeft hij enkel een kloon vermoord. Dat is niet strafbaar. Volgens de wet dienen klonen immers onmiddellijk vernietigd te worden.’

‘Maar gelukkig is er geen kloon en was dit slechts een hypothetische situatie, toch?’ vroeg Emma vol onschuld.

‘Uiteraard,’ glimlachte Stuyvesant vriendelijk. ‘Een hypothetische situatie waarvan ik zeker weet dat deze arts deze niet zo hypothetisch vond, maar nogal knullig en opvallend te werk ging. Hij was schijnbaar beter in zijn eigen vakgebied dan discreet navraag te doen bij deze of gene. Het toeval wil dat de desbetreffende arts een week of wat geleden door een vreemd ongeval in een luchtsluis terecht is gekomen en de ruimte in is gezogen.’

‘Oh?’ zei Emma, nu oprecht verbaasd.

‘Ik dacht dat u dat wilde weten,’ gaf Stuyvesant toe. ‘Uiteraard had OCRA hier niets mee te maken, maar het is mij opgevallen dat zij die het op u voorzien hebben wel vaker op mysterieuze wijze het loodje leggen. Maar goed, ik zal u verder niet ophouden, juffrouw Cauldron,’ zei hij vervolgens met een vriendelijke lach. ‘Blijf uit de problemen en kijk af en toe over uw schouder. Ik heb het donkerbruine vermoeden dat er een engeltje op uw schouder zit, maar ik zou maar goed opletten of dat engeltje niet stiekem toch een duiveltje in vermomming is.’

‘Ja... euhm... dank u wel, inspecteur Stuyvesant,’ antwoordde Emma. Ze wist even niet goed wat ze met deze informatie moest.

‘Tot ziens, juffrouw Cauldron,’ glimlachte hij vriendelijk en liep weg.

Verbouwereerd keek Emma hem na. Toen hij drie passen van haar verwijderd was, draaide hij zich echter plotsklaps om.

‘Oh, nog één ding, juffrouw Cauldron,’ riep hij. ‘Let een beetje op als het in de toekomst nodig is om u door een arts te laten onderzoeken? Je weet maar nooit wat ze over u ontdekken.’

Zonder iets te zeggen liep de inspecteur toen van haar weg en verdween om de hoek van de gang.

Stik, dacht Emma. Wat moet ik nu weer met deze informatie?

Toen liep ze in tegengestelde richting om Jayden en Thijs op te zoeken.

De Ogen van de Ziener (betaversie)Where stories live. Discover now