Hoofdstuk 21 - Morgenstond

909 54 9
                                    

Emma duwde de lakens van haar af en rekte zich uit. Nog loom van de nacht wreef ze de slaap uit haar ogen. Toen keek ze nog eens goed om zich heen en slaakte een gil van schrik.

'Goedemorgen, slaapkop,' zei Jayden vrolijk toen hij de hotelkamer binnen kwam. 'Ik heb een caffe latte voor je. Ik dacht dat je daar mogelijk wel zin in had.'

'Waar zijn we?' vroeg Emma verbaasd. Ze herinnerde zich dat ze in slaap was gevallen op de Concordon en daar was ze duidelijk niet meer. Ze hoorde ook geen zacht gezoem van de motoren, maar de diepe brom van zwaartekracht-generatoren. Die had ze tot nu toe alleen op een ruimtestation gehoord.

'Een ruimtestation in de Pegasus sector. Ik moest ook even mijn ogen dicht doen. We hebben een behoorlijke afstand afgelegd,' legde Jayden uit.

Zonder een woord te zeggen keek Emma opzij, naar de lege plek naast haar in bed. Het was onbeslapen.

Jayden begreep haar gedachtengang. 'Ik heb op de bank geslapen,' glimlachte hij en wees naar het bankstel dat verderop in de hotelkamer stond.

Hij wil niet eens meer met mij in één bed liggen, dacht Emma en ging aan het feit voorbij dat ze nog nooit samen in één bed hadden geslapen. Ik ben een ding. Hij doet aardig, maar hij meent er niets van.

Zonder een woord pakte ze de koffie aan en nipte eraan. Het kon haar niet smaken, maar uit beleefdheid dronk ze het slokje voor slokje op. Jayden wachtte geduldig.

'En nu?' vroeg ze toen ze de mok teruggaf.

'Geen idee,' grijnsde Jayden een beetje dommig. 'Ik heb werkelijk geen flauw benul.'

'Ik dacht dat jij altijd wel een plannetje had,' antwoordde ze met een kritische blik.

'Normaal; ja. Nu; nee,' schokschouderde hij. 'In de Plejaden hoefden we even niet over onze schouder te kijken, maar erg veel hebben we niet kunnen ontspannen. Het leek me het beste dat we hier even een paar dagen blijven en bijtanken. Daarna gaan we weer verder. We kunnen nog steeds niet te lang op dezelfde plek blijven, maar ik denk dat we ze door ons reisje naar de Zeven Zusters voorlopig wel even van ons afgeschud hebben.'

'Oh,' zei Emma enkel. De korte opleving door haar moment van nieuwsgierigheid ebde weer weg en haar depressieve gevoel stak weer de kop op.

'Dit is een station met heel veel niet-menselijke wezens,' probeerde Jayden. 'Je kijkt je ogen uit. Echt iets voor jou.'

'Oh,' zei Emma weer. Toen rolde ze zich weer in haar dekens. 'Ik denk dat ik nog even ga slapen.'

Jayden deed een stap in de richting van het bed en gaf een ruk aan de dekens. 'Mooi niet. Je doet al drie dagen niets anders dan slapen. Ik herken je niet meer terug! Ik snap dat je geschrokken bent van de mededeling dat ze het DNA van iemand anders hebben gebruikt om jou te maken. En oké, je hebt niet negen maanden in de buik van je moeder gezeten. Maar iedereen bestaat uit het DNA van allebei je ouders. Jij hebt dan maar één ouder, een moeder, maar wat maakt dat nou uit?'

Emma werd door zijn uitval overrompeld. Hij straalde een mengeling van boosheid en frustratie uit, maar ze merkte dat die boosheid niet op haar gericht was, maar naar de situatie. 'Ik snap je punt, maar...' begon ze.

'Nee,' viel Jayden haar in de reden. 'Geen maar. Geen excuus waarom je hier kunt blijven liggen, hangen en je rot kunt blijven voelen. Je lost er niets mee op. Je moet doorgaan. Knokken. Voordat je dit wist was je een van de meest levenslustige mensen die ik ooit had ontmoet.'

Hij pakte een stapeltje kleding uit de tas die Doc haar gegeven had en gooide die op het bed. 'Aantrekken,' commandeerde hij.

'Maar Jayden,' probeerde ze weer.

De Ogen van de Ziener (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu