Hoofdstuk 1

327 33 76
                                    


- Fiona

Vermoeid slof ik de trappen op. Op de trap liggen enkele spullen. Ik gok dat mijn moeder deze voor mij hier heeft neer gelegd, zodat ik deze mee naar mijn kamer kan nemen. Zo staan er twee shampooflesjes en een verpakking maandverband. Zijn er meer ouders die dit doen, of is mijn moeder de enige? En o wee als ik het laat staan. 

Ik slof met mijn spullen in mijn armen richting mijn kamer. Met mijn hand duw ik de ijzeren klink omlaag, waardoor de deur in een beweging open gaat. Keurig ruim ik de shampooflesjes en het maand verband op. Ik haal mijn tas van mijn schouder die vervolgens naast mijn bureau belandt. Een paar verloren witte velletjes steken uit de tas die blijkbaar nog half open staat, een zucht verlaat mijn mond. 'Ook dat nog.' Even rol ik met mijn ogen bij het zien van mijn huiswerk. Het leven van een student is niet makkelijk. Tegenwoordig verwachten leraren simpelweg dat we alle tijd van de wereld hebben. 'Het spijt me zeer mevrouw Dijkstra, maar ook ik heb een leven buiten mijn studie om,' mompel ik terwijl ik de witte vellen een voor een opraap.

Een kort zoemend geluid klinkt vanuit mijn tas. Met mijn hand graai ik op de bodem. 'Waar ben je nou,' mopper ik. Dit krijg je wanneer je van alles in je tas stopt, en er vervolgens nooit meer uit haalt. Met mijn vingertoppen voel ik het beeldscherm van mijn telefoon, bedolven onder de inhoud van mijn tas. 'Got it!' roep ik opgelucht. Wanneer ik mijn scherm ontgrendel, zie ik dat ik een bericht binnen heb van mijn vriend, Mats.

Mats: Hey you. Gaat vanavond nog door? Je wilde me spreken, weet je nog. Laat maar weten hoe laat ik bij jou moet zijn. [14:30]

Shit helemaal vergeten. Ik wilde inderdaad Mats vandaag spreken. Dit gaat geen plezierig gesprek zijn, Mats weet namelijk niet wat ik hem wil gaan vertellen. Het is iets waar ik al een langere tijd mee zit.

Fiona: Hee, sorry voor mijn late reactie. Je kunt nu komen als je wilt? [16:10]

Mats: Top! Ik pak mijn spullen en dan kom ik gelijk jouw kant op. Tot zo :) [16:15]

Ongeveer twee maanden terug begon ik te twijfelen over mijn gevoelens voor Mats. Normaal gesproken bespreek je zoiets met je partner. Ik besloot om dat niet te doen, en de keus aan mij zelf over te laten. Ik weet hoe dat gaat, je krijgt dan vragen zoals: wat heb ik fout gedaan? En: Waarom geef je het niet nog een kans? Iets waar ik totaal geen zin in heb. Zelf weet ik precies wat ik voel, of beter gezegd: wat ik juist niet voel. Momenteel zit ik al ruim zes maanden in een relatie met hem. En dan hoor ik je al zeggen: Ha! zes maanden? Dat klinkt misschien kort, maar voor mij is dat niet zo. Voor ik Mats leerde kennen heb ik hier en daar wat gedatet, maar helaas werd ik keer op keer teleurgesteld. Iets dat mijn vertrouwen erg heeft geschaad. Het voelde als pure tijdverspilling, maar mijn moeder noemt het liever een levensles. Je leert wie je wel en niet kunt vertrouwen. Iets wat je terug gaat zien wanneer je nieuwe mensen ontmoet. Die wijze vrouw had nog gelijk ook.

Het geluid van een ringende deurbel brengt mij terug uit mijn gedachten. Dat zal vast en zeker Mats zijn. Zelf woont hij een dorp verder, dat is ongeveer twintig minuutjes rijden. Dat is het fijne aan een relatie waarbij je partner dichtbij woont. Je kunt elkaar makkelijk bezoeken.

Ik loop de trap af naar beneden. Via het raampje dat gevestigd zit in de deur, zie ik een schim staan. Aan het postuur te zien is het Mats. Met mijn hand houd ik de deurknop vast. Ik haal even diep adem en open de deur.

'Hee Fioon!' groet Mats me terwijl hij me omhelst. Mooi, nu voel ik me rot ook nog. Die jongen is altijd hartstikke vrolijk. Hoe kan ik nou zo'n persoon kwetsen? Ook al ben ik van mening dat je iemand meer kwetst door hem aan het lijntje te houden.

'Hee Matsie,' groet ik hem terug. Een kleine glimlach verschijnt op mijn gezicht. 'Zullen we naar boven gaan? Dan kunnen we daar praten,' stel ik voor. Hij knikt als teken dat hij het goed vindt, en loopt achter me aan de trap op.

Mats ploft zoals gewoonlijk neer op mijn bed. Sinds kort heb ik eindelijk een tweepersoonsbed en de grootste reden daarvoor was Mats.

'Waar wilde je over praten?' vraagt Mats terwijl hij aan het oor van Jip frunnikt. Jip is mijn knuffel konijn, ik kreeg hem van mijn lieve oma. Helaas overleed ze toen ik nog maar acht jaar oud was. Sindsdien hangt Jip nog steeds rond in mijn kamer. Het is niet zo dat ik hem overal mee naar toe zeul. Het is eerder dat wanneer ik aan mijn oma denk ze op deze manier toch nog een beetje bij me is.

'Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen,' zeg ik twijfelachtig. Op dit moment ben ik zo nerveus waardoor ik van de zenuwen aan mijn ringen friemel. Dit is zo'n tik waar ik vaak last van heb. Mats merkt het nerveuze gefrunnik op en weet meteen dat er iets scheelt.

'Gaat alles wel goed?' Hij staat op en komt tegenover me staan. Voorzichtig pakt hij mijn handen vast. Met zijn duim wrijft hij rustig over de mijne. Ik voel hoe de zenuwen langzamerhand verdwijnen, maar nog steeds blijft er een soort van knagend gevoel achter in mijn maag. Hij kijkt me bezorgd aan en herhaalt zijn vraag.

'Ik loop al een tijdje met dit gevoel en ik kan niet helemaal plaatsen wat het is, maar-' Even stop ik mijn zin. Hoe kun je zonder iemand al te veel te kwetsen laten weten dat je de relatie wilt beëindigen? Hij is de eerste jongen met wie ik een serieuze relatie heb. Ik heb dus totaal geen ervaring met hoe je zoiets overbrengt.

Meteen voel ik hoe zijn handen de mijne los laten. 'Zeg me niet dat je het wilt uit maken? Nee toch, Fioon?' Aan zijn blik kan ik zien dat hij hoopt dat ik hem ga vertellen dat er niks is. Dat alles goed komt en er iets anders speelt, maar dat is niet zo. Natuurlijk heeft elk koppel zo zijn ups en downs. Dat hadden wij ook. Het enige wat me echt dwars zit is dat hij met de verkeerde mensen omgaat. Zo kwam ik er laatst achter dat hij betrokken was geraakt bij een misdrijf.  Hij werd meegenomen voor verhoor, maar werd gelukkig vrij gelaten aangezien hij er enkel bij stond, en als medeplichtig werd gezien. Het enige wat ik mij af vraag, is waarom iemand met zulke mensen zou willen omgaan. Bij het idee alleen al voel ik me totaal niet prettig, ik wil namelijk niet dat hem iets over komt. Het duurde twee maanden om erachter te komen waarom ik zijn vrienden niet mocht ontmoeten. 'Omdat het geen lieverdjes zijn. Een meisje zoals jij hoort daar niet tussen,' vertelde hij me toen. Verder wil hij er ook niet over praten, iets dat wel belangrijk is in een relatie.

'Het spijt me Mats, echt waar,' zeg ik zachtjes.


Die bewuste dagWhere stories live. Discover now