Hoofdstuk 12 thuis

4 1 0
                                    

De taart bakken leek vrij makkelijk. Gewoon lezen wat er op het pakje stond. Doe de bla, bla in de bla, bla, bla. En dan gewoon de rest doen. Easypeasy. Dat zou je denken. Enkel was dir niet zo. Ik was vergeten de oven voor te verwarmen en een van de katten besloot dat het een heel lekker toetje was. Volgens mij is ze niet ziek geworden of misschien heeft ze het later ergens uitgekotst. Zodra ik alles in de oven had, was het al 1 uur s' middags. Ik was om 10 uur begonnen. Wat een werkje zeg. Podverdikkie. Het gevoel dat me over de lijn bracht vaak was verdriet. Waarom kon ik het niet meer vechten zoals ik dat vroeger deed. Wat dit ik nu anders dan toen. Miste ik toch de oude man die 2 jaar geleden was overleden aan een hart aanval. Dat dacht ik niet. De man had nooit een goed te zeggen over iets. In de eenzame tijden dacht ik na over de mensen van het verleden. Ze deden mij vaak pijn of wilde iets van me. Ik was geen vriend of familie. Ik was enkel iemand met een status. Een nummer dat ze appten als ik me alleen voelde. Wilde ze dit niet? Waarom antwoorden ze dan? Wat was het nut daarvan? Als je me niet leuk vond waarom was je dan zo onaardig en antwoorden je alles. Als ik iemand niet leuk vindt ga ik niet op date met hen. Dat klopt gewoon niet. Dat kan niet zo. Ik deed nooit iets om hun mij te laten haten. Helemaal niks.

Het gevoel om bij iemand zomaar aan te kloppen liet me al in mijn broek pissen. Toch deed ik dit. Kon nietanders. Ik stond nu al voor zijn deur. Met een brok in mijn keel klopte ik opde deur. Nee? Ja? Nee? Stiekem hoopte ik dat ik niet werd binnengelaten, dathij er niet was. Helaas was dit niet zo. Hij liet mij binnen met de grootstelach ooit. De man wilde mij graag binnen laten en ik hoefde me niet volledig teschamen voor mijn outfit. Ik probeerde zo goed mogelijk te laten lijken of ikniet totaal oncomfortabel was. Volgens mij deed ik het goed. Dat hoop ik inieder geval. Hij was erg blij met de taart, hij vond hem erg lekker. Of dat zijhij. Ik nam ook een stukje. Hij praatte veel over zijn vrouw die in hetziekenhuis lag. Hij miste haar heel erg. De naam van de man was kim, deachternaam had ik maar niet gevraagd. Uit angst. Wie is er nu zo van: 'Hi ikben bla, bla en wat is uw naam. En vergeet uw achternaam niet hé meneertje.'Dat is dan toch vreemd? Of ben ik weer te veel aan het nadenken? Wie weet. Ikga verder. Na een uur of 5 ging ik weer weg. Ik had veel over de man geleerd.Hij hielt vroeger veel van schilderen. Hij deed dit na een tijdje niet meer.Hij had andere dingen te doen. Ik voelde mij sorry voor de man. Ik wilde hem terugbrengennaar die tijd. De tijd van geluk, een goede tijd. Dat wilde ik voor iedereen.Niemand wilde het verdriet dat ze kregen. Dat was niet iets wat iemand ergensop de wereld ooit zou willen. Of is dat alleen bij mij zo? Ik ben nooit zekervan mijzelf. De outfit van vandaag was een bloesje met een bruine trui erop. Eerlijkte zijn leek ik op een rijkenluis kindje, maar dat weet hij niet. Ook droeg ikeen broek met allemaal figuurtjes. D outfit was vooral comfortabel en niet echtmooi. Maar er was al genoeg waar ik op moet letten, en nu heel chique te gaangedragen doe ik me voor als iemand die hij nooit heeft gezien. Een oude manvoorliegen was niet iets wat ik deed. Liegen überhaupt niet. Ik durfde hetvroeger niet. Er hing altijd iets boven me als ik de waarheid sprak. Dus waaromliegen als je iets goeds kreeg voor de waarheid. Dat zou onnozel zijn. Mijnmoeder was blij dat ik altijd met mijn problemen naar haar ging. Ze hield veelvan me. De kouder het wordt de meer ik terug wil naar huis. Films kijken alshet al lang donker was is een van die momenten die ik nooit zou vergeten. Hetmaakte mij blij. Heel erg blij. Ik wilde terug naar die plek. Een veilig thuis,waar je je niet hoefde te schamen voor niets. Je was welkom. Altijd. Dat waswat een huis was. Een echt goed huis.

hemWhere stories live. Discover now