Elin

2 0 0
                                    

Ik had ergens gelezen dat blauw de meest rustgevende kleur was om in je slaapkamer te hebben. Dat leek mij ideaal, want mijn slaapkamer was zoals iedere student ook de kamer waar ik zou eten, relaxen en studeren.

Een uurtje later stond ik dus met verfrollers en een blik pastelblauwe verf weer in mijn kamer. Uit het rommelhok naast mijn kamer viste ik iets dat leek op schilderstape en wat oude verhuisdozen. Ik moest mijn creativiteit gaan gebruiken om niet te knoeien, maar dat zou wel lukken.

Vergezeld door de ondergaande zon begon ik te verven. In mijn hoofd beeldde ik scenario's uit waarin ik al vervend werd vastgelegd, en dat ik op reclameborden over de hele wereld zou staan in mijn vaders blauwe overhemd.

Mijn kamer was vrij groot voor deze campus. Over een jaar zou ik moeten verhuizen naar een nieuw huis, waar ik ook nieuwe huisgenoten zou hebben. Dat maakte het voor mij extra belangrijk om van mijn tijdelijke kamer echt mijn plekje te maken. Het was meer dan logisch dat het in mijn nieuwe stijl zou worden: veel pastelblauwe tinten, riet en plantjes. Ik vond mezelf een hele kunstenaar in mijn hoofd.

Het was zo fijn om mijn gedachten samen te laten smelten met het zompige geluid van de verfroller. Ik werkte expres niet door. Ook om de kinderachtige reden dat ik al wist dat het jaar zwaar zou worden en ik al hard genoeg zou moeten werken.

'Hallo, hallo,' begroette Hafsa mij. In haar armen had ze een plastic doosje met wat ze dan ook net had gekookt in haar eigen huis en een pak yoghurt.

'Sorry, ik heb helemaal niet meer naar mijn telefoon gekeken.' zei ik, zonder mijn blik van de muur af te wenden.

'Juist gezond.' ik hoorde Hafsa op de bank ploffen. 'Weet je hoeveel berichten mensen uit onze tutorgroep al sturen in die groepsapp?'

'Ik waag een gok... maar ik kan niet tellen. Veel?'

Ze grinnikte. 'Veel.'

Ik had geen verf meer en draaide me dus om zodat ik een nieuwe lading uit kon smeren in het plastic bakje. Haar lange nagels tikten razendsnel op haar telefoonscherm.

'Wat vond jij van week één?' vroeg ze na een tijdje.

'Ik kijk er naar uit. Ik wilde dit al de hele zomer.'

'Girl, same. Het is toch wel bizar hoe we in dezelfde groep zijn beland.'

'Je komt gewoon niet van mij af.'

'Ik kom gewoon niet van jou af.'

'Daarover gesproken,' ze kwam overeind en liet me een foto zien van ons in groep zes van de basisschool, met nog wat meisjes om ons heen. Ze wees er eentje aan met lang, vettig haar. 'zij studeert hier nu ook. Volgens mij zit ze in dat luidruchtige gebouw bij de kazerne.'

Ik kneep mijn ogen samen en probeerde me te herinneren wie zij was en hoe zij heette. Ineens schoot het me te binnen: 'Is dat niet dat meisje dat jou een vieze Marokkaan noemde omdat haar vader dat altijd zei tegen, eh, iedereen met bruine ogen?'

Hafsa trok haar bovenlip op en rolde met haar ogen. 'Ik vond haar zo dom. En zij mij.'

'Maar dat was niet eerlijk want jij zat toen net pas op school. En je bent niet eens Marokkaans. Maar zij werd ook gepest dus vandaar.'

'Daar ga je wéér! Je bent te goed voor de wereld want je houdt teveel rekening met iedereen en wat ze meemaken.'

Altijd al mijn probleem. Of gave, wat je wil.

Licht in mijn hoofd van het zompige geluid dat de verfroller maakte, vroeg ik: 'Vond je dat ik te veel praatte met Timor?'

Hafsa liep terug en plofte weer neer waar ze zat. Haar ogen priemden in mijn rug. 'Hoezo? Jij mag praten met wie je wil.'

ScepsisWhere stories live. Discover now