Mijn eerste dag

28 5 11
                                    

Dit is de poes die jullie je moeten gaan voorstellen bij Leliehart, een beschrijving komt nog ;)

Ik werd wakker en keek slaperig om me heen, waar was ik?
Oh ja oke ik was eindelijk bij de clan aangekomen en was de vriendelijke Mistval, drukkere Echopoot, aardige Lichtvoet, slapende Valkveer en statige Wolvenster al tegengekomen, en ik was heel benieuwd naar de andere katten die ik nog zou gaan leren kennen.

Ik rekte me voorzichtig uit en keek om me heen toen ik de open plek op liep Valkveer was al op, ook Lichtvoet was al weg. 'Goeiemorgen Leliepoot' hoorde ik ineens achter me, ik schrok me rot en draaide me vliegensvlug om om recht in het het gezicht te kijken van een witte poes met mooie groene ogen die ik niet kende met nog een andere kater achter haar. 'Hallo, en jij bent?' 'Oh dom om van me om mezelf vergeten voor te stellen, ik ben Loofveder, en dit hier is Watergolf' 'Leuk om kennis te maken met jullie allebei' zei ik met een glimlach. 'Geheel wederzijds' was het antwoord van Watergolf. 'Sorry maar als je ons nu wilt excuseren we moeten op jacht' 'Veel plezier beiden' was mijn antwoord daarop. Ze liepen vrolijk kletsend weg.

Ik keek om me heen en zag ineens nog een kat verschijnen het was een andere poes die ik ook nog niet kende, ik was aan het twijfelen of ik naar haar toe zou gaan tot ik ineens de stem hoorde van de gitzwarte poes die dit mogelijk had gemaakt voor mij, 'dat daar is Maanlicht' 'Oh dankjewel Mistval' 'Graag gedaan'

Er viel een kalme stilte en we zaten beiden rustig naast elkaar tot Lichtvoet aan kwam lopen en vroeg of ik mee zou gaan met de patrouille zodat ze me alles konden vertellen wat ik zou moeten doen en er ook echt van me verwacht werd. Ik knikte en ging mee, het oh-zo-mooie woud in.

Voor mij liepen Valkveer en Watergolf en langs mij liep Lichtvoet, ik keek om me heen en nam alles in me op want dit werd tenslotte mijn nieuwe huis, hier zou ik gaan wonen. Ineens begon Lichtvoet tegen me te praten, ze legde uit wat er allemaal zou moeten gebeuren en op de een of andere manier klonk het goed. Ik had er zin in.

Toen we teugkwamen van de patrouille liep ik opgewekt naar Echopoot toe want wij waren de enige leerlingen hier en nu begreep ik nog beter wat dat betekende, wij waren niet zomaar jonge katten, wij waren de toekomst van deze clan! 'Hoi Echopoot wat doe je?' 'Ik oefen vechtbewegingen...' Antwoordde Echopoot afwezig toen hij ging zitten om omhoog te springen. En toen hij sprong draaide en neerkwam was ik onder de indruk. 'Hoe heet die beweging?' vroeg ik nieuwsgierig. 'De spring-en-vastpin-beweging' kreeg ik als antwoord. 'En zou je die mij dan kunnen leren?'

'Zeker wel maar dan moet je goed opletten en een beetje evenwicht hebben.' Ik keek even vreemd 'Evenwicht heb ik wel hoor, ik hou van bomen en heb er dan ook veel in geoefend.' Echopoot lachte en zei 'Mooi je moet zo opspringen, van de muur af, je in de lucht omdraaien neerkomen al is dat niet per se noodzakelijk, en als het even kan op de andere kat, maar anders moet je meteen weer doorgaan met aanvallen.' 'Oke dat snap ik wel, wil je het nog een keer voordoen? En dat ik je dan nadoe?' 'Ja hoor nu kijken en leren!'

Hij sprong draaide en probeerde op me neer te komen, ik kom net op tijd wegspringen en zijn beweging kopiërend sprong ik nu ook maar draaide ik me in de lucht op en kwam voor hem neer, wel moest ik even een poot verzetten voor evenwicht maar het was me gelukt! Echopoot keek me aan en zei met wat bewondering in zijn stem 'Dat was knap hoor voor een eerste keer!' 'Dankjewel zonder jou had ik deze beweging niet gekend en was het me niet gelukt hoor!'

Nadat ik afscheid had genomen van Echopoot liep ik naar Mistval want de poes stond voor het medicijnhol bedenkelijk naar de hemel te staren. 'Wat is er? Krijg je een teken van de sterrenclan?' Ik wist nog niet helemaal wat het inhield om een teken van de sterrenclan te krijgen maar Roxy had erover verteld. Mistval keek verbaast naar me om en schoot toen in de lach 'Nee joh, ik rook alleen even aan de lucht hoe lang het zou duren voordat het zou gaan regenen want er komt regen aan, zie je die wolken daar met dat donkere randje aan de onderkant een een rondere bovenkant? Dat zijn regenwolken en worden nu meegenomen deze kant op, en eigenlijk moet ik nog wat kruiden halen want morgen is het niet goed om ze te gaan plukken want dan zijn ze helemaal verregend.' Ik keek haar aan 'Waarom ga je nu niet?' Mistval draaide haar hoofd weer omhoog naar de lucht mijn vraag negerend en mompelde 'Als ik nu ga, haal ik het misschien net...' En ze keek me weer aan, 'Ik ga nu, maar kun jij meegaan? Ik wil er zoveel mogelijk halen.' 'Natuurlijk' antwoordde ik.

Mistval liep met een hoog tempo het bos door en toen we er aankwamen plukte ze zorgzaam de plantjes. ik stapelde ze allemaal op en vroeg tussendoor 'Hoe wist jij eigenlijk dat je medicijnkat moest worden en geen krijger?' Mistval gaf antwoord met een mond vol kruiden 'Ja dat kwam omdat twee sterrenclankatten genaamd Streepster en Hulstvlam me dit vertelden'

Ik keek haar verbaast aan, 'En dat was het dan? Ze zeiden dat en toen wilde je het worden?' Mistval lachte 'Nee kleintje, ik wilde het allerliefst gewoon krijger worden, maar het was mijn lot, en een lot kun je niet veranderen je komt er misschien met een omweg, maar je zult altijd naar je bestemming komen.' Ik keek haar even in stilte aan terwijl ik nadacht over wat ze had gezegd, ze was ouder dan mij en duidelijk ook heel wijs

Toen we weer snel verdergingen met de kruiden flitste er in een keer een heldere bliksemschicht over onze hoofden en knalde ergens op in, we keken beide met een reflex omhoog en toen ik rook zag schreeuwde ik 'VUUR MISTVAL, VUUR KIJK DAAR!!' Ze keek razendsnel om, hoorde het vuur en zei 'Kom op! Rennen! We moeten hier NU weg het vuur komt onze kant op!' Ik had me al omgedraaid met kruiden in mijn mond, maar verstarde toen ze dat riep. Ik was namelijk echt bang voor vuur, ik hield van water maar had vaak genoeg nachtmerries van vuur.

Mistval rende me voorbij en toen ze hoorde dat ik stilstond wenkte ze me met haar staart dat ik moest volgen, ik was zo blij dat ze de weg wist, en rende dus in blinde paniek achter haar aan. We renden en renden, ik hoorde het vuur dichterbij komen, en rook kwam al in onze gezichten. Het begon te regenen maar niet hard genoeg, we renden harder en harder door de storm heen.

Toen gewoon uit het niets sloeg er een bliksemschicht in vlak voor onze neus in een boom, ik schrok en sprong met vier poten in de lucht. Ik keek naar Mistval en zag haar ook met opgezette staart om zich heen snuffelen op zoek naar een uitweg...

Hii, ik heb al een tijdje niet meer geschreven, maar ik heb het weer opgepakt! Sorry voor de cliffhanger maar ik vond het een mooi moment om dit hoofdstuk mee te eindigen.
Een hele fijne dag nog!
Groetjes 🌸Palominabloem🌸

Warrior Cats/ Een HartewensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu