Hoofdstuk 2

59 5 6
                                    

Er werd op de deur geklopt. 'Binnen!' Roep ik. Ik lig in bed in mijn kamer en verveel me. De deur gaat open en mijn vader komt binnen. 'Hey, wat doe je?' Vraagt ie. 'Niks.' antwoord ik met een zucht. Mijn vader loopt naar me toe en gaat op het bed zitten. 'Sorry dat ik zo druk ben, maar er is een struikrovers bende die heel wat problemen veroorzaakt.' 'En dat moet jij regelen?' vraag ik 'Nou ja, er is niet echt iemand anders die het kan doen.' 'Waarom doet de krijgsmeester dat niet ofzo?'  Mijn vader denkt even na. 'Nou hij doet ook mee maar hij is niet slim genoeg om een plan te bedenken om ze te pakken te krijgen.' Hij glimlacht 'En ik natuurlijk wel.' Ik trek één wenkbrauw op en kijk mijn vader aan. Hij kijkt me een beetje beledigd aan. Ik ga zitten en vraag  hem nog iets: 'Maar... Je zei dat jij wel slim genoeg was om een plan te bedenken hè?' De beledigde blik verdwijnt meteen en maakt plaats voor een grote glimlach 'Jazeker, natuurlijk ben ik slim genoeg ik ben immers de baron.' Mijn vader kijkt me trots aan. 'En wat is je plan dan?' Ik glimlach al voordat ik die zin helemaal heb uitgesproken, omdat ik het antwoord wel kan raden. De glimlach verdwijnt als sneeuw voor de zon. 'Eh....' Mijn vader weet even niks te zeggen dus ik grijp mijn kans. 'Heb je nog geen plan?' Vraag ik met grote ogen en een gespeelde verbazing. 'Waarom ben je dan de afgelopen dagen zo druk geweest?' Mijn vader opent even zijn mond om te antwoorden en kijkt me even aan, ik houd mijn hoofd een beetje schuin. Hij doet zijn mond weer dicht want hij weet nog steeds niks te zeggen, ik trek weer één wenkbrauw op en frons er bij, mijn vader kijkt snel weg. Van binnen moet ik echt lachen maar ik weet me nog net in te houden, ik kan alleen een glimlach niet onderdrukken.

'Zullen we ze anders samen opsporen?' vraag ik na een lange stilte, nadat ik bepaald heb hem niet verder te plagen. Mijn vader kijkt me aan alsof ik gek ben. 'Waarom zouden we? Het is te gevaarlijk voor 2 mensen.' 'Kom op pap, das leuk, we zoeken ze alleen, als we weten waar ze zich schuilhouden gaan we terug en sturen een paar mensen erop af.' We kijken elkaar aan en ik zie dat mijn vader nog een klein duwtje nodig heeft. 'Please pap?' Ik probeer mijn vader zo lief mogelijk aan te kijken, en blijkbaar heeft dat effect.

'Nou, goed dan. Maar als je moeder kwaad wordt mag jij het haar uitleggen.' Zegt hij en ik ben meteen helemaal vergeten dat ik een kwartier geleden me ontzettend verveelde. 'Oké. Wanneer gaan we?' Het liefst ging ik nu meteen, maar vader dacht daar blijkbaar anders over. 'Morgen middag. Ik bespreek eerst met de krijgsmeester hoeveel mensen er klaar moeten staan als we terugkomen.' Ik knik, dat klonk wel logisch. 


Sorry voor dit hele korte hoofdstuk, maar eerst was die echt super lang dus heb ik besloten om het in tweeën te knippen. Geen zorgen het volgende hoofdstuk wordt iets spannender en langer.(: Oh, en ter informatie de hoofdpersoon (die jongen) heet Liam Carter, ik wist echt niet waar ik dat neer moest zetten, dus zet ik het maar hier. Als je ideeën hebt waar ik het alsnog kan vermelden, laat het dan alsjeblieft weten.

De eerste JagerWhere stories live. Discover now