2.

73 0 0
                                    

'Lou! Bij ons blijven schat'. Riep mama toen ik achterbleef. We waren aan het winkelen in Diagon Alley. Ik stond voor een groot raam naar de nimbus 2000 aan het staren met wat andere kinderen die allemaal dolenthousiast waren. 'Ik kom mam' zei ik terug terwijl ik met mijn hand nog even over het glas streelde en daarna naar mijn ouders ging. 'Kom Lou, het is hier veel te druk om achter te blijven. We moeten nog zoveel kopen' zei papa. We kwamen voorbij een winkel vol met uilen en ratten en katten en alles wat je maar kan bedenken. Ik zag door het glas een jongen die opgewonden naar zijn nieuwe pad aan het kijken was. Hij zag er nogal slungelig en onhandig uit. De jongen natuurlijk, niet de pad...

'Ben je niet blij met Charles' zei Cedric, en hij gaf me een stomp. Ik deed een poging om naar zijn haar te grijpen, maar hij is veel te groot voor me. 'Te klein zusje'? Lachte hij. Ik zag een bankje staan ik sprong erop duwde me af en ging op Cedric zijn rug zitten voor hij ook maar iets kon doen. Ik begon hardhandig zijn haar helemaal overhoop te doen. Hij haat het als ik dat doe. Hij zwiert me zacht maar kordaat af zijn rug en keek me boos aan. 'Hé, ik heb hier wel een uur aan gewerkt' zei hij terwijl hij een poging deed zijn haar terug goed te leggen. 'Zo te zien heeft je gel al het werk gedaan' en ik veegde de gel aan mijn handen af aan zijn uniform.

'Hier moeten we zijn' zei mam en ze bleef staan bij een donkere winkel. Het was alsof er niemand was. 'Hier moet je alleen binnen' fluisterde mama in mijn oor terwijl ze me zachtjes naar binnen duwde.

De deur viel achter me dicht en van de schrik draaide ik me om. Daar stond mijn familie te kletsen. Ik draaide me terug om en keek recht in hebt gezicht van een man. Hij stond nog geen 10 cm bij me vandaan. 'Jezus man, waarom laat je me zo schrikken' zeg ik boos. 'Wie ben je' vroeg hij. 'Ik ben Lou Diggory, jij'? 'Ik denk niet dat jij dat hoeft te weten jongedame'. Ik draaide met mijn ogen. Ik keek de winkel rond en zag overal kleine doosjes, allemaal dezelfde vorm en wel duizenden van ze. 'Wat zit er in die doosjes' vroeg ik. De man liep weg naar één van de gangen met doosjes. Hij pakte er één uit en gaf het aan mij. Ik maakte het open en zag een lange stok. 'Is dit een toverstok'? Vroeg ik. 'Nou vooruit, zwaai er dan mee' zei de man.

Ik gaf er een zwaai mee. Één van de rekken viel om en er ontstond een domino van kasten. Honderden doosjes vielen uit de kasten. Hij pakte snel de staf uit mijn hand en gaf me een andere. Ik zwaaide ermee en even gebeurde er niks. Toen keek ik naar de man en zag dat er een enorme witte baard was gegroeid aan zijn gezicht. 'Hahah' ik lachte hem uit. 'Wat dan'? Vroeg hij. 'U hebt een enorme baard' lachte ik. 'Wat zielig voor je' zei ik spottend. De man keek me intens aan en er verscheen een denk-rimpel op zijn voorhoofd.

'Mmhmmh' zei de man. 'Zou het-'. Plots verscheen er een rare blik op zijn gezicht. Hij liep razendsnel naar één van de rekken en nam er een doosje uit. Hij blies het stof eraf en gaf het voorzichtig aan me. Nog steeds met de rare blik op zijn gezicht. Het was een mooie donkerbruine, bijna zwarte staf in de vorm van de Hoorn van een eenhoorn. Er stonden rare letters op de staf. 'Welke taal is dit' vroeg ik. 'Dat, mijn kind, is parseltongue'. 'Wat is dat'. 'De taal van de slangen' zegt hij bezorgd. Derde keer goeie keer. Ik aarzelde even maar zwaaide toen toch met de staf. Er gebeurde even niks. Toen kwam er een zwak blauw licht uit het puntje dat steeds feller werd. Het licht kwam los van de staf en zweefde door de lucht. Het leek sterk op een kronkelende slang op weg naar zijn volgende prooi. De straal ging recht op de man af en verdween op het moment dat het zijn gezicht raakte. De baard begon te krimpen. Hij bleef krimpen tot er niks meer over was, toen begon het gezicht van de oude man te verjongen. Eerst gingen zijn rimpels weg, toen ook zijn snor en zo bleef het doorgaan tot er een jonge, knappe man voor me stond. Hij moest niet ouder zijn dan 28. Hij had een brilletje en blond haar. Ik keek hem geschokt aan. Hij voelde aan zijn gezicht met zijn beide handen. Hij keek me doodsbenauwd aan. 'W-wat betekent dit' vroeg ik. 'Weet je van wat dit is gemaakt' zei hij terwijl hij de stok uit mijn handen nam en er gefascineerd naar keek. 'Nee...'. 'Dit, dit is gemaakt van eenhoorn haar. Deze staf was eens van een groot vrouw. Machtig maar meedogenloos, één van de machtigste heksen ooit bestaan. Maar ze was slecht, pure haat schuilde in haar hart'. 'Wat maakt dat uit'? 'De staf kiest de tovenaar, kleine meid'. 'Ja! Maar wat wilt dat zeggen'! Schreeuwde ik. 'Dat betekent dat- Nee! Dat moet je zelf uitzoeken'! Hij leek verward alsof hij nog nooit zoiets heeft meegemaakt. Hij bleef maar schudden met zijn hoofd en in zichzelf praten. De staf lag op de tafel, ik pakte hem op. 'Hoeveel kost deze'? Vroeg ik. 'N-niks neem maar mee'. Zei de man terwijl hij me met zijn hand wegwuifde.

Ik liep uit de winkel, ik was geschokt en bang. Ik stond voor de deur en keek naar boven. "Olivanders", rare winkel dacht ik bij mezelf. 'Heb je je staf gevonden, schat'? 'Ja...'

Ik stond tussen mijn ouders voor een muur. 'Probeer maar eens' zei papa. 'Dus ik moet gewoon lopen tegen de muur'? 'Precies ja'. Ik nam een sprintje en ging dwars door de muur. Ik keek naar boven "9 3/4" ik ging aan de kant en toen kwam ook Cedric door de muur gelopen. Toen ook haar beide ouders. Ze bleven even praten toen de trein een waarschuwing sein gaf. 'Het is tijd Lou' zei Cedric. Ik gaf mijn beide ouders een stevige knuffel en ze gaven me elk een kus. Mama op mijn kaak en papa op mijn voorhoofd. Ik pakte mijn koffer en liep met Cedric mee in de trein. 'Veel plezier lieverd, ik hou van je'! Ik zag dat mijn mama tranen in haar ogen had. Ik zwaaide en stapte op de trein.

Ik volgde Ced naar een hokje. Daar zaten twee jongens, even oud als Cedric schatte ik. 'Hey' zei Cedric. 'He, Ced. Wie is dat'? Vroeg één van de jongens. 'Dit is Lou, mijn zusje'. 'Ha Lou, aangenaam. Ik ben Simon' hij stak zijn hand uit. Ik schudde zijn hand 'aangenaam' zei ik. Hij knipoogde naar me en ik ging zitten. 'Gast, da's m'n zusje' zei Cedric geërgerd. Ik lachte 'wie is er nu een stijve hark Ced' zei ik terwijl ik terug knipoogde naar Simon. 'Uh-uhm, ik ben Max' zei de andere jongen nu. Ik knikte naar hem 'ook aangenaam Max'. Ik bleef met Cedric en zijn vrienden praten tot de trein arriveerde.

Parent issues [Fred Weasley Fanfic] [DUTCH]Where stories live. Discover now