Maanvlucht

By Saraline2000

44.6K 3.1K 2K

In het jaar 2090 is de mensheid de wanhoop nabij; ontelbare aardbevingen, verwoestende stormen en ondraaglijk... More

Proloog
1. Bloed, zweet en tranen
2. Gesneden groenten en kokende woede
3. Schokken
4. Een avondje uit
5. Een bewogen avond
6. Het verdict
7. In een stroomversnelling
8. Hartelijk welkom
9. De eerste indruk
10. Connecties
11. De kennismaking
13. Een pak slaag
14. Jij begrijpt het
15. De eerste proef
16. Misbruik van macht
17. Wereldvreemd
18. Op expeditie
19. De Olympische Hersenspelen
20. Koning Angst
21. Truth or Dare?
22. Vergrootglas op het hart
23. Angszweet
24. Wilde je wat zeggen?
25. Hart tegen Hart
26. Wanneer een bom wordt gedropt
27. De Schepping
28. Op het scherpst van de snee
29. De dag van de waarheid
30. Inpakken en wegwezen
Epiloog
Nawoord

12. Ommekeer

1.3K 105 88
By Saraline2000

Zo stil mogelijk probeerde ik de deur van kamer 46P achter me te sluiten, waarna ik met geruisloze stappen naar binnen slofte. Niet dat er ook maar iemand al lag te slapen, maar ik wilde gewoon niemand storen met waar die ook mee bezig was. Daarenboven wilde ik ook vooral niet dat zij míj stoorden. Op dat moment had ik echt geen behoefte aan andere mensen, met hun vervelende vragen en hun irritante opdringerigheid.

Natuurlijk was dat exact wat er gebeurde.

'Femke!' riep Masani, terwijl hij met zijn atletische lichaam op me af kwam gestevend. 'Hoe was het? Ging het goed? Wat heb je moeten doen? Heb je de Jury van de Hoge Raad gezien? Stelden ze veel lastige vragen?'

Hoewel Masani de enige was in deze kamer voor wie ik nog een beetje sympathie koesterde, ergerde hij me mateloos met zijn geratel. Had die jongen dan ook nooit door wanneer hij moest stoppen? Ik vroeg me af of hij wel iets kende als vermoeidheid.

'Je zal het straks zelf wel allemaal ontdekken,' antwoordde ik kortaf. Ik draaide me van hem weg om naar mijn bed te sjokken, maar meteen voelde ik een stevige hand op mijn schouder.

'Kom op, Femke.' Zijn stem klonk plots een stuk zwaarmoediger. Blijkbaar stond er dus wel een maat op zijn onvermoeibare vrolijkheid. Hij keek me smekend aan met zijn roestbruine ogen. Het viel me nu pas op dat hij een aanzienlijke spleet had tussen zijn bovenste snijtanden. 'Mag ik niet gewoon nieuwsgierig zijn? Je bent tenslotte mijn kamergenoot, dus in mijn leefwereld ook mijn vriendin. Bovendien wil ik me ook wel een beetje kunnen voorbereiden op wat me te wachten staat. Dat gun je me toch wel?'

Ik moet toegeven dat hij er best aandoenlijk uitzag, Masani. Ook al kende ik hem nauwelijks een dag en kon hij me best irriteren, had ik er moeite mee om onvriendelijk te zijn tegen hem. 'Oké. Het ging wel... Goed?' zei ik dan maar, op mijn geheel overtuigende wijze. 'Ik had er eerlijk gezegd meer van verwacht. Het was voorbij voor ik het besefte.'

'Ik had niet anders verwacht.' Het was Fransesca, die zich vanop haar bed plots mengde in het gesprek. Ze draaide een lok van haar donkere haren rond haar vinger terwijl ze sprak. 'Ik zei het toch: die kennismakingsronde is enkel en alleen een vleeskeuring. Je persoonlijkheid kan die hoge piefen helemaal niet schelen. Het oog wil ook wat op de maan.'

Ik plofte neer op mijn bed. 'In dat geval maak ik geen schijn van kans,' mompelde ik bijna onverstaanbaar, maar blijkbaar wel verstaanbaar genoeg voor Fransesca om het te horen.

'Hé, zo lelijk ben je niet, hoor.' Ze zei het op fluistertoon en zonder me aan te kijken, alsof ze zich schaamde voor het compliment dat ze net gaf. Toch bezorgde het me een warm gevoel van binnen dat deze woorden uit de mond kwamen van een ravissante schoonheid als Fransesca, die niet echt zomaar met complimentjes leek te strooien.

Ik glimlachte flauw. 'Bedankt, denk ik.'

'Natuurlijk, je neus mocht wat verfijnder en je haren missen glans en je bent wat aan de bleke kant-' even leek het alsof haar opsomming eeuwig bleef duren '-maar niemand is natuurlijk perfect.'

Daar besloot ik niet op te reageren. In de plaats daarvan wierp ik mijn -vreselijk knellende- schoenen van mijn voeten en liet ik mijn vermoeide hoofd op mijn kussen vallen. Ik was afgepeigerd na deze lange dag en de moed zonk in mijn schoenen toen ik me realiseerde dat dit nog maar de eerste was.

Iedereen om me heen was duidelijk gespannen. Ik was het zelf al bijna vergeten, maar zij moesten natuurlijk nog steeds hun kennismakingsronde voltooien. Ze gingen elk duidelijk heel anders om met die spanning.

Fransesca zat in kleermakerszit op haar bed, haar handen in elkaar gevouwen op haar schoot en haar ogen gesloten; een typische gebedshouding in het Credisme. Toen bemerkte ik dat ze een klavervormig hangertje rond haar hals droeg, het alombekende symbool van de Credisten. Ze prevelde enkele woorden die ik vaag kon begrijpen; ik had mijn moeder deze gebeden ook al zo vaak horen opzeggen. Zelf vond ik het ik een tikkeltje ridicuul en naïef. Als God echt bestond, waarom leefden we dan in zulke slechte omstandigheden? Stel dat hij wel bestond, waarom zou je dan iemand aanbidden die ons aan lot overliet? Ik begreep het niet.

Masani tokkelde met zijn vingers op zijn nachtkastje en wiebelde met zijn voeten. Soms kauwde hij op zijn nagels en dan weer ging hij achterover op zijn bed liggen, om tien seconden daarna weer rechtop te komen. Die jongen wist duidelijk geen blijf met zichzelf.

Huan poetste de glazen van zijn bril wel tien keer in even veel minuten en liet zijn ogen ondertussen over een boek glijden, maar ik was er zeker van dat hij geen enkele zin daadwerkelijk had gelezen. Op school had ik geleerd dat papier en dus ook boeken vroeger van bomen werd gemaakt. Zelf had ik nog nooit in mijn leven een boom gezien; ze waren zo goed als allemaal verdwenen, ofwel opgegaan in de talloze bosbranden ofwel genadeloos gerooid door de mensen.

Elias lag dan weer met zijn buik op zijn bed en streek met houtskool over een vel papier voor hem. Zijn bruine krullen hingen nonchalant over zijn voorhoofd, maar dat leek hem niet te belemmeren bij het tekenen; hij keek met een geconcentreerde, maar tegelijk dromerige blik naar zijn werk. Hij had iets mysterieus om zich heen en ik moest bekennen dat ik het intrigerend vond.

Van het norse meisje kon ik nergens een glimp opvangen; zij was waarschijnlijk nu aan haar kennismakingsronde bezig. Ik was ergens wel blij dat ze er niet was.

Zo baadde de hele avond in een sfeer van spanning en druk verkeer van mijn kamergenoten die weg werden gebracht en weer terugkwamen. Ondertussen had ik mijn nachtjapon al aangetrokken en was ik languit op mijn bed gaan liggen, terwijl ik nadacht over alles en tegelijk niets. Mijn gedachten bleven af en toe steken bij de kennismakingsronde die ik die avond had afgelegd. Ik tastte wel tientallen keren naar de chip in mijn nek; ik bleef het een enge gedachte vinden. De beelden die mijn herinneringen vormden verschenen weer voor mijn ogen, met de nadruk op één beeld: het beeld van mijn vader.

Toen viel ik in een dromeloze slaap.

♣♣♣♣♣♣♣♣♣

Enkele straaltjes zon schenen verwarmend op mijn gezicht en ik wilde mijn ogen opendoen, maar in een reflex kneep ik ze weer dicht nadat ik pijnlijk verblind werd door het sterke licht.

De nacht was heet, zo heet dat ik er nauwelijks van kon slapen en ik in een wanhoopsdaad het deken van me af had geduwd. Mijn hoofd was loom en bedekt met druppels zweet, die mijn ongure lichaamsgeur versterkten. Hoewel ik dit soort nachten al zo vaak had meegemaakt in mijn leven, kon ik er maar niet gewend aan raken. Ik hield niet van de warmte. Veel liever werd ik gedropt in een ijswoestijn, waar ik tenminste frisse lucht kon inademen. Helaas was er nergens op aarde een plek waar die beschrijving aan voldeed. Die ijswoestijn zou altijd iets zijn wat enkel en alleen in het verleden en mijn fantasie zou leven.

Niet alleen de warmte zorgde ervoor dat ik blij was dat de nacht voorbij was. Ook de mensen om me heen irriteerden me mateloos. De eerste uren waren nog behoorlijk en toen had ik op bepaalde momenten mijn ogen werkelijk dicht kunnen houden, maar daarna werd ik constant gewekt door het doorlopende gesnuf van Huan, het gesnurk van Masani en het eindeloze woelen van Fransesca. Het meest opvallende was dan nog het gebrabbel van het naamloze, norse meisje; op bepaalde ogenblikken begon ze ineens te praten, waarschijnlijk in haar slaap, maar ik kon niet verstaan wat ze zei. Alleen Elias slaagde erin niets te doen waardoor ik me ergerde.

Met een gesmoorde kreun zette ik me recht in mijn bed, waarna ik het slaapzand uit mijn ogen wreef. Na een tijdje lukte het me mijn ogen open te houden zonder dat ik ze meteen weer moest dichtknijpen. Ik stak mijn hoofd boven het smalle muurtje naast mijn bed uit en keek toe hoe mijn kamergenoten allen nog in hun bed lagen te maffen. Ik vroeg me echt af hoe zij er in hemelsnaam in slaagden zo onbezonnen te slapen op een plek die het verdere verloop van hun leven zou bepalen.

Met een zucht liet me ik weer achterover vallen op het dunne matras. Ik had er totaal geen benul van hoe laat het was, laat staan wat me deze dag allemaal te wachten zou staan. Ik wilde gewoon weg. Terug naar mijn familie.

Niet veel later loeide een luide sirene, waardoor iedereen in de kamer bruusk uit zijn slaap werd gewekt en opschrikte. Daarna werd die luide sirene vervangen door een rasperige stem, die overdreven articulerend aankondigde dat we binnen een halfuurtje op het binnenplein moesten staan. Mijn aandacht werd echter vooral gegrepen door de woorden die ze daarna sprak: 'Eerst krijgen jullie de kans post van het thuisfront te ontvangen. De post ligt in de gleufjes naast jullie kamerdeur. Veel plezier ermee.'

Toen de vrouw was uitgesproken, wilde ik meteen naar de gleufjes naast de deur rennen, maar ik wachtte even af wat de rest deed, want ik wilde niet té enthousiast overkomen. Bizar genoeg kon ik echter bij niemand ook maar een spoor van enthousiasme of zin voor initiatief bemerken. Ze bleven allemaal onverschillig rond hun bed hangen.

Aangezien niemand iets deed, besloot ik toch maar naar de gleufjes in de muur te lopen. Daar zag ik een envelop liggen met mijn naam erop.

Ik nam de envelop gretig in mijn handen en ging er mee naar mijn bed. Terwijl iedereen levenloos voor zich uit lag te staren en de slaap van zich afschudde, bleef ik een paar tellen naar de envelop staren alvorens ik hem open deed. Een mix van benieuwde en onzekere gevoelens kriebelde in mijn binnenste. Wat zou erin staan?

Langzaam vouwde ik de envelop open, waardoor zich in een mum van tijd een hologram van mijn moeder ontplooide op mijn hand. De diepe groeven in haar gezicht, de grijze sprieten tussen het asblonde haar dat ze in een knot bijeenhield, de moederlijke glimlach, zelfs de anijsgeur die om haar heen hing: allemaal op mijn hand, maar in realiteit zo ver weg.

Dan kwamen haar dunne lippen in beweging en begon ze te spreken:

Hoi, Femke. Ik hoop dat je het daar een beetje naar je zin hebt? Je zusjes waren helemaal beduusd na je vertrek; ze vroegen me constant waar je bent, wat je doet en wanneer je terugkomt. Over je zusjes gesproken: goed nieuws. Je weet nog dat er zo veel onduidelijkheid was over hun bloedstalen? Blijkbaar was dit gewoon te wijten aan een technische fout, waardoor hun uitslag een beetje vertraging opliep. Vlak nadat jij vertrokken was, kregen we bericht dat ze geselecteerd zijn. Ze zijn geselecteerd, wie had dat gedacht! Ik ben ze halsoverkop naar de selecties moeten brengen. Ze zitten trouwens samen in een kamp op een paar kilometers van de jouwe. Dan zijn jullie toch al iets dichter bij elkaar...

Mijn mondhoeken krulden onwillekeurig omhoog bij die gedachte. Een paar minuten geleden leek de afstand tussen mij en mijn zusjes nog onwezenlijk groot, maar met een paar woorden was dat gevoel ineens een heel stuk verminderd. Misschien was er toch een toekomst voor ons weggelegd...

Ik maak me een beetje zorgen om je, Femke. Je was zo moedeloos voor je vertrek. Ik hoop dat je daar een beetje je best doet, want deze kans krijg je nooit meer. Laat zien wat je waard bent. Ik geloof in je.

Mijn moeder perste haar lippen op elkaar om een glimlach te vormen, maar haar doffe ogen slaagden er niet in mee te lachen. Het leek wel alsof ze dit enorm moest forceren en ergens in een achterkamer van mijn hart knaagde het gevoel dat er meer gaande was dan ze liet uitschijnen.

Hopelijk tot gauw, lieverd.

Voor ik het wist, verdween de hologram van mijn moeder in de obscuriteit van het niemendal. Ik had haar beeltenis zo graag voor eeuwig kunnen vasthouden op mijn hand, maar helaas waren hologrammen slechts vluchtig in de tijd.

Ik dacht terug aan haar woorden, aan Mona en Nel die nu ook alleen waren in een griezelig maankamp, de toekomst die we samen zouden kunnen hebben. Meteen gaf ik mezelf een stomp tegen mijn hoofd. Ik moest gisteren gegarandeerd een belabberde indruk gemaakt hebben tijdens de kennismakingsronde. Toen ze me vroegen waarom ik naar de maan wilde, had ik verdomme geantwoord dat ik dat niet wist! Als ik eerder had geweten dat Mona en Nel ook geselecteerd waren voor de maanselecties, had ik misschien meer moeite gedaan om een goede indruk te maken. Wat was ik een idioot. Hoe kon ik ooit nog slagen met dat slechte etiket dat ik mezelf had bezorgd bij de kennismaking?

Ik zag voor me hoe Mona en Nel, amper oud genoeg om alleen op straat te lopen, moederziel alleen op de maan terechtkomen, terwijl mijn moeder en ik op de aarde achterblijven. Dat kon ik niet laten gebeuren. Ik moest er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ik bij hen kon zijn.

Ik moest er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ik de maanselecties haalde.

~~~~~~~~~~~~~

Zo, Femke heeft weer een doel in haar leven.

Ik had dit al in een bericht naar mijn volgers geplaatst, maar omdat ik denk dat bijna niemand dat leest, zeg ik hierbij nog eens dat Maanvlucht deze maand meedoet voor de Netties en jullie voor mij kunnen stemmen in de poll! Ik verplicht jullie natuurlijk nergens toe, maar ik zou het erg tof vinden als jullie dat zouden willen doen ^^ De link staat op mijn profiel in het bericht naar mijn volgers, of je gaat gewoon rechtstreeks naar het account van Wattned en daar vind je normaal gezien ook een link.

Ik draag dit hoofdstuk op aan _foreverhope, omdat ze een heel erg aardig en bovenal sterk persoon is. Veronica, je bent een topper.

Hopelijk vonden jullie het een goed hoofdstuk! Ik zie graag jullie reacties voorbijkomen ;)

Continue Reading

You'll Also Like

119 17 4
'Ik wou dat alles perfect zou zijn. Ik had alles uitgewerkt in mijn hoofd, maar toen smeet hij roet in het eten. Ik had het kunnen weten, niets loopt...
9 1 1
The Bolt
1 0 1
De toekomst is niet wat het geweest is. Hij is duister, maar kan vermeden worden. Wat wij nu doen beïnvloed de toekomst. Doen wij genoeg?
124K 5.2K 81
Lena loopt naar huis en word door een hand meegenomen. Ze word het bos in getrokken en ze komen een grote wolf tegen. Ze is bang voor hem, maar hij d...