8. Hartelijk welkom

1.4K 124 41
                                    

Een uitgestrekte sluier van mist zweefde boven het levenloze landschap en verborg het overweldigend grote complex van gebouwen, waardoor er bijna niets meer van zichtbaar was behalve enkele uitstekende torentjes. Het viel dan ook erg op, in de leegte waarin het kamp werd gebouwd; in een straal van tien kilometer was er helemaal niets te zien of te doen.

Een windstoot deed de zanderige vlakte opstuiven, waardoor korrels in mijn ogen terechtkwamen en mijn oogslijmvliezen irriteerden. De maanselecties waren nog niet begonnen en ik was al aan het wenen. Vervloekt zand ook.

Zuchtend wreef ik met mijn knokkels in mijn ogen, waarna ik mijn koffertje weer wat steviger in mijn linkerhand vasthield en mijn weg met trage passen voortzette. Rondom mij zag ik jongens en meisjes van mijn leeftijd hetzelfde doen. Allemaal liepen ze met een serieuze blik door, allemaal waren ze gedreven door hoop en nieuwsgierigheid. Ik zag dat ze er echt voor wilden gaan. Ik was echter compleet gedemotiveerd. Het enige wat ik wilde was naar huis gaan. Ik had hier echt niet om gevraagd, om die idiote maanselecties.

Enkele minuten later stond ik voor de majestueuze poorten van Trainingskamp G. Ik had totaal geen idee gehad waar ik me aan kon verwachten, maar dit overtrof alles. Ik leek wel voor de poorten van een hele stad te staan, zo groot was het.

Om het kamp te kunnen betreden, moest ik mijn vinger enkele seconden tegen een scanner houden die naast het hek was bevestigd. Alleen de Tribuni Lunae, die allen een speciale code hadden gekregen, konden er immers naar binnen. Het apparaat keurde mijn vingerafdruk, waar alle informatie over mijn identiteit op stond, goed en gaf het teken dat ik verder mocht gaan, waarna de poorten voor mijn neus open zwenkten.

Een meter was ik verwijderd van mijn toekomst. Een enkele samentrekking van de spieren in mijn lichaam was genoeg om me over die symbolische grens te zetten. Maar ik kon het niet. Iets in mijn hoofd hield me tegen; het leek wel alsof ik verlamd was.

'Kom op, loop eens door! Je bent niet de enige die naar binnen moet hoor!' klonk de norse stem van een zwartharig meisje met een kille blik achter mij. Ik zag hoe ze me geïrriteerd aankeek en theatraal met haar voet op de grond tikte, als teken van ongeduldigheid.

Ik wilde net een bittere opmerking terug spuwen, maar ik kon mijn woorden nog net op tijd weer inslikken. Hopelijk hoefde ik haar niet vaak meer tegen te komen, want die meid straalde zo veel negatieve energie uit dat het bijna besmettelijk werd.

Ik forceerde een glimlach en zei op ongeloofwaardige wijze: 'Het spijt me.'

'Ik hoef je excuses niet, loop gewoon door.'

Even trok ik verontwaardigd een wenkbrauw op, maar al snel keerde ik haar de rug toe en zette na enkele seconden aarzelen toch een voet vooruit. Daarna volgde mijn andere voet en voor ik het wist, was ik door de poort gewandeld. Nu kon ik niet meer terug. Ik wierp nog een vluchtige blik achter me, waar een rij ongeduldige jongeren nog voor de doorgang stond aan te schuiven.

Toen ik eenmaal binnen was, keek ik verwonderd om me heen. Mijn ogen wisten niet waar eerst naar te kijken. De inkomhal was simpel gezegd imposant; het met sterren bezaaide plafond gaf een torenhoge indruk, alsof het bijna de maan kon raken. De muren leken van breekbaar glas te zijn gemaakt en weerspiegelden elke beweging die je maakte. Hoe kaal het gebouw er van buiten uitzag, hoe sprookjesachtig was het binnenin. Er moest vast veel geld tegenaan gegooid zijn. Waarom deden ze daar überhaupt zoveel moeite voor? Dit was toch maar een gewoon, griezelig kamp dat binnen een week alweer zou worden afgebroken?

Aan de achterkant van de hal stonden een vijftal rijen, met aan het begin van elke rij een medewerkster waarbij iedereen zich moest aanmelden.

Ik besloot aan te schuiven in de rij waar het minste volk stond. Achter een soort balie stond een oude vrouw met grijs, gespleten haar – ik schatte haar in de vijftig- en een doffe blik, omlijnd door een paar opvallende wallen. In tegenstelling tot haar gezicht, was haar kledingstijl flamboyant: een paarse hoed met veren, een lange satijnen jurk met geometrische print en een paar hoge naaldhakken. Een misselijkmakende kledingkeuze, als je het mij vroeg.

MaanvluchtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu