Hoofdstuk 13

132 13 13
                                    

Sarah mocht diezelfde dag weer naar huis, in het ziekenhuis werd nog maar eens bevestigd dat ze geluk had gehad. Sarah was het daar niet helemaal mee eens. Ze vond dat ze net echt pech had gehad. Inyanga en zijzelf hadden niks fout gedaan en toch waren zij de enige die ten val waren gekomen. De enigen die buiten strijd waren en in Inyanga's geval zelfs permanent.

Hoe meer tijd er verstreek, hoe harder Sarah begon te voelen waar ze geraakt was. Toen ze met een rolstoel uit het ziekenhuis gerold werd bonsde haar hoofd. Ademen deed pijn en toen ze uit de rolstoel opstond verkrampten haar benen. Joey sloeg voorzichtig zijn arm om haar middel en ze leunde dankbaar op zijn schouder. Ze liet zich naar de truck begeleiden en keek een beetje moeilijk naar Joey's truck, die hoog van de grond stond. Tyler keek hulpeloos toe hoe Joey haar in de truck hielp. Naast hem speelde een flauwe glimlach om Charlie's lippen.

De man zag er plots oud en moe uit. Tyler moest hem helpen om in de truck te klimmen. Joey reed eerst naar het erf. Daar zouden hij en Tyler de trailer aanpikken en voorzichtig Inyanga naar huis halen.
Joey parkeerde zich zo dicht mogelijk tegen het huis en Tyler was uitgestapt vooraleer Joey de motor aflegde. Het deerde Joey niet, Tyler wou helpen, zich nuttig voelen en dat snapte hij. Hij ondersteunde Sarah en begeleidde haar in het huis waar hij nog nooit geweest was. Hij liet haar voorzichtig in de zetel zakken. Charlie waggelde vermoeid naar zijn stoel in de keuken. Joey volgde hem.

"Alles oké, Charlie?" vroeg Joey. De oude man zuchtte.

"Natuurlijk niet. Je weet dat ze de renbaan al haatte. Het is mijn schuld. Ik kan..", zei Charlie met een dunne stem. Joey nam een stoel en ging resoluut voor Charlie zitten.

"Nee, Charlie. Sarah wou dit zelf. Natuurlijk was ze bang van de renbaan, ze zou gek zijn als ze het niet was. Vandaag was een ongeluk. Dit was niemands fout, hoor je me?" verduidelijkte Joey.

Hij keek in Charlie's ogen. Die hadden dezelfde grijsblauwe kleur als die van Sarah. Op zijn voorhoofd rustten diepe rimpels en zijn kaken waren strak gespannen. Zijn grijze haar was door de jaren heen dunner geworden en Joey nam zijn hand vast.

"Charlie!" zei hij streng. "Het is niet jouw fout!" herhaalde hij stevig, terwijl hij in Charlie's grauwe hand kneep. Alsof Charlie plots wakker geschud was, knikte hij verwoed.

"Nee, natuurlijk. Je hebt gelijk." Hij bleef even stil en hield Joey's blik vast.

"Ze is een goede meid, Joey. Ze is enkel zo bang en alleen in de wereld." Joey slikte even en knikte.

"Het gaat haar al veel beter af", zei hij instemmend en Charlie knikte afwezig.

"Beloof me dat je haar niet in de steek laat, Joe." Joey keek de oude man vragend aan. "Ik heb niet lang meer, Joe. Ik kan haar niet alleen laten, ze is al zo alleen", smeekte de oude man. "Misschien gaat ze wel terug naar huis", bedacht de oude man zich plots en die gedachte leek hem nog erger.

Joey schudde zijn hoofd: "Ik laat haar nooit in de steek, Charlie. Dat beloof ik je." Wederom knikte de oude man.

"Ja, dat geloof ik wel. Ik ben moe, Joey. Ik denk dat ik maar wat moet rusten. Beng je Sarah nog wat water?"

Joey knikte en vulde een glas water. Toen hij zich weer omdraaide was de oude man al in slaap gevallen. Joey keek even naar de man, die hij beter kende dan hij zijn ouders gekend had. De man die hem een leven gegeven had.

De diepe groeven in Charlie's gezicht joegen hem angst aan. Vroeg of laat zou Charlie er niet meer zijn. Hij had niet meteen het gevoel dat Sarah zich zwak en eenzaam voelde, niet zo erg als hijzelf. Als Charlie zou sterven, bedacht hij zich, terwijl zijn blik over de fauteuil gleed, zou hij degene zijn die niemand meer had. Hij nam het deken dat over het bijzettafeltje lag en legde dit zachtjes over Charlie heen.

Riding for hope DUTCHWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu