epiloog

563 15 1
                                    

                                                                                - EPILOOG -

Het was koud buiten. Zo koud dat haar vingers bevroren aan voelden. Ze moest doorrennen, niet denken. Hij zat nog steeds achter haar aan. Ze kon zijn zware adem horen, dwars door de snelle, holle slagen van haar hart. Normaal genoot ze van rennen in het bos. De stilte. Niemand om je heen. Nergens aan denken. Nu was er maar een ding waar ze aan moest denken. Wegwezen! Niet struikelen! En dat hij haar niet te pakken kreeg, dat vooral niet! Heel even dwaalden haar gedachtes af. Naar vroeger, toen alles nog normaal was. Naar die bewuste woensdag dat ze hier ook in het bos liep, struikelde en haar hoofd stootte tegen iets kouds. Ze keek beter en bleek een meisje te zijn. Haar leeftijd. Lijkbleek en ijskoud. In haar ogen welde een traan op. Hij liep over haar wang. En nog een. Haar ogen vulden zicht met de tranen die ze al zo vaak had gehuild. Plots was daar de rand van het bos. Ze rende harder en harder en struikelde over een afgewaaide boomtak. ‘Kut! dat was het dan’ dacht ze nog en ze probeerde op te staan, maar de zware voetstappen kwamen steeds dichterbij. Ze voelde de ruwe, koude handen weer in haar nek en de pijn van de klap op haar slaap. Toen ze haar ogen open deed, zat ze weer in het veel te kleine,  koude kamertje zonder meubilair aan de rand van het bos . Het was donker, dus ze zou zeker wel twee uur buiten bewustzijn zijn geweest. Het was hopeloos. Ze zou nooit meer terug komen. Ze zou eindigen als het meisje van die woensdag. De tranen liepen over haar met modder besmeurde wangen, ze kon het niet laten…   

- voor Marcel 

Hopeless...Where stories live. Discover now