Hoofdstuk 3

10 1 0
                                    

Wanneer ik wakker word, voel ik iets onder me. Ik doe mijn ogen voorzichtig een voor een open. Wanneer ik aan het licht ben gewent kijk ik waar ik ben. Ik kijk om me heen en zie dat ik in mijn kamer ben. Opeens herinnerde ik me iets. 2 sterke armen vingen me op voordat ik viel. Van wie waren die armen? Jase? Nee hij is niet zo gespierd. Jake? Nee, hij is waarschijnlijk nog steeds bij May. Waarom dacht ik überhaupt dat het Jake kon zijn geweest? Hij vindt mij nog niet eens leuk. Hij speelde alleen maar met mij om May jaloers te maken of zoiets. Ik zit diep in mijn gedachten dat ik niet door had dat iemand mijn kamer binnen was gekomen en op mijn bed was gaan zitten tot... 

"Hallo, mijn kleine prinsesje. Heb je me gemist?" Nee die stem. Ik kijk meteen op en kijk in zijn ogen. Ik bevroor. Nee wat doet hij hier. Hij zat vast in de gevangenis. Opeens pakt hij mijn arm. Zo doe je toch niet tegen je vader, mijn kleine prinsesje? Ik word bang. 'Laat me los', roep ik met de angst in mijn stem.  'Ik laat je nooit meer los', zegt mijn vader met een kwaadaardige grijns op zijn gezicht. We zijn veel te lang van elkaar gescheiden geweest, we moeten de tijd we met elkaar gemist hebben weer goed gaan maken denk ik.' Alsjeblieft,' zeg ik, 'alsjeblieft, laat me gaan.' Op dat moment gaat de deur open en zie ik  Jake en May in de deuropening. Zodra Jake ziet hoe bang ik ben voor mijn vader komt hij op me afgerend en rukt hij mijn vader van me af en duwt me bij hem vandaan. 'Raak haar niet aan, jij klootzak,' roept hij woedend. 'Als je haar nog eens aanraakt loop je er niet meer zo bij. Nu opdonderen.' Ik zie mijn vader naar me lachen en hij zegt nog: 'Dit was nog maar het begin April, deze keer heb je geluk gehad dat je vriendje er was, maar er zal een keer komen dat je vriendje er niet is en dan ben je van mij.'

Ik sla mijn armen om me heen en ik blijf huilen. Naast me voel ik het matras indeuken en ik voel een arm om me heen. 'Laat me los Jake, laat me gewoon met rust,' zeg ik huilend. Hij laat me niet los en mijn ademhaling gaat omhoog en ik roep nog eens angstig: 'LAAT ME LOS.' Hij laat me van schrik los en ik hoor voetstappen gaan richting de deur. Ik hoor dat de deur dichtgaat en even later hoor ik de deur weer open gaan, mijn hele wereld stort in. Hij is terug. Die vreselijke man die mijn leven heeft verwoest. Wat moet ik doen? Ik kan niet weer vluchten. Dat heb ik al een keer gedaan en hij heeft me weer gevonden. Ik begin te hyperventileren. Ik probeer mijn adem onder controle te krijgen, maar het lukt niet. Ik kijk om me heen, maar ik zie niets raars in mijn kamer. Ik grijp naar mijn telefoon op mijn nachtkastje en ik zoek het liedje op dat mijn moeder vroeger voor mij zong. Wanneer ik het eindelijk heb gevonden speel ik het af en ik voel dat mijn ademhaling weer normaal wordt. 

*zucht* Waarom is hij weer terug vraag ik me af. Heeft hij mijn leven al genoeg verpest. Ik trek mijn T-shirt een beetje omhoog waardoor je mijn zij ziet. Op mijn zij zit een litteken die nog niet weg is. Een van de vele littekens die hij mij gegeven heeft. Mentaal en fysiek. De meeste wonden op mijn lichaam hebben de afgelopen jaren kunnen helen. Maar de mentale pijn die hij heeft veroorzaakt, waardoor ik geen vertrouwen heb in andere mensen, waardoor ik bang ben voor andere mensen, gaat niet weg. Die littekens blijven voor altijd. Die onzichtbare littekens kunnen niet vanzelf helen, ik heb hulp nodig, maar van wie? Ik ben namelijk weleens bij een therapeut geweest, maar die zei dat hij me niet kon helpen, dat ik het vanzelf wel zou vergeten en als ik er nog steeds last van zou hebben dat ik er met vrienden of familie over moest hebben. Nou mijn familie valt natuurlijk sowieso af, no way dat ik mijn familie ga vertellen over wat mijn vader me aan doet, ze zouden me sowieso toch niet geloven. Dus dan blijven alleen mijn vrienden nog over dus: Jake? Jase? May? Nee, ze hebben mij alle 3 verraden. En ik heb ook geen andere vrienden dan zij. Wie kan ik nog vertrouwen in deze wereld? Iedereen om wie ik geef verraad me... 

Ik ga in mijn bed liggen en kijk op de plek waar ik mijn vader weer zag staan, maar ik zie niemand, verbeeldde ik het me dan dat ik hem daar zag staan, begin ik te hallucineren? Ik weet het niet. Ik ga in mijn bed liggen en probeer wat te slapen. In het begin had ik er zoveel zin in om hier te komen, het was mijn grootste droom om hier op de high school in New York te studeren, maar gaat dit dan echt eindigen in mijn ergste nachtmerrie? 

Ik word slaperig, doe mijn ogen dicht en hoop dat morgen een betere dag dan vandaag wordt. 

*Droom*

'Wie het laatste bij het speeltuintje is, is een gebakken ei!' roept een klein meisje in mijn droom. Ze rent langs me heen alsof ik daar niet ben. Achter haar aan komt een klein jongetje achter haar aangerend. Ze zien er zo gelukkig uit samen. Het meisje is eerder bij het speeltuintje en zegt: Gewonnen!' 'Ahh dat is niet eerlijk. Jij begon eerder dan ik.' Het meisje begint te lachen en later lacht het jongetje met hem mee. Ineens is alles om mij heen zwart. Wat is dit. Ik zie iets in mijn ooghoeken verschijnen. Ik kijk naar rechts en ik zie Jake, en als ik naar links kijk zie ik Jase. Hun lippen beginnen allebei te bewegen, maar ik hoor niet wat ze zeggen. Opeens hoor ik iemand achter mij iets zeggen. Ik hoor niet wat het is. Het wordt steeds luider en luider. En dan hoor ik iemand zeggen: Love you.....

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Feb 14, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Twin TroublesWhere stories live. Discover now