Het levensverhaal van Dagonet

10 3 0
                                    

'Nee Elyan. Ik wil niet dat je me zo commandeert!' beet de jonge Dagonet zijn iets oudere broer toe. Elyan trok een wenkbrauw op. 'En ik wil niet dat je zo tegen mij praat. Ik ben je broer en ik vind dat ik het recht heb je erop te wijzen dat je niet met die smerige dieven mee moet gaan!' snauwde Elyan. Dagonet keek hem boos aan. 'Het zijn wel mijn vrienden waar je over praat hoor!' riep hij. Elyan haalde zijn schouders op. 'Sinds jij met die dieven optrekt houd je je alleen nog maar bezig met moorden en stelen.' zei Elyan met een strak gezicht. 'Ik heb anders nog nooit iemand vermoord!' protesteerde Dagonet. 'En mijn vrienden hebben groot gelijk dat ze zoveel stelen. De koning die over dit land regeert doet niets aan de slechte oogsten. Hij maakt de belasting alleen maar hoger en als hem iets niet deert, steekt hij mensen neer. Ik en mijn vrienden die jij 'dieven' noemt doen hier wat aan en wij zullen de koning wel wakker schudden met onze rooftochten. Als hij hier niet op reageert-' ratelde Dagonet. Elyan onderbrak hem geïrriteerd. 'Dus jij denkt dat als je van onschuldige mensen steelt op van die rooftochten, dat de koning je aandacht heeft? Dagonet er zijn zóveel rovers in dit land. Doet de koning daar wat aan? Nee! En daarbij komt dat je alleen maar die onschuldige mensen bang maakt.' siste hij. Dagonet rolde met zijn ogen. 'Nou ik denk dat het werkt! En het boeit me niet wat jij vind. Dus houd er nu maar gewoon over op.' zei hij. Elyan glimlachte bitter. 'Dus niets wat ik je zegt kan je overhalen? Dat is zeer spijtig. Dan vrees ik dat ik je niet meer wil zien Dagonet. Als jij je bezig houdt met dit soort zaken, kan ik niet langer je broer meer zijn!' zei Elyan. Dagonet keek hem een tel sprakeloos aan. Toen draaide hij zich om en holde weg. 'En als ik hoor dat je ook maar íémand vermoord..Zal ik, als schout, je zeker oppakken! Ik zal je niet meer beschermen zoals ik tot nu toe altijd heb gedaan!' hoorde hij Elyan roepen. Maar Dagonet negeerde hem en balde zijn vuisten. Elyan kon de pot op.

'Dagonet fijn dat je er bent.' zei Fergus hartelijk. Fergus was een van Dagonet's 'vrienden' en was een kleine, tengere man met blonde kortgeknipte haren. Hij was het hoofd van een kleine groep rovers, die het land al zo lang teisterde. Ondanks dat Fergus erg klein was, was hij heel sterk. Dagonet kende hem al lang, maar hij kon niet zeggen dat er echt een hele hechte band tussen hen bestond. Toch verwelkomde Fergus Dagonet als een goede vriend en daar was Dagonet blij om. Na het gesprek met zijn broer, Elyan, was Dagonet niet in een beste stemming. Hij haatte het dat hij steeds het idee kreeg dat Elyan zich beter voelde dan hij. Elyan was een schout, die rovers zoals Fergus hoorde op te pakken, maar toen Elyan hoorde dat zijn broertje zich bezig hield met rovers zaken, was hij te trots om hem op te pakken. Elyan wilde geen schande over zich heen krijgen en deed daarom alsof Dagonet niets met rovers te maken had. Dagonet glimlachte naar Fergus. 'Ook goed om jou te zien Fer. Hoe gaan de zaken ermee?' vroeg hij. Fergus haalde zijn schouders op. 'Laatst werden we bijna opgepakt doordat een kudde schapen met de bijbehorende herder op zijn vervloekte hoorn blies. De hulpjes van de schout kwamen direct in beweging en stormde achter ons aan. Gelukkig zijn we ontsnapt.' antwoordde Fergus vrolijk. Dagonet lachte. 'Mijn vervloekte broer ook.' zei hij. Fergus lachte. 'Genoeg gekletst. Kom bij ons zitten. We gaan na de maaltijd weer op een van onze rooftochten.' Hij wees naar het haardvuur wat in de donkere, kleine ruimte waar ze in stonden, fel scheen. De schaduwen van de andere rovers die rond het haardvuur zaten, bewogen over de zwarte, vuile muren. Dagonet bekeek ze een voor een en besloot toen om naast de minst woest uitziende man te gaan zitten. De man knikte hem toe en samen met de andere rovers begon Dagonet aan de maaltijd.

Fergus keek geboeid naar hoe Dagonet een boerderij bestormde. Hij wilde Dagonet graag voor altijd bij zijn roversbende hebben, maar daarvoor moest Dagonet zichzelf bewijzen. Dagonet had de opdracht gekregen om een boerderij te overvallen. Het gezin die daar woonde had een grote stal vol met vee en was zeer rijk voor een boerenfamilie. Fergus wilde al een tijd de boerderij overvallen, maar het was er nog niet van gekomen. Daarom liet hij nu Dagonet het werk voor hem opknappen. Fergus was zo diep in gedachten verzonken, dat hij niet doorhad dat Dagonet al lang binnen was. Fergus schrok op toen een rover hem aan zijn mouw trok. 'Fergus! Dagonet is binnen! Het is hem gelukt. Nu hopen dat hij heelhuids terugkeerd.' zei hij enthousiast. Fergus knikte. Hij wachtte gespannen af of Dagonet terug zal komen. Boeren waren namelijk best agressief als iemand hun huis bestormde. Drie gedaantes holde plotseling achter het huis richting de grote stal. Fergus kwam onmiddellijk in beweging. 'Dat is zeker die familie van de boer!' siste hij. 'Laat ze niet ontsnappen!' riep hij toen naar de rovers. De rovers sprongen op hun paard en galoppeerde achter de familie aan. Fergus hield als laatste halt en zag dat zijn mannen een jonge, blonde vrouw in bedwang hielden. Haar twee kinderen, een lange, angstig uitziende jongen en een klein meisje, werden vastgehouden door twee andere rovers. De jonge vrouw keek Fergus met een smekende blik aan. 'Alstublieft heer. Laat mijn kinderen gaan. Doe ze alsjeblieft geen pijn!' fluisterde ze bang. Fergus liet een sluwe, brede grijns zien. 'Maar mevrouw toch..Denkt u dat we uw kinderen pijn gaan doen? Dan heeft u dat helemaal verkeerd gedacht. We gaan ze pas pijn doen als u en uw man weigeren uw kostbaarste spullen te geven!' grinnikte Fergus. De vrouw keek onzeker in het rond. 'Mijn man weet niet dat u mij en mijn kinderen gevangen houdt. Hij zal weigeren onze kostbaarste spullen af te geven.' zei ze zacht. Fergus' grijns werd nog breder. 'Inderdaad. Dat maakt het juist spannend. Als de rover die uw man binnen gevangen houdt terugkomt met uw kostbaarste spullen, hebben u en uw kinderen niets te vrezen. Maar als uw man dat niet doet..Dan zal het nogal pijnlijk worden vrees ik.' zei Fergus. De vrouw schudde angstig haar hoofd, haalde diep adem en begon toen keihard te gillen. Fergus schrok en deinsde achteruit. Toen pakte hij vliegensvlug zijn dolk uit zijn schede en drukte die tegen haar keel. 'Stil stom wijf! Jij houdt je mond, anders gaan die kinderen van jou er nu meteen aan!' siste hij kwaad. De vrouw stopte met gillen en begon zachtjes te snikken. Haar kinderen keken haar vol angst en verbijstering aan. Fergus liet zijn dolk zakken en zette weer een brede grijns op. 'Goed zo. En nu braaf zijn jullie.' zei hij. Hij keek naar een van zijn rovers. 'Jullie blijven hier wachten. Houdt ze goed vast en laat ze niet ontsnappen!' beveelde hij. De rover knikte. 'Ik ga kijken wat die Dagonet allemaal uitspookt.' mompelde Fergus. Hij liep met grote passen naar het huis en deed zachtjes de deur open. 'Dagonet?' fluisterde hij. Hij kwam in een grote woonkamer en zag Dagonet naast een geknevelde man zitten. 'Wat moet dit voorstellen?' vroeg Fergus boos. 'Waarom heb je nog niets gestolen?' Dagonet keek op en zuchtte. 'Deze man hoorde zijn vrouw en kinderen schreeuwen en wilde eerst weten of zij in veiligheid worden gebracht als hij ons zijn kostbaarste spullen geeft. Daarom heb ik hem geboeid. Hij wilde niets zeggen tot hij het zeker wist en spartelde enorm tegen. Hij heeft me op mijn oog geslagen.' mompelde Dagonet met een bitter lachje en hij liet zijn linkeroog zien. Door het licht had Fergus het nog niet gezien, maar Dagonet's linkeroog was blauw. Op zijn wang waren een paar bloedspetters zichtbaar, maar Fergus wist niet of dat van Dagonet was of van de geknevelde man die hem had geslagen. 'Goed.' bromde Fergus. 'Maar ik zou zelf opzoek gaan naar kostbaarheden als ik jou was. Ik reken wel met deze boer af.' zei hij. Dagonet knikte en liep achter Fergus langs naar de andere kamers in het huis. Hij rommelde tussen spullen en trok allerlei lades open. Net toen hij dacht dat zijn zoektocht hopeloos was, zag hij in zijn ooghoek iets geels liggen. Hij draaide zich om en raapte het op. Het was een stuk perkament. 'Een brief?' fluisterde Dagonet verbaasd toen hij de letters op het perkament zag.'Maar boeren kunnen toch niet schrijven of lezen? Althans de meeste boeren.' zei hij verward in zichzelf. Zijn ogen schoten over het perkament. Aan dhr. Noah. Hierbij verstuur ik u Lucan's geld wat hij heeft verdient bij de hoefsmid. Zie inhoud zak. Stond er op het perkament. Dagonet fronste. 'Maar waar is de zak? Daar zit vast het geld in.' zei hij en hij wreef in zijn handen. Hij keek door de kamer, maar hij vond verder niets. Hij ging weer terug naar Fergus, die nog steeds naast de geknevelde stond. Dagonet stapte naar de man toe en gebaarde dat Fergus zijn dolk op de keel van de man moest leggen. 'Luister goed.' begon Dagonet dreigend. 'In de kamer hiernaast vond ik een briefje. Daarop stond dat het geld van ene Lucan - ik neem aan dat dat uw zoon is - in een zak zat. Als u nu gewoon zegt waar de zak is. Is er niets aan de hand. Als u dat niet zegt..Gaat u er nu aan.' zei hij. 'En uw lieve zoon ook. We houden hem buiten gevangen. Dus vertel op. En snel een beetje. Waar is die zak?' bromde Fergus ruw. Zweetdruppels liepen over het hoofd van de man. 'H-hebben jullie Lucan? Alleen hem? Waar zijn Elin en Nora?' fluisterde hij. Fergus duwde de punt van de dolk dieper in de huid van de man. Een streepje bloed werd langzaam zichtbaar. 'Doet er niet toe! Vertel ons waar die verdomde zak is!' riep hij. Maar Dagonet stak sussend zijn hand op en knielde kalm bij de man neer. 'Noah is het toch? Luister Noah, het doet er inderdaad niet toe of we héél uw familie buiten gevangen hebben of alleen uw zoon. Waar het om gaat is dat als u niets zegt..Nou ja u weet wel wat er dan gebeurt.' zei Dagonet rustig. De man, Noah, slikte. 'G-goed ik zeg waar de zak is. In de stal hebben we een hooizolder. Daar is een klein kistje verborgen tussen het hooi. In het kistje zit de zak met het geld wat mijn zoon Lucan heeft gekregen. Hij heeft bij een hoefsmid gewerkt weet u. Hij is een goede jongen, dus doe hem alstublieft niets.' smeekte Noah en hij schuifelde wanhopig richting Fergus. 'Heer ik smeek het u!' Fergus trapte de man van zich af en trok een vies gezicht. 'Kom niet in de buurt! Blijf liggen. Dagonet blijf bij deze verdomde boer! Ik ga naar de hooizolder.' zei Fergus. Dagonet knikte. Fergus liep weg en Dagonet keek met een strak gezicht naar Noah, die wanhopige pogingen deed zich uit zijn boeien te bevrijden. 'Het is rot hoe sommige dingen verlopen in het leven, vind je niet?' vroeg Dagonet zuchtend. Noah luisterde niet, zijn pogingen om zich los te maken werden steeds wilder en wanhopiger. Dagonet stond langzaam op. Hij pakte een zwaard uit zijn schede en had eindelijk de aandacht van Noah. 'Wat jammer dat je zo niet kunt meemaken hoe jouw geliefde zoon Lucan eraan gaat.' mompelde Dagonet zacht. Noah schudde verbijsterd zijn hoofd. 'Maar..Maar u zou hem met rust laten als ik u zou vertellen waar de zak was!' riep hij. Dagonet glimlachte. 'Dat heb ik nooit gezegd. Ik heb gezegd dat hij eraan gaat als je niets zou zeggen. En dat als je wel wat zou zeggen, er niets aan de hand was. Althans voor mij..Maar nu bedenk ik me dat ik hem toch wel zou doden. En niet alleen hem..' zei Dagonet. Noah spartelde wild. 'NEE!' schreeuwde hij. 'LAAT LUCAN MET RUST! LAAT MIJ EN MIJN FAMILIE MET RUST! ALSTUBLIEFT!' Dagonet lachte steeds harder. De stem van zijn broer Elyan herhaalde zich keer op keer in zijn hoofd. 'En als ik hoor dat je ook maar íémand vermoord..Zal ik als schout je zeker oppakken! Ik zal je niet meer beschermen zoals ik tot nu toe altijd heb gedaan!'
Dagonet's glimlach werd groter. Zijn ogen stonden vol haat. Noah schreeuwde nog steeds. Maar het kon Dagonet niets meer schelen. Hij zou minimaal één iemand vermoorden. En daarbij zou hij het niet laten.. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 11, 2020 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Levensverhalen uit CashewlotWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu